DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 28 november 2025
IEF 23125
||
22 okt 2025
22 okt 2025, IEF 23125; ECLI:NL:RBMNE:2025:6129 ([eiseres] tegen [gedaagde]), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-sprake-van-auteursrechtinbreuk-in-tijdschrift-over-klassieke-auto-s

Geen sprake van auteursrechtinbreuk in tijdschrift over klassieke auto's

Rb. Midden-Nederland 22 oktober 2025, IEF 23125; ECLI:NL:RBMNE:2025:6129 ([eiseres] tegen [gedaagde]). [eiseres] geeft in Nederland twaalf keer per jaar een tijdschrift over klassieke auto’s uit. [gedaagde] gaf ook een tijdschrift over klassieke auto’s uit, dat zes keer per jaar in Zwitserland verschijnt. [eiseres] leverde sinds 2010 redactioneel materiaal en DTP-diensten aan [gedaagde]. Na een ruzie is de samenwerking geëindigd. [gedaagde] heeft hierna nog wel foto's gebruikt. Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] de overeenkomst onregelmatig opgezegd door geen opzegtermijn te hanteren. Ook stelt [eiseres] zich op het standpunt dat [gedaagde] inbreuk maakt op het auteursrecht op redactionele artikelen en foto’s van [eiseres], door deze na opzegging van de overeenkomst voor het tijdschrift (digitaal) te gebruiken.  

De rechtbank stelt vast dat sprake was van een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd. [gedaagde] heeft deze overeenkomst in januari 2024 zonder opzegtermijn beëindigd, wat de rechtbank als onregelmatige opzegging aanmerkt. Daarom moet [gedaagde] een schadevergoeding betalen, overeenkomend met een redelijke opzegtermijn van 12 maanden. De overige vorderingen van [eiseres], die waren gebaseerd op auteursrechtinbreuk, worden afgewezen. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] het materiaal tijdens de opzegtermijn mocht blijven gebruiken, en dat het digitale hergebruik conform de bestaande afspraken was. Er was dus geen sprake van inbreuk. Beide partijen dragen hun eigen proceskosten. 

4.34. De rechtbank gaat nog kort in op het volgende. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat de artikelen en foto’s die [gedaagde] had afgenomen voor een eenmalige gedrukte editie van ‘ [naam 2] ’ waren bedoeld en per keer dat deze in ‘ [naam 2] ’ werden gebruikt moesten worden afgerekend, en dat [gedaagde] dat materiaal (daarom) niet digitaal mocht gebruiken door oude, al uitgebrachte, edities van ‘ [naam 2] ’ via de Website aan te bieden en artikelen en foto’s die zij via [eiseres] had verkregen op de Website te zetten. De rechtbank gaat hier niet in mee: een afspraak dat [gedaagde] afgenomen artikelen en foto’s niet (ook) digitaal mocht hergebruiken, blijkt nergens uit. Bovendien, zo stelt [gedaagde] en [eiseres] heeft dit niet gemotiveerd betwist, konden zowel digitale als gedrukte versies van ‘ [naam 2] ’ al sinds februari 2023 op de Website worden besteld. Dit kon via een digitaal abonnement en het was gratis voor abonnementen die de gedrukte edities van ‘ [naam 2] ’ ontvingen. Hiervan was [eiseres] op de hoogte en zij heeft daar tot de opzegging door [gedaagde] nooit een punt van gemaakt.