DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 1 november 2023
IEF 21754
Hof 's-Hertogenbosch ||
19 sep 2023
Hof 's-Hertogenbosch 19 sep 2023, IEF 21754; ECLI:NL:GHSHE:2023:2976 (Beheer B.V. tegen Bedrijven B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-schending-van-de-samenwerkingsovereenkomst-over-drijvende-huizen

Geen schending van de samenwerkingsovereenkomst over drijvende huizen

Hof Den Bosch 19 september 2023, IEF 21754; ECLI:NL:GHSHE:2023:2976 (Beheer B.V. tegen Bedrijven B.V.). Partijen hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan Bedrijven B.V. voor Beheer B.V. een aantal luxe boten zou bouwen. Volgens Beheer B.V. heeft Bedrijven B.V. een de IE-bedingen, exclusiviteitsbepalingen en in de overeenkomst overtreden door ‘houseboats’ te bouwen ten behoeve van derden. Volgens Bedrijven B.V. heeft zij de overeenkomst niet geschonden, omdat het haar vrijstond om voor derden ‘houseboats’ te ontwikkelen en te bouwen die afwijken van de luxe boten die voor Beheer B.V ontwikkeld moesten worden. Het hof oordeelt dat geen sprake is van schending van de samenwerkingsovereenkomst door Bedrijven B.V., omdat onvoldoende feiten en omstandigheden zijn aangevoerd op grond waarvan kan worden aangenomen dat exclusiviteit zich uitstrekte over andere schepen dan de luxe boten. Doordat de intellectuele eigendoms- en geheimhoudingsbedingen slechts zagen op de luxe boten, zijn ook deze bedingen niet geschonden door Bedrijven B.V. De overige vorderingen van Beheer B.V. zijn gestoeld op de gestelde schending van de overeenkomst. Doordat geen sprake is van schending van de overeenkomst, komt het hof niet toe aan beoordeling hiervan. De vorderingen van Beheer B.V. worden afgewezen.

3.20.

Uitgaande van een beperkte reikwijdte van het exclusiviteitsbeding is naar het oordeel van het hof geen sprake van een schending door [geïntimeerde] van de samenwerkingsovereenkomst doordat [geïntimeerde] de schepen genaamd Floating en MarinHome heeft gebouwd en geleverd aan derden. De omstandigheid dat door [geïntimeerde] verschillende uitvoeringen van deze schepen zijn gebouwd, betekent niet dat deze daarom zijn aan te merken als ‘Comfortship of daarmee vergelijkbare producten’ als bedoeld in art. 3.2 van de samenwerkingsovereenkomst. [appellante] stelt weliswaar dat schepen als Floating en MarinHome vergelijkbare producten zijn, maar zij voert ter onderbouwing van haar stelling onvoldoende concrete feiten en omstandigheden aan. [geïntimeerde] heeft gemotiveerd betwist dat beide houseboats vergelijkbaar zijn met de Starline. Daarbij heeft [geïntimeerde] gewezen op uiterlijke en technische verschillen tussen de MarinHome en de Starline, zoals de aanwezigheid van een gangboord, het soort onderstel, de lengte en de inrichting van het dek. Ten aanzien van de Floating heeft [geïntimeerde] gewezen op het deskundigenrapport van Dutch Marine Project B.V. (hierna: DMP) van 7 januari 2020. DMP heeft onderzoek gedaan naar de (technische) verschillen tussen de Floating 44 en de Starline en concludeert dat de Floating 44 niet vergelijkbaar is met de Starline. [appellante] heeft hiertegenover onvoldoende naar voren gebracht om aan te nemen dat de verschillende varianten van de MarinHome en Floating kwalificeren als ‘Comfortship of daarmee vergelijkbaar producten’ als bedoeld in art. 3.2 van de samenwerkingsovereenkomst. De stellingen van [appellante] schieten tekort, waarbij het hof opmerkt dat [appellante] heeft nagelaten - ook in hoger beroep - om een objectief rapport van een deskundige in het geding te brengen waaruit andere conclusies en / of bevindingen blijken. 

3.21.

Nu ook art. 9 (geheimhouding) en art. 10 (intellectuele eigendom) zien op het Comfortship Starline zoals bedoeld in art. 1 en bijlage 1 van de samenwerkingsovereenkomst is evenmin sprake van een schending door [geïntimeerde] van deze artikelen van de overeenkomst vanwege de ontwikkeling, bouw, productie en levering aan derden van de schepen genaamd MarinHome en Floating.