Gepubliceerd op dinsdag 14 juni 2022
IEF 20779
Rechtbank Rotterdam ||
13 jun 2022
Rechtbank Rotterdam 13 jun 2022, IEF 20779; ECLI:NL:RBROT:2022:4576 (Postfilter c.s. tegen de Gemeente), https://ie-forum.nl/artikelen/definitie-ongeadresseerd-reclamedrukwerk-is-een-wijziging

Definitie ongeadresseerd reclamedrukwerk is een wijziging

Vzr. Rechtbank Rotterdam 13 juni 2022, IEF 20779, RB 3661; ECLI:NL:RBROT:2022:4576 (Postfilter c.s. tegen de Gemeente) Kort geding. Stichting Postfilter wil de mogelijkheid aan consumenten in Nederland aanbieden om vast te leggen welk geadresseerd reclamedrukwerk men niet meer wenst te ontvangen en bedrijven en maatschappelijke organisaties in staat te stellen om deze voorkeuren te respecteren. De regulering van stichting Postfilter is vastgelegd in de Code Postfilter (2021), en maakt deel uit van de Nederlandse Reclame Code. In het bestaande opt-in systeem, werd post, voorzien van een adres, maar zonder naam of aanduiding zoals ‘aan de bewoners van’ aangemerkt als geadresseerde post.

De wijziging in de 'Achtste wijziging van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Rotterdam' heeft tot gevolg dat deze post ook als ongeadresseerd reclamedrukwerk wordt aangemerkt. Er is sprake van een wijziging (ten opzichte van de Zevende wijziging) en geen verduidelijking. De voorzieningenrechter stelt de Achtste wijziging van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Rotterdam buiten werking voor de duur van een binnen twee weken na heden aanhangig te maken bodemprocedure, waarin een oordeel wordt gevraagd over de verbindendheid van de Achtste wijziging van de Afvalstoffenverordening.

4.8. Aan de Gemeente kan worden toegegeven dat zij een autonome verordenende bevoegdheid heeft. Die bevoegdheid wordt echter (mede) begrensd door eisen op grond van algemene rechtsbeginselen. Door geen onderzoek te doen naar de gevolgen van de wijziging en geen nadere en uitgebreide toelichting daarop te geven, heeft de Gemeente in strijd gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Hiervoor is geoordeeld dat sprake is van een materiële wijziging. De Gemeente heeft dat niet onderkend en, vermoedelijk daardoor, geen onderzoek gedaan of laten doen naar de gevolgen van die wijziging. Dat mocht, gelet op het feit dat het een wezenlijke wijziging betrof, wel van de Gemeente worden verwacht. Daarnaast heeft de Gemeente nagelaten toe te lichten waarom wordt afgeweken van de landelijke door de Rijksoverheid, de Reclame Code Commissie en de Consumentenbond gehanteerde, en na overleg tot stand gekomen, definitie van ongeadresseerd reclamedrukwerk. De voorzieningenrechter verwijst verder nog naar het oordeel in 4.5.3. dat inhoudt dat de Gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat andere gemeenten dan Rotterdam afwijkende definities hanteren. Dat een en ander, mogelijk, het gevolg is van het niet juist duiden van het karakter van de wijziging, komt voor rekening en risico van de Gemeente.

4.9. Uit het vorenstaande vloeit voort dat, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, aannemelijk is dat de Achtste wijziging van de Verordening in een bodemprocedure onverbindend wordt verklaard. Dat leidt tot toewijzing van de vordering onder (i). Die veroordeling komt, gelet op het toetsingskader, materieel neer op een verbod dat ertoe strekt dat de Gemeente zich heeft te onthouden van gedragingen die op de Achtste wijziging van de Verordening zijn gegrond. De andere gronden die Postfilter c.s. heeft aangevoerd, behoeven gelet op deze uitkomst geen verdere bespreking.