4 apr 2018
Instelling Onderzoekscommissie Nader Onderzoek Buma Stemra
Instellingsbesluit Onderzoekscommissie Nader Onderzoek Buma Stemra 4 april 2018. Op 4 april 2018 besloot het CvTA tot het instellen van de Onderzoekscommissie Nader Onderzoek Buma Stemra. De Onderzoekscommissie bestaat uit de heren Smits (voorzitter) en Winter (lid). De Onderzoekscommissie is belast met het uitvoeren van een nader onderzoek bij Buma Stemra, zoals het CvTA heeft geadviseerd [IEF 17357]. De commissie streeft ernaar dat het onderzoek zal zijn afgerond door overlegging van het finale rapport aan het CvTA uiterlijk op 1- juni 20L8. In de bijlage staan (a) de scope van het onderzoek en (b) de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd:
In het onderzoek worden de volgende onderwerpen onderzocht:
1 De door BDO geconstateerde feiten en de door KPMG uitgevoerde werkzaamheden en bevindingen in het traject naar de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 201-6 van Buma Stemra. Daartoe behoort ook een nadere analyse van de bevindingen van BDO die in het advies van NautaDutilh hebben geleid tot opmerkingen over mogelijk strafrechtelijke overtredingen door betrokkenen en van de verklaring van bestuur en directie (als onderdeel van de Letter of Representation van Buma Stemra d.d. 2 november 2OI7l n.a.v. de bevindingen van BDO en NautaDutilh. Er wordt geen zelfstandig, nieuw feitenonderzoek verricht, maar onderzocht wordt hoe de bevindingen en kwalificaties van BDO en NautaDutilh tot stand zijn gekomen en zijn te verenigen met de werkzaamheden en bevindingen van KPMG die ten grondslag liggen aan haar goedkeurende verklaring bij de jaarrekening2OL6.ln het bijzonder zalgekeken worden naar een aantal in het BDO onderzoek en advies van NautaDutilh aan de orde gestelde, maar niet volledige afgeronde kwesties en aanvullende bevindingen die tijdens de uitvoering van het onderzoek werden gedaan inzake (a) de repartitie van buitenlandse incasso (b) de betalingen aan Accenture (c) de lT-organisatie (d) de WNT (e) declaraties van voormalige directieleden en (f) het pensioendepot. Er zal geen persoonsgericht onderzoek gedaan worden, behalve waar het gaat om het onder (e) genoemde.
2. Het functioneren van de financiële functie binnen Buma Stemra, inclusief de bestuurlijke checks and balances in opzet en in werking. Centraal daarbij staat de vraag hoe de sturende en verantwoordende taak van de CEO is ingevuld en de wijze waarop het audit committee en het bestuur hebben gefunctioneerd, één en ander in interactie met de externe accountant en het CvTA. Het onderzoek omvat mede de vraag of de inmiddels genomen of voorgenomen maatregelen op aanbevelingen die van verschillende zijden zijn aangereikt en de voorgenomen governance aanpassingen die voortvloeien uit regelgeving, vertrouwen geven dat de financiële functie van Buma Stemra voldoende robuust is voor de rol die Buma Stemra als collectieve beheersorganisatie heeft te spelen.
3. De door de huidige CEO gemaakte (on)kosten en declaraties, waarvan de huidige CEO zelf heeft voorgesteld dat deze door externen worden onderzocht, en de omstandigheden waaronder hij is dienst is getreden van Buma Stemra en het proces van zijn benoeming als CEO van Buma Stemra
4. De financiële adm¡nistratie en de financiële verantwoording van de afzonderlijke stichting Buma Cultuur, inclusief de bestuurlijke betrokkenheid van Buma Stemra bij deze stíchting en haar administratie en verantwoording, n.a.v. de door het CvTA geconstateerde en in de media aan de orde gestelde financiële problemen van deze stichting.