DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 16 oktober 2025
IEF 23011
Hof Amsterdam ||
30 sep 2025
Hof Amsterdam 30 sep 2025, IEF 23011; ECLI:NL:GHAMS:2025:2542 ([appellanten] tegen [geïntimeerde]), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-uitlatingen-zijn-in-bodemprocedure-waarschijnlijk-niet-onrechtmatig

Hof: uitlatingen zijn in bodemprocedure waarschijnlijk niet onrechtmatig

Hof Amsterdam 30 september 2025, IEF 23011; ECLI:NL:GHAMS:2025:2542 ([appellanten] tegen [geïntimeerde]). [appellant 1] en [appellant 2] woonden op een woonboot en verkochten in 2015 de naastgelegen woonboot aan [geïntimeerde]. Na de verkoop ontstonden er spanningen tussen partijen, volgens [geïntimeerde] zelfs pesterijen en getreiter. [geïntimeerde] heeft in een andere procedure een verklaring afgelegd. Hierin staat onder andere dat het voor [geïntimeerde], "een regelrechte ramp" was om naast [appellanten] te wonen. [appellanten] spanden daarop een kort geding aan en eisten rectificatie van de verklaringen van [geïntimeerde], op straffe van een dwangsom. De voorzieningenrechter wees deze vordering af, omdat niet aannemelijk was dat een bodemrechter de uitlatingen als onrechtmatig zou aanmerken. [appellanten] hebben in hoger beroep zeven grieven aangevoerd die erop neerkomen dat de voorzieningenrechter een onjuist toetsingskader heeft gehanteerd of onjuist heeft getoetst bij de vraag of de uitlatingen van [geïntimeerde] onrechtmatig zijn.  

Het hof oordeelt dat het gaat om een afweging tussen twee grondrechten: vrijheid van meningsuiting van [geïntimeerde] en de eerbiediging van de eer en goede naam van [appellanten]. Alle omstandigheden van het geval moeten in deze afweging worden meegenomen. Dat heeft de voorzieningenrechter gedaan volgens het hof. Ook zijn uitlatingen volgens het hof niet onrechtmatig. Daarbij komt dat het in dit geval niet gaat om een (pers)publicatie, maar om een verklaring van [geïntimeerde] in het kader van waarheidsvinding in een rechtszaak. Het is daardoor onvoldoende aannemelijk dat een bodemrechter zal oordelen dat de uitlatingen onrechtmatig zijn en gerectificeerd moeten worden. De grieven treffen geen doel. Het hof bekrachtigt het vonnis en veroordeelt [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep. 

5.4 Het betoog van [appellanten] dat de voorzieningenrechter een onjuist toetsingskader heeft gehanteerd op grond waarvan zij tot haar beslissing is gekomen volgt het hof niet. De voorzieningenrechter heeft getoetst aan de hiervoor genoemde grondrechten, te weten enerzijds het recht van [appellanten] op bescherming van de eer en goede naam en anderzijds het recht van [geïntimeerde ] om zijn mening te uiten over zijn ervaringen op de woonboot als buurman van [appellanten] De voorzieningenrechter heeft een belangenafweging gemaakt op grond waarvan zij tot haar oordeel is gekomen. Daarbij zijn de omstandigheden van het geval betrokken en is meegewogen dat ook uitlatingen over persoonlijke ervaringen onrechtmatig kunnen zijn, maar alleen als die evident onjuist of onnodig grievend zijn. Gelet op de overwegingen van de voorzieningenrechter kan niet worden gezegd dat is uitgegaan van een onjuist toetsingskader bij de beoordeling van de vraag of de uitlatingen van [geïntimeerde ] onrechtmatig zijn.