Gepubliceerd op woensdag 19 september 2007
IEF 4706
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Afstand nemen

2xsb.gifRechtbank Zwolle-Lelystad, 18 september 2007, rolnr. 07/384, Schunselaar h.o.d.n. Mahoton Slaapsystemen tegen Jade B.V. (vonnis en afbeeldingen links met dank aan Selale Dogan, Van der Steenhoven, afbeeldingen rechts met dank aan Christel Jeunink, Dirkzwager )

Slaafse nabootsing inzake gezondheidskussen niet aangenomen. Het kussen heeft geen eigen plaats in de markt en er is onvoldoende gevaar voor verwarring. Artikel 1019h Rv is niet van toepassing nu het gaat over slaafse nabootsing.

In 1988 heeft de vader van Schunselaar een gezondheidskussen met de naam Butterfly ontworpen (beide afbeeldingen onder). Dit kussen wordt al een geruime tijd verkocht. De Butterfly zou verschillen van de traditionele hoofdkussens door een afwijkende maat, de uitsparing aan de onderzijde, de ventilatiegaatjes en de cirkelvormige inkeping in het midden van het kussen.

In mei 2007 heeft Jade het gezondheidskussen Silvana Lavit (beide afbeeldingen boven) op de markt gebracht. Mahoton komt hiertegen op in kortgeding en vordert op grond van slaafse nabootsing een verbod en de gebruikelijke opgaven.

Het door Jade opgeworpen niet-ontvankelijkheidsverweer dat Mahoton en niet de eenmanszaak Mahoton Slaapsystemen de Butterfly heeft verhandeld, wordt verworpen. Het is de voorzieningenrecht genoegzaam gebleken dat sinds eind januari 2006 de onderneming wordt gedreven voor rekening van Schunselaar. De overgelegde correspondentie uit 2005 is geadresseerd aan Mahoton Slaapsystemen.

De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van slaafse nabootsing.

Op basis van een viertal kussens die Jade op de zitting heeft getoond komt de voorzieningenrechter tot het voorlopige oordeel dat de Butterfly geen eigen plaats op de markt heeft:
“Jade heeft aan de hand van deze vier (andere) gezondheidskussens voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er naast de Butterfly verscheidene gelijksoortige producten in de handel zijn en dat de Butterfly zich van andere in de markt zijnde gezondheidskussens niet aanmerkelijk onderscheidt.”

Hoewel het Silvana Lavit kussen meer op de Butterfly lijkt dan op de andere vier door Jade meegebrachte gezondheidskussens, is er geen gevaar voor verwarring, aldus de voorzieningenrechter.
“Indien de Silvana Lavit naast de Butterfly gelegd wordt, zijn de door Schunselaar gestelde overeenkomsten inderdaad waar te nemen. Daartegenover staan echter onbetwiste verschillen zoals de voor de hoes gebruikte stof, de vorm van de uitsparing aan de onderzijde, het eigen label dat de beide kussens dragen en de omstandigheid dat de naam Silvana in het kussen van Jade is verwerkt. Bovendien is het gezondheidskussen van Jade van een ander materiaal en zijn de inkepingen in beide kussens op een geheel andere wijze uitgevoerd.”

“Jade heeft tenslotte in dit kader nog aangevoerd dat het voor haar onmogelijk was om meer afstand te nemen van de Butterfly, nu de overeenstemmende kenmerken tussen de Silvana Lavit en de Butterfly van functionele aard zijn.”

De voorzieningenrechter wijst de vordering af. De Voorzieningenrechter verwerpt het beroep op artikel 1019 h Rv ,nu het niet gaat om een geschil inzake het intellectueel eigendomsrecht, maar om slaafse nabootsing. 

Lees het vonnis hier. Grotere afbeeldingen  hier en hier.