Collectief beheer auteurs- en naburige rechten stabiliseert; 2017 overgangsjaar
CvTA Jaarrapport 2016: Collectief beheer auteurs- en naburige rechten stabiliseert; 2017 overgangsjaar, september 2017 / 20 december 2017
Vertraging in oplevering toezichtrapport 2016 Het CvTA brengt het toezichtrapport over het verslaggevingsjaar 2016 uit. Het toezichtrapport geeft de resultaten weer van het toezicht op 18 Nederlandse collectieve beheersorganisaties (CBO’s) die de rechten beheren van onder andere (muziek)auteurs, muzikanten en uitvoerend kunstenaars, acteurs, film- en beeldmakers, uitgevers en filmproducenten.
Het is het derde toezichtrapport gebaseerd op de Wet toezicht die medio 2013 van kracht is geworden. Dit rapport over het boekjaar 2016 is verlaat als gevolg van het eerst op 30 oktober 2017 vaststellen van de jaarrekening 2016 van de grootste CBO: Buma Stemra. Dit werd veroorzaakt door een intern onderzoek naar onregelmatigheden in de financiële administratie, waartoe Buma Stemra begin 2017 opdracht gaf.
Omvang incasso
Het totale incassovolume van de sector, € 451 mln., stabiliseerde t.o.v. 2015 (€ 450 miljoen). Terwijl de incasso bij Nederlandse gebruikers steeg, onder andere door een toenemend aantal muziekfestivals en het weer op gang komen van vergoedingen door de kabelexploitanten, daalde de inkomsten uit het buitenland, als gevolg van minder uitgezonden hits en minder vertoonde filmwerken van Nederlandse auteurs, regisseurs en producenten.
Daarnaast kwam de incasso van Thuiskopiegelden op een meer normaal niveau, na een incidentele piek in 2014 en 2015 als gevolg van een schikking met de Staat over eerdere jaren.
Eisen transparantie en governance
De mate waarin de 18 onder toezicht staande CBO’s voldoen aan de vereisten op het gebied van transparantie voor met name rechthebbenden en betalingsplichtigen is ten opzichte van 2015 gestabiliseerd. Begin 2017 is de zeggenschap van de rechthebbenden in de CBO Videma definitief tot stand gebracht, na interventie door het CvTA via onder meer een aanwijzing en een last onder dwangsom. Hierdoor voldoen alle 18 CBO's aan de governance eisen zoals deze zijn gesteld in de Wet toezicht 2013.
Topinkomens
Ook de situatie ten aanzien van de Wet Normering Topinkomens (het zogeheten WNT-1 en WNT-2 regime) heeft zich in 2016 gestabiliseerd ten opzichte van 2015. Alle CBO's voldoen aan de WNT-normen, waarbij in 2016, net als in 2015, 7 topfunctionarissen bij totaal 3 CBO's bezoldigd worden boven de WNT-1 of WNT-2 norm. Voor deze topfunctionarissen, die reeds in dienst waren voorafgaande aan de inwerkingtreding van Wet toezicht 2013, loopt de wettelijke overgangsregeling tot 1 juli 2017 (WNT-1) en 1 januari 2019 (WNT-2). Net als in 2015 stemde het CvTA in 2016 in met een voorgenomen vertrekregeling van één topfunctionaris bij een CBO.
Kosten
Voor de sector van het collectief beheer als geheel blijft het kostenniveau in 2015 binnen de wettelijke grenzen van 15% kosten ten opzichte van de totale incasso-omvang en 15% kosten ten opzichte van de totale repartitie-omvang. Wel zijn de kostenratio's licht toegenomen ten opzichte van die in 2015. Net als vorige jaren slagen de CBO's er niet in om de zogeheten 'keten-kosten' binnen de drempelwaarde van 15% van de totale incasso te houden.
Keten-kosten zijn de gezamenlijke kosten van twee of meer CBO's die in een keten de incasso en de repartitie uitvoeren. Sinds 2013 heeft het College dit jaarlijks moeten constateren, zodat het College inmiddels van mening is dat het hier gaat om een structurele aangelegenheid. Het College acht dit onwenselijk en zal zich blijven inspannen om de CBO's, die bij deze ketenkosten zijn betrokken, te bewegen om de kosten beter te beheersen.
Nieuwe Wet toezicht
Het verslaggevingsjaar 2016 is het laatste jaar waarover het College toezicht heeft gehouden op de sector van het collectief beheer conform de Wet toezicht 2013. Op 26 november 2016 is een nieuwe Wet toezicht van kracht geworden, die de EU-Richtlijn voor het collectief beheer van Auteurs- en Naburige rechten implementeert. Deze nieuwe Wet toezicht stelt verdergaande eisen aan de CBO's op het gebied van governance, transparantie en verantwoording naar rechthebbenden en betalingsplichtigen, de financiële administratie en de snelheid waarmee de incasso over de rechthebbenden moet worden verdeeld. Daarnaast neemt het aantal CBO's onder toezicht toe en komen nieuwe organisaties onder een specifiek toezichtregime: de onafhankelijke beheersorganisaties (OBO's).
Het College heeft zich in 2016, in overleg met de sector van het collectief beheer, voorbereid op deze nieuwe Wet toezicht. Daartoe stelde het College begin 2017 een Beleidskader toezicht vast, waarin de nieuwe wettelijke eisen zijn vertaald naar meer concrete normen voor het
toezicht. Daarbij heeft het College 2017 aangewezen als overgangsjaar, waarbij de CBO's in de gelegenheid worden gesteld de opzet van hun functioneren, zijnde de inrichting en beschrijving van hun bestuur, organisatie, administratie en werkprocessen, aan te passen aan de
nieuwe eisen. In de jaren daarna zal het toezicht van het College erop gericht zijn om na te gaan of de CBO's ook in praktijk zo functioneren. Het College verwacht dit toezicht de komende jaren te kunnen uitvoeren met zo mogelijk een gedeeltelijk nieuw instrumentarium gericht op
een efficiënter en slagvaardiger optreden. Op grond van de evaluatie van de Wet toezicht 2013 die in 2016 is uitgevoerd heeft de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie in december 2016 maatregelen daartoe voorgesteld met de bedoeling deze op korte termijn in te passen in een wijziging van de Wet toezicht.