DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 14 september 2021
IEF 20185
HvJ EU ||
9 sep 2021
HvJ EU 9 sep 2021, IEF 20185; ECLI:EU:C:2021:713 (CIVC tegen GB), https://ie-forum.nl/artikelen/beantwoording-prejudici-le-vragen-over-bob-champagne

Beantwoording prejudiciële vragen over BOB 'Champagne'

HvJ EU 9 september 2021, IEF 20185, IEFbe; ECLI:EU:C:2021:713 (CIVC tegen GB) GB bezit verscheidene tapasbars in Spanje en maakt gebruik van het teken Champanillo. Dit teken wordt met name gebruikt in combinatie met een grafische drager waarop twee klinkende glazen met een mousserende drank zijn afgebeeld. CIVC is een orgaan dat de belangen van champagneproducenten behartigt. De oppositie die CIVC heeft aangetekend is toegewezen. Inschrijving van het teken zou onverenigbaar zijn met de beschermde oorsprongsbenaming 'Champagne'. De Spaanse rechter ging niet mee in dit oordeel. Champanillo zou als handelsnaam voor een horeca-etablissement geen gevaar opleveren voor de BOB 'Champagne'. De rechter in tweede aanleg stelde naar aanleiding hiervan prejudiciële vragen, met als belangrijkste of de omvang van de BOB ook bescherming mogelijk maakt tussen niet-soortgelijke producten. Het HvJ antwoordt bevestigend hierop en stelt dat ook de reputatie van het BOB 'Champagne' beschermd wordt, en dat diensten die hier enigszins mee te maken hebben ook onder de bescherming vallen. Verordening nr. 1308/2013 moet dus worden uitgelegd dat het BOB’s beschermt tegen handelingen die betrekking hebben op zowel producten als diensten.

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

44. Volgens vaste rechtspraak van het Hof dient bij de uitlegging van een Unierechtelijke bepaling niet alleen rekening te worden gehouden met de bewoordingen ervan, maar ook met de context ervan en de doelstellingen van de regeling waarvan zij deel uitmaakt (zie met name arrest van 6 oktober 2020, Jobcenter Krefeld, C‑181/19, EU:C:2020:794, punt 61 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

45. Met betrekking tot de bewoordingen van artikel 103, lid 2, onder b), van verordening nr. 1308/2013 moet worden opgemerkt dat een BOB volgens deze bepaling wordt beschermd tegen elk misbruik, elke nabootsing of elke voorstelling, zelfs indien de werkelijke oorsprong van het product „of de dienst” is aangegeven.

46. Hieruit volgt dat krachtens artikel 92 en artikel 93, lid 1, onder a), van deze verordening weliswaar alleen producten in aanmerking kunnen komen voor een BOB, maar dat de werkingssfeer van de door deze benaming verleende bescherming elk gebruik daarvan door producten of diensten omvat.

47. Een dergelijke uit de bewoordingen van artikel 103, lid 2, onder b), van verordening nr. 1308/2013 voortvloeiende uitlegging wordt bevestigd door de context van deze bepaling. Ten eerste blijkt namelijk uit overweging 97 van verordening nr. 1308/2013 dat de Uniewetgever met deze verordening BOB’s wilde beschermen tegen elk gebruik ervan door producten en diensten die niet onder deze verordening vallen. Ten tweede vermeldt overweging 32 van verordening nr. 1151/2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen – waarvan de relevante bepalingen, zoals in punt 32 van het onderhavige arrest is opgemerkt, vergelijkbaar zijn met die van verordening nr. 1308/2013 – tevens dat de bescherming van BOB’s tegen het misbruiken, nabootsen of voorstellen van de geregistreerde namen moet worden uitgebreid tot het dienstenverkeer, teneinde een hoog beschermingsniveau te garanderen en de bescherming af te stemmen op die welke voor de wijnsector geldt.