DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 19 juni 2025
IEF 22759

Artikel ingezonden door Syb Terpstra, Porterfield.

Artikel: AI-muziekplatforms in overleg met major labels: wat zijn de mogelijke gevolgen?

Artikel ook te lezen op AI-Forum.nl. Recent werd bevestigd dat de grote platenmaatschappijen (Universal Music Group, Warner Music Group en Sony Music Entertainment) in gesprek zijn met de bekende AI- muziekplatforms Suno en Udio. Volgens diverse bronnen onderhandelen deze partijen over licentieafspraken die AI-platforms toestemming zouden geven om muziek van de majors te gebruiken voor training van hun generatieve AI- muziekplatforms. Dit roept fundamentele vragen op over de gevolgen van dergelijke onderhandelingen voor de positie van artiesten, componisten en tekstschrijvers, muziekuitgevers en independent labels en publishers.

Licentieafspraken en lopende rechtszaken
De gesprekken tussen de major labels en AI- platforms vinden plaats tegen de achtergrond van lopende rechtszaken in de Verenigde Staten. In juni 2024 klaagden de majors, onder coördinatie van de Recording Industry Association of America (RIAA), Suno en Udio aan vanwege vermeende inbreuk op hun masterrechten (in de VS: copyrighted sound recordings) door het trainen van hun platforms op masters van (o.a.) de majors. De platforms verweren zich met name door zich te beroepen op het Amerikaanse principe van ‘fair use’. Op basis van die beperking van het Amerikaanse auteursrecht kan onder bepaalde omstandigheden zonder voorafgaande toestemming gebruik worden gemaakt van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Of dit argument standhoudt in de rechtszaal is nog maar de vraag, maar zeker is dat rechtszaken hierover nog jarenlang kunnen voortslepen.

Het sluiten van licentieovereenkomsten zou tegelijkertijd twee doelen kunnen dienen: aan de ene kant kunnen lopende geschillen worden opgelost, aan de andere kant legitimeert het de activiteiten van AI-platforms en maakt het toekomstige rechtszaken minder waarschijnlijk. In die zin zouden dergelijke afspraken de juridische onzekerheid vervangen door een commercieel kader. Het is vooral een pragmatische manier om verdere juridische kosten te vermijden en markttoegang te garanderen.

De belangrijkste gevolgen van eventuele licentieafspraken
Licentieafspraken bieden voordelen voor alle betrokken partijen. AI-platforms krijgen legaal toegang tot waardevolle data waarmee ze hun systemen kunnen verbeteren. Tegelijkertijd ontvangen de majors compensatie voor het gebruik van hun catalogi en kunnen zij invloed uitoefenen op hoe hun materiaal gebruikt wordt. Bovendien eisen de majors een deel van het aandelenkapitaal van Suno en Udio. Mochten die platforms populairder en meer waard worden, dan profiteren de majors dus ook als aandeelhouders mee.

Voor artiesten betekent dit mogelijk:

  • Financiële compensatie via royalty’s of lumpsum-betalingen;
  • Meer transparantie, bijvoorbeeld via content- ID-systemen die detecteren wanneer hun muziek is gebruikt; en
  • Indirecte zeggenschap, doordat labels namens hen onderhandelen over voorwaarden.

Toch betekent de totstandkoming van licenties niet alleen goed nieuws voor artiesten. De meeste zullen immers geen directe invloed hebben op de onderhandelingen. Wat artiesten er uiteindelijk aan overhouden, hangt af van wat in het contract met hun label is vastgelegd. Bovendien kan het normaliseren van AI-gegenereerde muziek leiden tot verzadiging van de markt, wat de artistieke waarde van en inkomsten uit originele werken onder druk zet.

Wat zijn de gevolgen als er géén licentieafspraken tot stand komen?
Als de gesprekken stuklopen, volgt waarschijnlijk een jarenlange juridische strijd. Artiesten en labels zullen zich dan blijven beroepen op bestaande rechten (en de inbreuk daarop door Suno en Udio) en proberen via de rechter schadevergoeding of een verbod af te dwingen. Tegen de tijd dat alle juridische details bij de hoogste rechter zijn uitgekristalliseerd, is het kwaad al lang geschied. En dat is nog los van de vraag wat de uitkomst van dergelijke rechtszaken gaat zijn. In elk geval is de kans groot dat de AI-aanbieders blijven doorgaan met het trainen van hun platforms op beschermde muziek. De markt stroomt intussen vol met AI- gegenereerde muziek, die steeds beter zal worden naarmate de platforms blijven innoveren. Voor de AI-sector kan het uitblijven van licenties leiden tot reputatieschade, vertraging in productontwikkeling, forse (juridische) kosten en aanhoudende druk vanuit rechthebbenden.

