Gepubliceerd op woensdag 20 januari 2010
IEF 8536
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Handelspraktijken

HvJ EG, 14 januari 2010, zaak C-304/08, Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV tegen Plus Warenhandelsgesellschaft mbH (prejudiciële vragen Bundesgerichtshof, Duitsland).

Richtlijn Oneerlijke handelspraktijken. Algemene nationale regeling volgens welke handelspraktijken waarbij deelneming van consumenten aan spel afhankelijk wordt gesteld van aankoop van goed of dienst, in beginsel verboden is. Een dergelijke wettelijke regeling die iets in beginsel verbiedt voldoet echter niet aan de door de richtlijn gestelde vereisten.

Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht: Richtlijn 2005/29/EG (…) betreffende oneerlijke handelspraktijken (…) moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die handelspraktijken waarbij de deelneming van de consument aan een prijsvraag of spel afhankelijk wordt gesteld van de aankoop van een goed of een dienst, in beginsel verbiedt, zonder rekening te houden met de specifieke omstandigheden van het concrete geval.

Lees het arrest hier.