DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 5 oktober 2006
IEF 2833
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Gerri/Kerry Spring

(herkomstaanduiding)

HvJ EG 7 januari 2004, zaak C-100/02, Gerolsteiner Brunnen/Putsch; Gerri/Kerry
Artikel 6 lid 1 sub b Merkenrichtlijn

Auditief verwarringsgevaar tussen herkomstaanduiding en merk is niet bepalend, het gaat er om of het gebruik in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.

Gerolsteiner Brunnen maakte op grond van haar woordmerk ‘Gerri’ voor mineraalwater bezwaar tegen het feit dat Putsch in Duitsland frisdranken op de markt brengt met etiketten met de woorden ‘Kerry Spring’. Deze dranken worden door de Ierse vennootschap Kerry Spring Water met water van de bron Kerry Spring geproduceerd en gebotteld te Bally-ferriter, in het graafschap Kerry in Ierland.

IER 2004/29, m.nt. JK

‘Het enkele feit dat er auditief verwarringsgevaar bestaat tussen een in een lidstaat ingeschreven woordmerk en een aanduiding van de plaats van herkomst in een andere lidstaat volstaat bijgevolg niet om te besluiten dat het gebruik van deze aanduiding in het economisch leven niet in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken. De kans dat er een of andere fonetische overeenstemming bestaat tussen een in een lidstaat ingeschreven merk en een aanduiding van de plaats van herkomst in een andere lidstaat, is immers reeds aanzienlijk in een Gemeenschap van vijftien lidstaten met een grote taalkundige verscheidenheid, en zal nog groter worden na de volgende uitbreiding.’ (Ov. 25).

‘Artikel 6, lid 1 sub b [Merkenrichtlijn] moet aldus worden uitgelegd dat, wanneer er auditief verwarringsgevaar bestaat tussen een in een lidstaat ingeschreven woordmerk enerzijds, en een aanduiding, in het economisch verkeer, van de plaats van herkomst van een product afkomstig uit een andere lidstaat anderzijds, de merkhouder het gebruik van de herkomstaanduiding krachtens artikel 5 [Merkenrichtlijn] slechts kan verbieden indien dit gebruik niet in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. In dat verband dient de nationale rechter over te gaan tot een algemene beoordeling van alle omstandigheden van de zaak.’ (Dictum).

‘Voor deze rechter zouden met betrekking tot drank in flessen met name onder meer de vorm en de etikettering van de fles in aanmerking te nemen omstandigheden vormen, meer in het bijzonder om te beoordelen of de producent van de drank met de geografische herkomstaanduiding daden van oneerlijke mededinging stelt ten aanzien van de merkhouder.’ (Ov. 26).