AI output: beschermd of inbreukmakend? De stellingen voor het IE symposium in Zeist

Tijdens het IE symposium in Zeist op 12 maart 2025 discussiëren Arnout Groen, Stef van Gompel en Dirk Visser met de zaal over stellingen met betrekking met betrekking drie thema’s:
1. Wanneer is AI-output beschermd? En wie draagt de bewijslast?
2. Wanneer maakt AI-output inbreuk? En wie draagt de bewijslast?
3. Wie is aansprakelijk voor AI-inbreuken?
In dit bericht worden de stellingen nader toegelicht.
Thema 1: Wanneer is AI-output beschermd? en wie draagt de bewijslast?
Stelling 1A: Prompteursrecht
Bij één enkele prompt, hoe gedetailleerd en ‘creatief’ ook, zonder (na)bewerking, is er onvoldoende creatieve controle over de output van de AI, waardoor er geen sprake is van voldoende menselijke creativiteit en dus geen sprake van auteursrechtelijke bescherming. Zie ook het artikel ‘Prompteursrecht’ van Michiel Smit. Bij AI-creaties met één enkele prompt ontbreekt het noodzakelijke creatieve causale verband tussen de instructie van de ‘prompteur’ en de output.
Stelling 1B: mede-makerschap
Bij een gedetailleerde en creatieve prompt en een creatief aandoende AI output, is er wél sprake auteursrechtelijke bescherming, op grond van mede-makerschap. Mede-makerschap: wanneer twee personen samenwerken en de één instructies geeft terwijl de ander de uitvoering verzorgt, kan er een ondeelbare eenheid ontstaan die gezamenlijk auteursrecht oplevert. Bij gebruik van AI geldt hetzelfde.
Stelling 2: automatisch gegenereerde AI muziek
Automatische ter plekke door AI gegenereerde muziek is rechtenvrij. Vastgelegd AI muziek is een fonogram en als zodanig nabuurrechtelijk beschermd. Ter plekke gegenereerde en dus niet vastgelegd muziek is daarentegen rechtenvrij.
Stelling 3: beschermingsomvang
AI output die voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt is alleen beschermd tegen verveelvoudigen (kopiëren en herkenbaar bewerken) van de betreffende AI output. Niet tegen het ‘nadoen’ met behulp van AI van de (mogelijke) prompt.
Stelling 4: creativiteit moet vermoed worden
Creativiteit moet vermoed worden bij creatief aandoende output. Alleen ‘te veel gelijkende’ ‘prior art’ kan het ontbreken van creativiteit aantonen. Stelling 5 creativiteit moet aangetoond worden Creativiteit moet aangetoond worden. Er moet voor alle werken een positieve bewijslast komen te rusten op degene die stelt auteursrechthebbende te zijn ten aanzien van de menselijke creatieve keuzes gemaakt bij de totstandkoming.
Thema 2: Wanneer maakt AI-output inbreuk? en wie draagt de bewijslast?
Stelling 6 A-D: overeenstemming en ontlening
A. Bij AI-output geldt hetzelfde inbreukcriterium als bij normale werken.
B. Als er sprake is van totaalindrukken die grote gelijkenis vertonen ten gevolgde van overeenstemmende auteursrechtelijk beschermde trekken is er sprake van auteursrechtinbreuk.
C. Als er sprake is van een dergelijke gelijkenis rust de bewijslast dat er géén sprake is van ontlening bij de beweerdelijk inbreukmaker.
D. Als de beweerdelijk inbreukmaker niet kan aantonen dat het door hem gebruikte AI-model niet mede getraind is op het werk van eiser, kan hij niet aan die bewijslast voldoen en moet inbreuk worden aangenomen.
Stelling 7: aanbieden AI-systeem
Het aanbieden van een AI-systeem dat in staat is om inbreuk makende content te generen is op zich zelf al een auteursrechtinbreuk.
Stelling 8 A-C: stijlnabootsing met AI
A. Als een AI-systeem output genereert die in vergaande mate een persoonlijke stijl navolgt dan is er eerder sprake van een auteursrechtinbreuk dan in ‘normale’ gevallen van stijlnavolging, met name als niet kan worden aangetoond dat het AI-model niet is getraind op het werk van de betreffende maker.
B. Opzettelijke en verwarrende nabootsing van de persoonlijke van een maker met behulp van AI is onrechtmatig, met name als niet kan worden aangetoond dat het AI-model niet is getraind op het werk van de betreffende maker.
C. Stijlnavolging staat vrij en moet in alle gevallen gelijk worden beoordeeld, ongeacht de gebruikte technologie.
Thema 3 : Wie is aansprakelijk voor AI-inbreuken?
Stelling 9 A-C: aanbieder aansprakelijk
De aanbieder van een AI-model is aansprakelijk voor daarmee gegenereerde inbreukmakende output.
A. ongeacht welke technische maatregelen hij neemt om dit te voorkomen
B. tenzij hij “overeenkomstig strenge sectorale normen op het gebied van professionele toewijding, alles in het werk [heeft] gesteld om ervoor te zorgen” dat door zijn AI-model geen inbreukmakende output genereert.
C. tenzij hij het voor gebruikers onmogelijk maakt om werk “in de stijl van” levende en minder dan 70 jaar geleden overleden makers te doen generen.
Stelling 10 A-B: gebruiker aansprakelijk
De gebruiker van een AI-model is aansprakelijk voor daarmee gegenereerde inbreukmakende output,
A. maar zolang hij deze input alleen voor eigen studie of gebruik aanwendt, is er geen sprake van inbreuk.
B. ook voor eigen gebruik is het verboden, omdat het uit een illegale bron komt.