DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 26 juni 2017
IEF 16898

Erik Thijssen - SER en Raad voor Cultuur: inkomenscultuur moet verbeteren

Erik Thijssen, 'SER en Raad voor Cultuur: inkomenscultuur moet verbeteren', SENA Performers Magazine 2017-2, p. 22. In een uniek tweede gezamenlijk advies (de instanties werkten niet eerder op deze wijze samen) kwamen eind april de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Raad voor Cultuur met concrete voorstellen om het verdienvermogen in de sector te vergroten, de inkomenszekerheid te verbeteren, scholing te bevorderen en het overleg tussen werkgevers en de vakbeweging te versterken. Om de zwakke positie van werkenden op de arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector te verbeteren, is er een breed pakket aan maatregelen nodig.

In een eerdere ‘arbeidsmarktverkenning cultuur’ van januari vorig jaar hadden de SER en de Raad voor Cultuur al vast- gesteld dat de arbeidspositie van veel werkenden in de culturele en creatieve sector zorgwekkend is. Onder meer op basis van het door Sena, Norma, FNV en Ntb geïnitieerde inkomensonderzoek ‘Pop wat levert het op?’ en vergelijkbare onderzoeken in diverse cultuursectoren. Veel banen zijn verdwenen en de inko- mens zijn laag. Vaak hebben mensen een beperkte toegang tot essentiële voorzie- ningen zoals scholing, verzekeringen en pensioen. “Toch werken creatieven altijd door, ook als ze weinig geld verdienen. Dat maakt hun positie op de arbeids- markt kwetsbaar,” zo constateren beide instanties. SER-voorzitter Mariëtte Hamer: “De culturele sector is een bij- zondere sector en kunst en cultuur zijn essentieel voor onze samenleving. Maar de waarde die de sector creëert, komt lang niet altijd bij de makers terecht. De sector moet daarom nu in actie komen, waar nodig samen met de overheid.”

HOOG POLDERGEHALTE
Anita Verheggen van de Ntb en be- stuurslid van Sena Performers: “De diagnose van de raden klopt. Jammer dat de voorgestelde maatregelen zo’n hoog poldergehalte hebben: een landelijk platform om best practices uit te wisse- len, een onderzoek naar de mogelijkhe- den om onderhandelen voor zzp’ers toe te staan (nu verboden door het mededin- gingsrecht, red.), een versterking van de sociale dialoog door een betere samen- werking van de belangenverenigingen en een code goed werkgeverschap om de beloning van kunstenaars te verbe- teren. Het zijn in aanleg goed bedoelde voorstellen, maar je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat de raden met een veel steviger en concreter pakket maatregelen hadden kunnen komen.” Het lijkt het nadeel van een pakket afkomstig uit de gehele branche. Hoewel de SER-voorzitter vooral de sector zelf lijkt op te roepen in actie te komen, is nu misschien eerder de overheid aan zet.

PASSENDE REGELINGEN
De voorzitter van de Raad voor Cultuur, Marijke van Hees, bevestigt dat ten dele: “Wij hebben samen met de SER intensief naar allerlei concrete oplos- singen gezocht om de arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector een duwtje in de goede richting te geven. De bal ligt nu bij de sector, maar zeker ook bij de overheid die wij oproepen te investeren in een bloeiend cultureel leven.” Maar vooral lijken voorwaar- descheppende wetgeving (uitzondering op het mededingingsrecht) en passende regelingen nodig, zoals het door Sena voorgestelde investeringsfonds pop, bij de popmuziek passende subsidiere- gelingen en een herintroductie van de WWIK. Verheggen: “Al die overleggen zijn mooi en we steken er veel tijd in. De Ntb en Kunstenbond zijn bijvoorbeeld ook betrokken bij overleg van Kunsten ‘92 dat eind van het jaar met een verdere uitwerking van adviezen moet komen. Dat is een lobby van de lange adem die langzaam vruchten begint af te werpen. Maar het wordt hoog tijd het Neder- landse overlegcircuit te verruilen voor praktische maatregelen. Er zal een kun- stenaarsbeleid moeten worden ontwik- keld dat duurzame kunstenaarscarrières faciliteert. Dat is jarenlang een politiek taboe geweest. Het vorige kabinet heeft vooral geld gestoken in allerlei adviezen en adviestrajecten. Daaraan hebben we deelgenomen. Nu wordt het tijd voor daadwerkelijk handelen voordat muziek maken of werken in andere kunstvor- men echt alleen nog maar een veredelde hobby is geworden.”