26 mei 2016
Uitspraak ingezonden door Margriet Koedooder, De Vos & Partners.
Geen agentuurovereenkomst nu uit de bepalingen afgeleid kan worden dat 7-Agency het debiteurenrisico draagt
Ktr. Rechtbank Oost-Brabant 26 mei 2016, IEF 15998 (7-Agency tegen X)
Kwalificatie (agentuur)overeenkomst. Debiteurenrisico. (Vgl. IEF 14886 / 13934 / 8748 / 14138 / 14136). 7-agency vordert o.m. een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen partijen gekwalifcieerd moet worden als agentuurovereenkomst en dat X deze onrechtmatig (zonder inachtneming van de contractuele opzeggingstermijn van 2 maanden) heeft beeindigd (r.o. 1.1). X stelt dat de overeenkomst niet als agentuuroverenkomst gekwalificeerd kan worden ondanks dat het in de bepalingen van het contract zo wordt aangeduid.
De kantonrechter is van oordeel dat de gesloten overeenkomst niet als agentuurovereenkomst gekwalificeerd kan worden nu uit de bepalingen blijkt dat ten aanzien van de prestatie die aan de opdrachtgever geleverd moet worden (i.c. het optreden van de dj) 7-Agency bepaalt of deze geleverd wordt, waardoor zij ook het debiteurenrisico draagt (r.o. 5.2).
De kantoonrechter acht zich onbevoegd kennis te nemen van het geschil nu de vordering van gedaagde in reconventie meer dan € 25.000 bedraagt en verwijst de zaak naar de civiele kamer van de rechtbank (r.o. 6 en 7).