Artikel ingezonden door Dirk Visser.
Artikel: Kritische uitgave oude tekst kan auteursrechtelijk beschermd zijn

Artikel geschreven door Dirk Visser. Kan een kritische uitgave van een werk, die tot doel heeft de tekst van een oud oorspronkelijk werk weer te geven door raadpleging van het manuscript, vergezeld van commentaar en de nodige kritische noten, worden beschermd als een auteursrechtelijk beschermd werk?
Over die vraag heeft het Hof van Justitie te oordelen, nadat A-G Spielmann op 26 juni 2025 in zijn conclusie die vraag bevestigend heeft beantwoord. Een dergelijke kritische uitgave kan een ‘afgeleid werk’ zijn.
“Een afgeleid werk is een werk dat teruggrijpt op een of meer primaire werken of dat zelfs een reeds bestaand werk geheel of gedeeltelijk opneemt en het transformeert of er op zijn beurt een oorspronkelijke schepping van maakt die auteursrechtelijke bescherming geniet. Een dergelijk werk wordt dan als een nieuw werk auteursrechtelijk beschermd, waarbij de redenen voor deze nieuwe autonome bescherming gelegen zijn in de originaliteit of de creativiteit die de auteur van het afgeleide werk in zijn activiteit heeft gebracht. Deze bescherming doet geen afbreuk aan de rechten van de auteur van het oorspronkelijke werk of de oorspronkelijke werken waaraan het afgeleide werk is ontleend” (punt 48).
Aanleiding voor de vraag is een inbreukgeschil tussen de erfgenamen van de Roemeense professor Dan Slușanschi en twee Roemeense culturele instellingen. Slușanschi is de maker van een kritische uitgave van het Latijnse werk van de Moldavische prins Dimitrie Cantemir (1673-1723) over de geschiedenis van de opkomst en het verval van het Ottomaanse hof. De vraag of de culturele instellingen inbreuk hebben gemaakt is niet zo relevant, het gaat om de auteursrechtelijke beschermbaarheid van een kritische uitgave.
Een kritische uitgave is, volgens het Roemeense woordenboek, een uitgave van een (onder meer oude of klassieke) tekst, vastgesteld door vergelijking van de varianten en vergezeld van commentaren en de nodige kritische noten. Simpeler gezegd betreft een kritische uitgave een wetenschappelijke reconstructie van de oorspronkelijke tekst van een middeleeuwse bron.
Het doel van een kritische uitgave is het zo volledig en begrijpelijk mogelijk vastleggen van de oorspronkelijke tekst. Om die reden is het maar de vraag of de auteur wel zijn persoonlijkheid kan laten weerspiegelen in een dergelijke reconstructie, zodat sprake is van een eigen intellectuele schepping. De Roemeense rechter in hoger beroep oordeelde dat een kritische uitgave een ‘afgeleid werk’ is en derhalve auteursrechtelijke bescherming kan genieten. De auteur verricht volgens hem namelijk meerdere creatieve handelingen doordat hij uit een grote hoeveelheid termen en uitdrukkingen moet kiezen om de boodschap van de oorspronkelijke tekst zo goed mogelijk over te brengen. Manuscripten moeten immers veelal ontcijferd worden. Daarbij licht de auteur zijn keuzen toe en plaatst hij kritische noten.
De verwijzende rechter twijfelt over de uitlegging van artikel 2 onder a van de Auteursrechtrichtlijn. De vraag is of de keuze van bepaalde woorden en de kritische noten, commentaren of toelichtingen creatief zijn en aldus de persoonlijkheid van de maker weerspiegelen of dat zij enkel blijk geven van zijn - voor auteursrechtelijke bescherming irrelevante - vakbekwaamheid en intellectuele inspanning. Daarnaast rijst de vraag of een kritische uitgave losstaat van het oorspronkelijke werk, dan wel daarmee samenvalt (gedeeltelijk vanwege de zichtbare bijdrage van de auteur in kritische noten en commentaar), omdat zij slechts een versie ervan is.
De A-G is duidelijk van mening dat bescherming van kritische uitgaven mogelijk is, mits aan de normale vereiste voor auteursrechtelijke bescherming is voldaan:
“De kritische publicatie van een publiek domein geworden werk, die tot doel heeft om de tekst van dat werk te reconstrueren, vergezeld van commentaar en het nodige kritisch apparaat, kan worden beschouwd als een werk dat alleen met toestemming van de auteur kan worden gereproduceerd, op voorwaarde dat die publicatie een intellectuele schepping van de auteur is die zijn persoonlijkheid weerspiegelt en blijk geeft van diens vrije en creatieve keuzen, en dat deze een voorwerp heeft dat voldoende nauwkeurig en objectief kan worden geïdentificeerd. Het staat aan de nationale rechter om in elk concreet geval na te gaan of dit het geval is.”