Gepubliceerd op maandag 1 februari 2010
IEF 8566
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Hedendaagse Hyster

Vzr. Rechtbank Amsterdam, 29 januari 2010, Bomecon Construction-Equipment B.V. tegen Van Gerwen Werkmaatschappij B.V. (met dank aan Meta Kuyvenhoven, Versteeg Wigman Sprey).

Slaafse nabootsing. Eiser verhuurde ooit haar Op-Steker Gevelsteker (afbeelding boven, hijswerktuig, waarmee materialen in de gevellijn van gebouwen kunnen worden getakeld) aan gedaagde en stelt nu dat gedaagde de gevelsteker slaafs heeft nagebootst. Terecht, volgens de voorzieningenrechter. De totaalindruk van beide producten is exact hetzelfde, ook voor ‘mensen uit de bouwwereld’. De vordering tot demonteren wordt afgewezen: “Niet uit te sluiten valt dat Van Gerwen door het aanbrengen van andere (meer) aanpassingen alsnog het verwarringsgevaar voldoende zou kunnen beperken.”

4.3. Voldoende aannemelijk is dat Van Gerwen de gevelsteker van Bomecon als uitgangspunt heeft genomen voor de door haar ontwikkelde gevelsteker. Het product van Bomecon was sinds 2006 aanwezig binnen het bedrijf van Van Gerwen, en werd door haar verhuurd. Het waren de ervaringen met de verhuur, aldus Van Gewen ter zitting, die haar op het idee bracht om in eigen beheer een gevelsteker te bouwen. Van Gerwen heeft ter zitting erkend dat zij daarbij de gevelsteker van Bomecon als uitgangspunt heeft genomen met enige aanpassingen, volgens haar verbeteringen, om aan wensen van klanten tegemoet te komen. (…) Dat van een nabootsing sprake is, is dan ook in deze zaak aannemelijk. (…)

(…) 4.6. Met betrekking van de door Van Gerwen vermelde verschillen heeft Bomecon gesteld dat een deel van de afwijkingen afkomstig is uit eerdere modellen van Bomecon. Dit heeft Van Gerwen niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken. (…) Als belangrijkste punt heeft Bomecon naar voren gebracht dat het bij de afwijkingen niet gaat om essentiële punten, maar om details, en dat de totaalindruk van beide producten exact hetzelfde is. Bomecon kan hierin worden gevolgd. Ook met de door Van Gerwen aangebrachte wijzingen lijkt het product van Van Genven sprekend op dat van Bomecon.

4.7. Het verweer van Van Gerwen dat door de nabootsing desalniettemin geen verwarring te duchten zou zijn, wordt verworpen. Anders dan Van Gerwen beeft betoogd valt niet te verwachten dat belangstellenden, ook al zullen dat in de regel mensen uit de bouwwereld zijn, het werktuig, als zij dat aantreffen op een bouwplaats of in een catalogus of ander reclamemateriaal, aan een nadere inspectie zullen onderwerpen en dan de verschillen zullen opmerken. Veeleer kan worden aangenomen dat de totaalindruk bepalend zal zijn. Voldoende aannemelijk is dan ook dat het product van Van Gerwen zal worden aangezien voor een product van Bomecon, helemaal nu beide werktuigen naast elkaar door Van Gerwen worden verhuurd. Verwarring bij mogelijke afnemers valt dus wel degelijk te vrezen. Dat mensen die bekend zijn met een product eerder geneigd zouden zijn de verschillen te zoeken, zoals Van Genven met een verwijzing naar volgens haar algemeen bekende beginselen van de psychologie heeft aangevoerd, is, voor zover juist, onvoldoende om aan te nemen dat een gevaar voor verwarring bij zodanig op elkaar lijkende producten niet aanwezig zou zijn.

4.8. Van Gerwen heeft verder aangevoerd dat afwijken op meer punten dan thans het geval is niet mogelijk zou zijn, zonder afbreuk te doen aan de bruikbaarheid en deugdelijkheid van het product. Van Gerwen heeft dat echter vooralsnog onvoldoende aannemelijk gemaakt. Zij heeft voorshands immers niet aangetoond dat een meer afwijkende constructie, bijvoorbeeld met een ander frame met afwijkende maten en/of metaaldikten en/of een andersoortig (bijvoorbeeld zeshoekig) contragewicht, niet een even deugdelijk product zou kunnen opleveren. De suggesties van Van Gewen zelf, om de driehoekige, althans M- of W-vormige opening in het frame geheel dicht te lassen -waarvan Van Gerwen overigens ter zitting heeft verklaard dat dit bij nader inzien geen reële optie is, aangezien het hijswerktuig dan teveel wind zou vangen - of om de kleuren aan te passen, waardoor mogelijk verwarringsgevaar wellicht zou afnemen, zijn nimmer doorgevoerd. iet alleen is het product van Van Gerwen ook geel, het is ook nog eens exact dezelfde tint als de door Bomecon ontworpen gevelsteker. Dat geel een gangbare kleur is voor dit soort werktuigen mag zo zijn, Van Gerwen heeft niet weersproken dat ook andere keuren, zoals rood, oranje, of een andere tint geel, in de praktijk regelmatig worden aangetroffen. Ook in de "strepen" van het contragewicht had Van Genven voor andere kleuren kunnen kiezen, zonder afbreuk te doen aan de signaalfunctie van de strepen. De omstandigheid dat Bomecon met het aanpassen van de kleur alleen geen genoegen heeft willen nemen, maakt niet dat Van Gewen gelegitimeerd is om de kleuren bij het oude te laten. Hij had zich meer inspanningen moeten getroosten om aan zijn verplichting om voldoende af te wijken, daadwerkelijk te voldoen.

4.9. Uit het voorgaande volgt dat Bomecon voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat Van Gerwen de gevelstekers van Bomecon slaafs heeft nagebootst en dat Van Gewen tekort geschoten is in haar verplichting om alles te doen wat redelijkerwijze mogelijk is, met inachtneming van het onder 4.2 vermelde, om verwarring te voorkomen. Daarmee heeft Van Gerwen onrechtmatig gehandeld jegens Bomecon, waardoor Bomecon schade kan lijden. De vorderingen (3.1 onder I en ii) van Bomecon tot het staken van de exploitatie van de nagebootste gevelstekers, en van het nabootsen zelf, zullen dan ook worden toegewezen, als na te melden.

4.10. De vordering tot het demonteren van de nagebootste uit de handel genomen gevelstekers komt echter voorshands niet voor toewijzing in aanmerking. Niet uit te sluiten valt dat Van Gerwen door het aanbrengen van andere (meer) aanpassingen alsnog het verwarringsgevaar voldoende zou kunnen beperken. Dit zou door toewijzing van deze vordering een onbegaanbare weg worden en leiden tot een vorm van kapitaalvernietiging, zoals Bomecon ook heeft aangevoerd, die mogelijk uiteindelijk niet nodig behoeft te zijn. De nevenvordering onder V, het (laten) demonteren van alle nagebootste gevelstekers, ook de exemplaren die nog bij Van Gerwen in voorraad zijn, in het bijzijn van een gerechtsdeurwaarder, zal om die reden eveneens worden afgewezen.

Lees het vonnis (pdf / LJN).