26 okt 2018
Domeinnaamhouder faciliteert doelbewust dat een auteur anoniem onrechtmatige content kan plaatsen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 26 oktober 2018, IEF 18065; ECLI:NL:RBMNE:2018:5205 (eiser tegen 1337 Services) Rechtspraak.nl: Gedaagde, domeinnaamhouder, handelt onrechtmatig gelet op de omstandigheden van het geval. De domeinnaamhouder faciliteert doelbewust dat een auteur anoniem content kan plaatsen op een website, waarvan hij speciaal met dat doel domeinnaamhouder wordt. Hij is gewezen op het onrechtmatige karakter van de content die de auteur op die website heeft geplaatst. Het ging daarbij om ongefundeerde beschuldigingen jegens eisers van betrokkenheid bij o.a. moord. De domeinnaamhouder weigert die content te verwijderen of de website buiten gebruik te stellen, terwijl hij daar feitelijk toe in staat is. Verstekverlening, gedaagde wordt veroordeelt om alle berichtgeving over eisers en [naam] weergegeven op de website die hangt onder de domeinnaam te verwijderen. Dit vonnis treedt in de plaats van een zelfstandig verzoek van gedaagde aan SIDN tot onmiddellijke buitengebruikstelling van de website.
3.4. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Als onbetwist staat vast dat de artikelen over eisers en hun onderneming die zijn gepubliceerd op de website onrechtmatig zijn. Ook staat vast, nu dit niet is betwist, dat de auteur van deze artikelen niet is te achterhalen door een constructie die gedaagde (onder de naam [bedrijf 2] ) aanbiedt. Eisers zagen zich daardoor genoodzaakt de eerstvolgende in de keten van auteur tot – uiteindelijk – SIDN aan te spreken en dat is de domeinnaamhouder, gedaagde. Eisers hebben niet gesteld dat gedaagde ook de hostingprovider is. Of dat het geval is, kan in het midden blijven in het licht van het volgende. Indien gedaagde ook de hostingprovider is, is zij aansprakelijk op grond van artikel 6:196c lid 4 BW. Indien gedaagde dit niet is, acht de voorzieningenrechter haar aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW (voor zover vereist in combinatie met artikel 6:196c lid 5 BW). Gedaagde heeft er namelijk door de constructie op naam van [bedrijf 2] voor gezorgd dat de auteur van de artikelen onbekend blijft en zij heeft niet adequaat gehandeld nadat zij ermee bekend is geworden dat deze auteur onrechtmatige content heeft geplaatst op de website die onder haar domeinnaam hangt, terwijl eisers onbetwist hebben gesteld dat gedaagde de artikelen kan verwijderen en de website buiten gebruik kan stellen. Sterker, gedaagde heeft – toen zij door eisers werd aangeschreven – slechts gereageerd door een link te mailen van een filmpje op YouTube van een sketch uit de serie “Little Britain” met het thema “computer says no”. Dit bevestigt de indruk dat gedaagde doelbewust faciliteert dat auteurs anoniem en zonder consequenties onrechtmatige content kunnen plaatsen op de websites die hangen onder de domeinnamen van gedaagde. Hierdoor handelt gedaagde zelfstandig in strijd met wat volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is en dit gedrag is haar toe te rekenen. Bovendien is – onbetwist – gesteld dat eisers door dit handelen schade lijden. Ook het ongeoorloofde gebruik van het portret van eisers is onrechtmatig jegens hen.
3.5. Als eisers de auteur van de artikelen hadden kunnen aanspreken, zou deze zijn veroordeeld om de artikelen over eisers op de website te verwijderen. Nu gedaagde dit onmogelijk maakt en zij (daardoor) zelf onrechtmatig handelt, ligt het in de rede om gedaagde hiertoe te veroordelen. Eisers hebben de verwijdering van de artikelen weliswaar subsidiair gevorderd, maar de voorzieningenrechter vindt het passend om dit – als het mindere van het primair gevorderde – eerst toe te wijzen. Eisers vorderen ook dat gedaagde toekomstige artikelen verwijdert en verwijderd houdt. De voorzieningenrechter begrijpt dit als een vordering tot het verbieden van het plaatsen van nieuwe berichtgeving met dezelfde strekking als de huidige artikelen en zal deze vordering op die manier toewijzen.
3.6. Voor het geval gedaagde de artikelen niet verwijdert, wordt gedaagde – zoals ook primair is gevorderd – veroordeeld om mee te werken aan het buitengebruikstellen van de gehele website. Deze maatregel is passend gelet op de schadelijke gevolgen voor eisers als de artikelen openbaar toegankelijk blijven en gelet op de omstandigheid dat de rest van de inhoud van de website bestaat uit artikelen die rechtstreeks zijn overgenomen van andere websites, bijvoorbeeld van de website van Het Parool, zoals onbetwist is gesteld door eisers. De andere artikelen op de website leggen daarom geen gewicht in de schaal bij de afweging van de hier over en weer spelende belangen.
3.7. Mocht gedaagde niet meewerken aan het buitengebruikstellen van de website, dan treedt dit vonnis in de plaats van de benodigde medewerking en geldt dit vonnis als een verzoek namens gedaagde aan SIDN tot buitengebruikstelling van de website.