Dirk Visser - Met de groeten uit Cordoba!
Een eerste reactie op de conclusie van AG Campos Sanchez-Bordona van 25 april 2018 in de zaak van Dirk Renckhoff tegen het Land Nordrhein-Westfalen, IEF 17655, ECLI:EU:C:2018:279. ‘Nog niet zo lang geleden maakten leerlingen in scholen werkstukken over een bepaald thema op kartonnen platen, die zij gewoonlijk met foto’s, afbeeldingen en tekeningen uit boeken en tijdschriften illustreerden. Wanneer deze werkstukken klaar waren, werden zij in de scholen tentoongesteld (tot genoegen van de ouders), gewoonlijk zonder dat de auteurs van die afbeeldingen voor dat gebruik een vergoeding eisten’.
Na deze eerste zin weet je al dat het niet goed gaat aflopen voor de eisende fotograaf. Het recht wordt vaak gevormd (of misvormd) door extreme zaken 'Hard cases make bad law' (Vgl. de conclusie in Opel/Autec, punt 37: “Kleine auto’s zijn de „Madeleine van Proust” geworden voor volwassenen die hun ervaringen als kind in korte broek herbeleven en hun dromen vrij spel laten”).
De meeste mensen (die zich niet bevinden op de extreme rechtervleugel van Pictoright) zullen meer sympathie hebben voor de ‘leerlinge van de Gesamtschule Waltrop in het Land Nordrhein-Westfalen’ die een foto van de stad Cordoba in haar werkstuk opnam dat online werd gezet, dan voor Dirk Renckhoff die voor dat feit een schadevergoeding wil hebben.
Het lijkt goed verdedigbaar dat in een geval als dit geen of nauwelijks sprake is van schade, dat het mogelijk onder een beperking (citaatrecht) valt, of dat een of andere redelijksheidsnorm, afweging tegen een grondrecht, of een misbruik van recht-bepaling hier aan een schadeclaim of zelfs aan een verbod in de weg staat.
Maar dat is de vraag niet. De vraag is of er sprake is van een ‘mededeling aan het publiek’, oftewel van een openbaarmaking.
En hier gebeurt vervolgens wat heel vaak gebeurt bij het HvJ EU de ‘good guy’ (in dit geval the ‘good girl’) moet winnen, en dus wordt het Hof creatief en rommelt wat met de criteria en komt weer met wat nieuwe criteria (de ‘subjectieve aspecten’).
Nu is het weer een nieuwe cocktail met als basis (geen) ‘nieuw publiek’ (want de foto stond al online) en, (geen) winstoogmerk. Deze ingrediënten waren al bekend (o.a. uit GS Media).
Nu blijkt ineens ook relevant het ‘bijkomstig karakter van het fotografisch werk ten opzichte van het werkstuk van de leerling’ (#citaatrecht?), het niet hebben van ‘klanten’ en dat de foto online stond “zonder waarschuwing betreffende beperkingen op het gebruik ervan”. #formaliteitenverbod?
De AG vond eigenlijk dat de foto van Cordoba niet eens een werk is (punt 53-58) én dat het onder de onderwijs-exceptie zou moeten vallen (punt 109-117).
En hij concludeert:
„Het plaatsen op de website van een school, zonder winstoogmerk en met bronvermelding, van een werkstuk dat een voor alle internetgebruikers vrij en kosteloos toegankelijke foto bevat, vormt, wanneer die foto zich reeds zonder waarschuwing betreffende beperkingen op het gebruik ervan op de website van een reismagazine bevond, geen beschikbaarstelling voor het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.”
Tijdens het IE Zomer Forum op 28 juni (Max Douchegoot in Cordoba) gaan we het er uitgebreid over hebben.