8 apr 2025
Kopieer citeerwijze ||
Corrosion & Water-Control Shared Services B.V. tegen geïntimeerde tevens h.o.d.n. X Consultancy
Corrosion niet-ontvankelijk wegens ontbreken van zelfstandig belang bij bedrijfsgeheimen

Hof Den Haag 8 april 2025, IEF 22662; ECLI:NL:GHDHA:2025:498 (Corrosion tegen geïntimeerde). Corrosion & Water-Control Shared Services B.V. vordert in hoger beroep dat geïntimeerde wordt veroordeeld wegens het gebruiken en openbaar maken van bedrijfsgeheimen, het schenden van een geheimhoudingsbeding en het plegen van onrechtmatige concurrentie. Geïntimeerde was eerder als opdrachtnemer werkzaam voor Corrosion Offshore Wind Europe B.V. (COWE), een dochtermaatschappij van Corrosion. Na beëindiging van zijn opdracht zou hij betrokken zijn geraakt bij OES, een onderneming die zich richt op vergelijkbare offshore-projecten. Volgens Corrosion heeft hij daarbij vertrouwelijke informatie en knowhow van COWE gebruikt om klanten over te nemen of te benaderen. In eerste aanleg heeft Corrosion onder meer staking van de verweten handelingen, schadevergoeding en vernietiging van gegevens gevorderd. De rechtbank heeft die vorderingen afgewezen, waarna Corrosion in hoger beroep is gegaan.
Ten aanzien van de vorderingen op grond van de WBB oordeelt het hof dat Corrosion niet als houder van de bedoelde bedrijfsgeheimen kan worden aangemerkt. Zij noemt wel technische documenten, meetgegevens en ontwerpen, maar onderbouwt niet dat zij daar feitelijk over beschikt. Dat zij enig aandeelhouder van COWE is en zich presenteert als groepshoofd, is volgens het hof niet genoeg. Corrosion maakt niet duidelijk waarom zij zelf gerechtigd zou zijn tot deze informatie of welk zelfstandig belang zij heeft bij bescherming daarvan. Het hof wijst ook de vordering tot schadevergoeding wegens schending van het geheimhoudingsbeding af. In de overeenkomst van opdracht is vastgelegd dat bij overtreding alleen een boete verschuldigd is. Corrosion vordert echter geen boete, maar schadevergoeding. Zo’n vordering kan alleen worden toegewezen als de billijkheid dat duidelijk vereist. De omstandigheden die Corrosion heeft aangevoerd, zijn daarvoor niet voldoende onderbouwd. Zo is niet gesteld of gebleken dat zij om betaling van de boete heeft verzocht, of dat de boete ontoereikend zou zijn.
Het hof komt tot de conclusie dat Corrosion niet-ontvankelijk is in haar vorderingen op grond van onrechtmatige daad en de Wet bescherming bedrijfsgeheimen. De overige vorderingen worden ook afgewezen. Het eerder gelegde bewijsbeslag blijft van kracht. Gelet op de aard en de intensiteit van het geschil acht het hof het niet uitgesloten dat Corrosion in de toekomst alsnog belang krijgt bij de beslagen gegevens, of dat COWE zelf een procedure zal starten. Opnieuw beslag moeten leggen zou in dat geval niet doelmatig zijn. Het hof bekrachtigt het vonnis, wijst de overige vorderingen af, veroordeelt Corrosion in de kosten van het principaal hoger beroep en compenseert de kosten in het incidenteel hoger beroep.
34. Corrosion heeft daarover niet meer gesteld dan dat zij als groepshoofd houdster is van alle bedrijfsgeheimen van het concern en feitelijk (indirect) bezitter van de bedrijfsgeheimen is, en dit haar actiegerechtigd maakt ten aanzien van het instellen van haar vorderingen op grond van het gemene recht en de WBB. Het hof acht dit onvoldoende en verwerpt dit standpunt. Het gaat hier om gegevens van de bedrijfsvoering van specifiek COWE, niet die van Corrosion. Volgens Corrosion heeft zij een zelfstandig recht en baseert zij zich niet op van COWE verkregen rechten (r.o. 26.3). [geïntimeerde] heeft er op gewezen dat Corrosion niet meer is dan een houdstermaatschappij. Daar is Corrosion niet op ingegaan. Waarom met welk doel en hoe Corrosion als houdstermaatschappij toch over bedoelde specifieke bedrijfsgeheimen van COWE zou beschikken is niet toegelicht. Ook heeft zij niet toegelicht hoe zij enerzijds een zelfstandig recht zou hebben en anderzijds als (indirect) bezitter moet worden beschouwd.
42.1 Hiervoor (r.o. 14.1) is al geoordeeld dat Corrosion zelf niet actief is als aanbieder van enig ICCP- systeem of zich anderszins bezig houdt met activiteiten of belangen die concurrerend zijn met die van [geïntimeerde] en OES. Corrosion is slechts een houdstermaatschappij. Het feit dat zij enig aandeelhouder is van COWE maakt dit niet anders. In de onderbouwing van het bestaan van bedrijfsgeheimen wijst Corrosion uitsluitend op de activiteiten van COWE. Echter, dit is een belang van COWE, niet van Corrosion.