Gepubliceerd op donderdag 14 november 2024
IEF 22374
Hoge Raad ||
30 mei 2008
Hoge Raad 30 mei 2008, IEF 22374; ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra), https://ie-forum.nl/artikelen/ie-klassieker-endstra

IE-klassieker: Endstra

HR 30 mei 2008, IEF 22374; ECLI:NL:HR:2008:BC2153 (Endstra)

Onderwerp:
Werkbegrip.

Feiten:
De erfgenamen van Endstra stelden dat Nieuw Amsterdam c.s. door publicatie inbreuk plegen op het auteursrecht op de achterbankgesprekken. Nieuw Amsterdam c.s. voerden aan dat er geen auteursrecht rust op de gesprekken.

Rechtsregel (rechtsoverweging 4.5.1):
Het vereiste voor auteursrechtelijke bescherming is dat een werk een eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel van de maker moet hebben. Een eigen, oorspronkelijk karakter houdt in dat de vorm van het werk niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk.

4.5.1 Het hof heeft aldus terecht de beide elementen van de aan te leggen maatstaf onderscheiden: dat het voortbrengsel een eigen, oorspronkelijk karakter moet bezitten, houdt, kort gezegd, in dat de vorm niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk (vgl. art. 13 Aw). De eis dat het voortbrengsel het persoonlijk stempel van de maker moet dragen betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt te aan te wijzen.