22 sep 2016
HvJ: Bij etikettering van portieverpakking is er sprake van ‘voorverpakt levensmiddel’ indien de porties afzonderlijk verkocht worden
HvJ EU 22 september 2016, IEF 16301; IEFbe 1951; ECLI:EU:C:2016:718 (Breitsamer tegen Landeshauptstadt München) Etikettering. Breitsamer, een onderneming die actief is op het gebied van de productie en verpakking van honing, brengt met name het levensmiddel "Breitsamer Imkergold" (honing) in het verkeer. Het gaat om 120 portieverpakkingen van hetzelfde type honing. Die 120 porties worden verpakt in een door die onderneming afgesloten gezamenlijke kartonverpakking, en zij worden in die vorm aan instellingen verkocht. Op die gezamenlijke kartonverpakking zijn de voorgeschreven verplichte vermeldingen betreffende dat levensmiddel aangebracht, met name het land van oorsprong van de honing. Op betrokken portieverpakkingen honing is het land van oorsprong van de honing niet vermeld. Hierover is de volgende prejudiciële vraag gesteld: Vormen portieverpakkingen met honing een ‘voorverpakt levensmiddel’, dat is onderworpen aan een dienovereenkomstige etiketteringsplicht? Het Hof verklaart hierop voor recht dat de presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame zo moet worden uitgelegd dat elk van de portieverpakkingen honing een „voorverpakt levensmiddel” vormt wanneer deze instellingen die porties afzonderlijk verkopen of aan de eindverbruiker aanbieden bij bereide maaltijden die tegen een vaste prijs worden verkocht.
In deze zaak zijn aan het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:
1 Vormen portieverpakkingen met honing, [die zijn verpakt] in een buitenverpakking met alle etiketteringselementen – met inbegrip van de vermelding van het land van oorsprong – en niet als dergelijke portieverpakkingen afzonderlijk aan de eindverbruiker worden verkocht en niet afzonderlijk aan instellingen worden geleverd, een ‚voorverpakt levensmiddel’, dat is onderworpen aan een dienovereenkomstige etiketteringsplicht, of vormen dergelijke portieverpakkingen met honing geen voorverpakte levensmiddelen waarvoor de etiketteringsplicht geldt, doordat zij niet gelden als een verkoopeenheid?
2 Dient de vraag anders te worden beantwoord wanneer deze portieverpakkingen in instellingen niet alleen worden geleverd bij bereide maaltijden die tegen een vaste prijs worden betaald, maar daar ook afzonderlijk worden verkocht?”
Het Hof (Derde kamer) verklaart voor recht:
Artikel 1, lid 3, onder b), van richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame moet aldus worden uitgelegd dat elk van de portieverpakkingen honing, die de vorm hebben van met een aluminiumdeksel afgesloten kuipjes en verpakt zijn in gezamenlijke kartonverpakkingen die aan instellingen worden geleverd, een „voorverpakt levensmiddel” vormt wanneer deze instellingen die porties afzonderlijk verkopen of aan de eindverbruiker aanbieden bij bereide maaltijden die tegen een vaste prijs worden verkocht.