DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 16 maart 2010
IEF 8678
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het willens en wetens aanzienlijk gemakkelijker maken

Gerechtshof Amsterdam, 16 maart 2010, zaaknummer 200.007.866/01 KG, Appellant tegen Stichting Brein (met dank aan Pieter Haringsma, Stichting Brein)

Auteursrecht. Hof bekrachtigt vonnis waarvan beroep (Vzr. Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, IEF 5589).  Website tracht orde te scheppen in inbreukmakende chaos en kent een soort keurmerk toe aan geschikte (niet vervuilde etc) bestanden. Dit “willens en wetens aanzienlijk gemakkelijker maken” is geen openbaarmaking, maar wel faciliteren van auteursrechtinbreuk. Onrechtmatige daad. Geen 1019h proceskosten, zelfs al zou de bepaling wel van toepassing zijn (redelijkheid en billijkheid).

3.5. Brein wijst er dat het begrip openbaar maken ruim dient te worden uitgelegd en bepleit om bij de uitleg van dit begrip niet alleen aan te sluiten bij de techniek, maar aan te sluiten bij de maatschappelijke werkelijkheid en de wijze waarop site wordt ervaren. Brein staat een functionele benadering van het openbaarmakingsbegrip voor. Het hof is van oordeel dat deze benadering het begrip openbaar maken in van de Auteurswet te zeer oprekt. Waar geen zelfstandige betrokkenheid van X bij de eigenlijke, tot toegankelijkheid voor het publiek leidende, openbaarmakingshandeling kan worden geconstateerd, acht het hof geen auteursrechtinbreuk aanwezig. Ook van schending va op de Naburige Rechten is om die reden niet gebleken.

3.10 (…) Door zijn werkwijze - het plaatsen van hash codes op zijn site en het (doen) verifiëren en overzichtelijk rubriceren van die codes - heeft hij het voor de gebruikers van het peer-to-peer netwerk willens en wetens aanzienlijk gemakkelijker gemaakt de beschikking te krijgen over de door hen gewenste, ter beschikking gestelde bestanden. Met zijn site faciliteerde en bevorderde hij systematisch gebruikmaken (en, voor zover sprake was uploaden, hetgeen naar het hof aannemelijk acht veelal het geval zal zijn geweest: weer ter beschikking stellen) van met inbreuk op auteurs- en naburige rechten binnen het netwerk aangeboden bestanden. Dit is onrechtmatig jegens de rechthebbenden. Aan het voorgaande doet niet af dat de bestanden ook zonder tussenkomst van X. beschikbaar waren, waar onbetwist is dat het materiaal zonder sites als Shareconnector moeilijker is, doordat zich een groot aantal vervuilde bestanden binnen het netwerk bevinden.(…)

3.13.(…) Indien al moet worden aangenomen dat ook plaats is voor een proceskostenvergoeding op de voet van artikel 1019h Rv in geval van een met een inbreuk op een auteursrecht of een ander intellectueel eigendomsrecht samenhangende onrechtmatige daad, acht het hof in het onderhavige geval redenen van billijkheid aanwezig om van hiervan af te wijken. Het betreft nog in ontwikkeling zijnde materie, waarbij een professionele belangenorganisatie staat tegenover een (naar niet is betwist) thuiswonende student die zich als hobby met het ontwikkelen van de in het geding zijnde site heeft beziggehouden. Het hof sluit zich derhalve aan bij de proceskostenveroordeling in eerste aanleg en zal de kosten in hoger beroep, zowel in principaal als in het incidenteel appel, op voet van het liquidatietarief begroten. (…)

Lees het arrest hier.