Hoe zit het met de positie van andere betrokkenen?
Opvallend is dat de huidige gesprekken zich vooral lijken te richten op masterrechten, die in handen zijn van de platenmaatschappijen. Componisten en tekstschrijvers, vertegenwoordigd door muziekuitgevers en/of collectieve beheersorganisaties (zoals BumaStemra in Nederland), lijken vooralsnog niet aan de onderhandelingstafel te zitten. Dit is problematisch, omdat AI-systemen natuurlijk ook getraind zijn op auteursrechtelijk beschermd materiaal. Dat staat wel vast. Ook de componisten/tekstschrijvers/publishers zullen een deel van de te verdelen taart willen ontvangen.

Daarbij valt alleen wel een belangrijke kanttekening te maken: de major platenmaatschappijen maken natuurlijk allemaal onderdeel uit van groepsmaatschappijen die óók een publishing-tak hebben. Het is de vraag hoe hard die moedermaatschappijen zich zullen maken voor overeenkomstige licentieafspraken aan de auteursrechtenkant. Tot op zekere hoogte is het voor de moedermaatschappijen een kwestie van vestzak broekzak, maar aannemelijk is dat zij aan de masterkant een groter aandeel van de inkomsten zelf kunnen houden dan wanneer de inkomsten binnenkomen via de publishing-kant. In die zin hebben ze dus weinig incenctive om ook namens de auteursrechthebbenden op te komen. Al zullen er ongetwijfeld uiteindelijk ook afspraken worden gemaakt aan de auteursrechtenkant.

Een soortgelijke situatie hebben we gezien bij de opkomst van streamingdiensten: daar waren de majors oorspronkelijk ook niet blij mee, maar ook daarmee maakten zij uiteindelijk licentieafspraken. Bovendien werden de majors bijvoorbeeld in het geval van Spotify óók medeaandeelhouders, net als zij nu eisen bij Suno en Udio. En bij de inkomsten uit streaming valt op dat circa 85% van de te verdelen inkomsten naar de masterkant gaat en slechts zo’n 15% naar de auteursrechthebbenden. Als met AI-platforms uiteindelijk soortgelijke afspraken tot stand komen, komen de songwriters er dus mogelijk (opnieuw) bekaaid vanaf.

In januari van dit jaar startte GEMA (de Duitse zusterorganisatie van BumaStemra) al een gerechtelijke procedure tegens Suno vanwege beweerdelijke auteursrechteninbreuk. Daarmee is (voor zover mij bekend) de eerste Europese rechtszaak tegen één van de bekende AI- muziekplatforms een feit.

Slotwoord
De onderhandelingen tussen grote platenmaatschappijen en AI-muziekbedrijven vormen een keerpunt in de relatie tussen AI- bedrijven en muziekrechthebbenden. Als er licentieafspraken komen, kan dat leiden tot juridische duidelijkheid, financiële compensatie en nieuwe vormen van samenwerking. Maar het is geen garantie op rechtvaardigheid voor alle makers. Componisten, tekstschrijvers en onafhankelijke artiesten en exploitanten dreigen buiten spel te worden gezet.

De mogelijk aanstaande licentieafspraken passen in een bredere beweging waarbij creatieve sectoren hun positie proberen veilig te stellen in het AI-tijdperk. Vergelijkbare deals zijn al gesloten in andere domeinen: OpenAI sloot bijvoorbeeld al licentieovereenkomsten met mediabedrijven zoals Associated Press, Axel Springer en Shutterstock. Amazon sloot recent een licentieovereenkomst met de New York Times voor het gebruik van NYT- materiaal voor Amazons AI-plannen.

Deze voorbeelden laten zien waar het eigenlijk vanaf dag één al naartoe leek te bewegen: onderlinge licentieafspraken. Voor de muziekindustrie is dit hét moment om te zorgen dat afspraken niet alleen de belangen van grote labels beschermen, maar ook die van componisten, tekstschrijvers en onafhankelijke artiesten en exploitanten. Of onderdeel van die afspraken gaat uitmaken dat er voldoende transparantie en eerlijke compensatie voor al deze rechthebbenden is, zal de toekomst moeten uitwijzen.