DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 21 maart 2018
IEF 17572
Hof Den Haag ||
20 mrt 2018
Hof Den Haag 20 mrt 2018, IEF 17572; (Organik tegen Dow), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-staking-van-executie-inzage-door-deskundigen-rondom-bedrijfsgeheimen

Uitspraak ingezonden door Rik Lambers, Richard Ebbink, Mark van Gardingen, Paul Marcelis, Alexander de Leeuw, Brinkhof.

Geen staking van executie inzage door deskundigen rondom bedrijfsgeheimen

Hof Den Haag 20 maart 2018, IEF 17572 (Organik tegen Dow) Bedrijfsgeheimen. De grieven van Organik treffen geen doel en het vonnis moet worden bekrachtigd. Door de inzender: In zijn eerdere arresten bepaalde het hof [IEF 16638, IEF 16142] dat Dow ex art. 843a Rv inzage kreeg in een deel van bij Organik wegens misbruik van Dows bedrijfsgeheimen in beslag genomen materiaal en dat het beslag op een ander deel diende te worden opgeheven. Ter uitvoering van die opheffing en inzage stelde het hof twee deskundigen aan (namelijk een IT-deskundige en een chemisch deskundige: prof. Hungenberg). Nadat de executie van de arresten was aangevangen, verzocht Organik de Rotterdamse voorzieningenrechter die executie (deels) te staken, en stelde Organik verschillende vorderingen in m.b.t. de wijze van inzage door de deskundigen. De Rotterdamse Voorzieningenrechter heeft het door Organik gevorderde in al haar onderdelen afgewezen [ECLI:NL:RBROT:2017:7041]. Het hof verwerpt de grieven van Organik en bekrachtigt het hof het vonnis van de Rotterdamse voorzieningenrechter. Het hof overweegt o.a. dat:

- zijn eerdere bevel tot inzage in een e-mailbox op een buitenlandse server geen feitelijke of juridische misslag betreft (r.o. 4.1-4.7);
- dat er geen grond is voor schorsing van de inzage in bepaalde door de deskundige geselecteerde documenten, omdat die niet kunnen worden aangemerkt als correspondentie tussen Organik en haar advocaten en ‘een redelijk denkend en handelend deskundige’ kon oordelen dat die documenten onvoldoende betrekking hebben op een Amerikaanse (ITC) procedure (r.o. 4.8-4.10);
- Dow de deskundige kan instrueren eerst een beperkter en daarna een uitgebreider onderzoek te verrichten (r.o. 4.11);
- het de deskundige vrijstaat Dow te verzoeken bepaalde informatie t.b.v. de uitvoering van zijn onderzoek te verstrekken, en dat Dow aan dat verzoek gehoor kan geven (r.o. 4.12).