Hof Den Bosch 10 oktober 2023, IEF 21747; ECLI:NL:GHSHE:2023:3271 (Appellant tegen geïntimeerde). Appellant had een boerderij waar geiten werden gehouden. Daar bood appellant mensen met een beperking dagbesteding aan. Geïntimeerde was stagiair op de boerderij. Op een zekere dag heeft de boerderij de dierenarts ingeschakeld, waarbij monsters zijn genomen van de geiten op de boerderij. De dag nadat de dierenarts was geweest, heeft een schoolklas een bezoek gebracht aan de boerderij. Twee dagen daarna heeft de boerderij besloten dat de mensen met een verstandelijke beperking naar een andere locatie ondergebracht moesten worden. Vervolgens bleek dat de uitslag van het laboratoriumonderzoek van de monsters positief was getest op Q-koorts. Hierna zijn bijna alle geiten van de boerderij geruimd, waarop appellant heeft besloten te stoppen met de boerderij. Appellant is begonnen met een nieuwe dagbesteding voor mensen met een beperking. In een TV-uitzending van het programma Zembla heeft geïntimeerde verteld dat al lang bekend was dat sprake was van Q-koorts op de boerderij. Appellant is later strafrechtelijk vervolgd omdat hij aanmerkelijk onvoorzichtig tegenover een leerling heeft gehandeld door deze zijn boerderij te laten bezoeken, terwijl appellant wist dat er Q-koorts heerste, waarbij de leerling tijdens dit bezoek besmet is geraakt met de Q-koorts bacterie en daaraan is overleden. Appellant is hiervan vrijgesproken. In eerste aanleg heeft de rechter geoordeeld dat onvoldoende is bewezen dat de uitlating van geïntimeerde in het programma Zembla onjuist is. Appellant vordert schadevergoeding.