Gepubliceerd op woensdag 12 november 2025
IEF 23071
Hoge Raad ||
29 dec 1995
Hoge Raad 29 dec 1995, IEF 23071; ECLI:NL:HR:1995:ZC1942 (Decaux tegen Mediamax), https://ie-forum.nl/artikelen/ie-klassier-decaux-mediamax

IE-klassier: Decaux/Mediamax

HR 29 december 1995, IEF 23071; ECLI:NL:HR:1995:ZC1942 (Decaux tegen Mediamax)

Onderwerp:
Bescherming van stijl.

Feiten:
Decaux heeft een houder voor een reclamebord ontwikkeld, "Mupi Senior". Mediamax heeft ook een houder op de markt gebracht onder de naam "Billboard". Volgens Decaux maakt Mediamax daardoor inbreuk op haar auteursrechten en modelrechten. "Billboard" zou een nabootsing in gewijzigde vorm zijn van de "Mupi Senior", eentje die in beperkte mate afwijkt. De vraag was of Mediamax met haar "Billboard" voldoende afstand heeft genomen van de "Mupi Senior" van Decaux. 

Rechtsregel (r.o. 3.4):
Stijl wordt niet auteursrechtelijk/modelrechtelijk beschermd. 

3.4 De subonderdelen 4.1 en 4.2 richten zich tegen 's Hofs rov. 4.5 en 4.6. In deze overwegingen heeft het Hof tot uiting gebracht dat aan het enkele ontwikkelen of inzetten van een nieuwe mode of stijl geen bescherming krachtens auteurs- of modelrecht toekomt en dat derhalve moet worden onderzocht of - mede gelet op mode, trend of stijl op het onderhavige terrein - Mediamax voldoende afstand van de Mupi Senior heeft genomen en met haar ontwerp op een voldoende eigen wijze uiting gegeven heeft aan de vigerende mode, trend of stijl van ontwerpen. Een en ander geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Evenmin is 's Hofs arrest op dit punt onvoldoende gemotiveerd. De klacht dat het Hof ten onrechte ervan is uitgegaan dat beide partijen, althans Decaux van mening zijn dat beide produkten passen in en een uiting zijn van een mode of stijl, komt tevergeefs op tegen een feitelijke en niet onbegrijpelijke uitleg van de gedingstukken. Beide subonderdelen stuiten op het voorgaande af. 

Subonderdeel 4.3 betreft hetgeen het Hof in de rov. 4.5, 4.6 en 4.11 heeft overwogen ter zake van de eisen van functionaliteit. Ook dit subonderdeel kan niet tot cassatie leiden. In de eerste twee van deze overwegingen worden deze eisen, kennelijk met het oog op het ingeroepen modelrecht, slechts vermeld als aandachtspunt, hetgeen niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. In het licht van de gedingstukken behoefde het Hof in zijn motivering ook niet nader op dit punt in te gaan. Rov. 4.11 bevat blijkens zijn aanhef slechts een opmerking "voor de goede orde", waarvan moet worden aangenomen dat zij 's Hofs beslissing niet draagt.