DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 7 oktober 2024
IEF 22273
||
12 sep 2024
12 sep 2024, IEF 22273; ECLI:EU:C:2024:751 (EUIPO tegen Neoperl AG), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-advocaat-generaal-pikamae-het-gerecht-heeft-zijn-bevoegdheid-overschreden

Conclusie Advocaat Generaal Pikamäe: het Gerecht heeft zijn bevoegdheid overschreden

Conclusie A-G 12 september 2024, IEF 22273, ECLI:EU:C:2024:751 (Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) tegen Neoperl AG) In zijn conclusie van 12 september 2024 heeft Advocaat Generaal Pikamäe gesteld dat het Gerecht van de Europese Unie haar bevoegdheid heeft overschreden en het arrest van 7 december 2022 vernietigd moet worden. Dit is in overeenstemming met de beslissing die het HvJEU 11 juli 2023 heeft genomen over dezelfde kwestie. Het arrest in dit geschil ging over de aanvraag van een Gemeenschapsmerk van het bedrijf Neoperl. Het EUIPO had besloten de aanvraag af te wijzen, het merk zou elk onderscheidend vermogen missen (art 7 lid 1onder b van de Gemeenschapsmerkenverordening). Vervolgens is Neoperl tegen deze beslissing in beroep gegaan. De kamer van beroep van het EUIPO heeft dit echter afgewezen. Het Gerecht oordeelde vervolgens dat het teken niet voldoet aan de voorwaarden van art 7 lid 1 onder a) jo. artikel 4 van de Gemeenschapsmerkenverordening. Waardoor art. 7 lid 1 onder b niet van toepassing kan zijn [zie IEF 21140]. Het EUIPO is tegen deze beslissing in beroep gegaan bij het HvJEU.

Pikamäe oordeelt in zijn conclusie over de argumenten die het EUIPO en het Gerecht hebben gegeven. EUIPO stelt dat het Gerecht artikel 72, lid 3, van de Uniemerkenverordening schend door ambshalve artikel 7 lid 1 onder a te toetsen. Dit zou namelijk buiten de bevoegdheid van het Gerecht vallen. Echter, het Gerecht beargumenteert dat artikel 7 lid 1 onder a moet worden onderzocht voordat het artikel dat daarna komt, namelijk artikel 7 lid 1 onder b, kan worden onderzocht. Pikamäe is het eens met de rechtsopvatting van het Gerecht, hij betoogt dat de bewoording, opzet, de betekenis en het doel van de bepalingen hier naar te wijzen. Pikmäe stelt echter dat er wel sprake is van een onjuiste rechtsopvatting doordat het Gerecht buiten haar bevoegdheid van ‘wijziging’ volgens artikel 72 lid 3 is gegaan. Het is de uitsluitende bevoegdheid van het EUIPO om te beoordelen over de feiten van de zaak. De bevoegdheid van het Gerecht is alleen toetsen of de beslissing die het EUIPO heeft gemaakt rechtmatig is. Hierdoor bepleit Pikmäe dat het arrest in zijn geheel moet worden vernietigd. Hoewel de onjuiste rechtopvatting duidelijk alleen aanwezig is in de beslissing van het Gerecht moet arrest ex novo worden besloten, door de argumenten van het Gerecht.

2. Beoordeling

a) Noodzaak om elke stap van de redenering van het bestreden arrest te onderzoeken

66. Het EUIPO verwijt het Gerecht in wezen dat het de hem bij artikel 72, lid 3, van verordening 2017/1001 verleende bevoegdheid tot wijziging heeft overschreden. In dit verband moet worden opgemerkt dat de juridische redenering die het Gerecht in het bestreden arrest heeft ontwikkeld, vrij ingewikkeld is. Om die reden is het op het eerste gezicht niet gemakkelijk om te bepalen waar de „oorspronkelijke” onjuiste rechtsopvatting in de argumentatie zich precies situeert. Alvorens zijn bevoegdheid tot wijziging uit te oefenen, moest het Gerecht namelijk een reeks voorafgaande rechtsvragen behandelen.

67.  Meer bepaald heeft het Gerecht ambtshalve in de eerste plaats een middel opgeworpen inzake schending van de werkingssfeer van de betrokken regeling en in de tweede plaats uitspraak gedaan over de prioritaire toepassing van de weigeringsgrond van artikel 7, lid 1, onder a), van verordening nr. 207/2009. Pas nadat het Gerecht had vastgesteld dat de kamer van beroep van het EUIPO aan deze gestelde prioritaire toepassing was voorbijgegaan, heeft het besloten de beslissing van de kamer van beroep te vernietigen. De door het Gerecht aangevoerde aspecten hangen nauw met elkaar samen en moeten dus grondig worden onderzocht.

68. Om de uiteengezette redenen lijkt het mij ter wille van de duidelijkheid essentieel om elke stap van de juridische redenering van het Gerecht die het voorwerp uitmaakt van de onderhavige hogere voorziening, te onderzoeken. De onderstaande analyse zal dus volgens deze stappen worden gestructureerd. Zoals ik zal uiteenzetten, moet in deze analyse worden ingegaan op juridische kwesties die nog niet in de rechtspraak van het Hof zijn behandeld. Het doel van de analyse zal erin bestaan het precieze punt vast te stellen waarop de redenering van het Gerecht afwijkt van de vereisten van het Unierecht, waardoor blijk wordt gegeven van een onjuiste rechtsopvatting die de vernietiging van het bestreden arrest rechtvaardigt.