DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 16 juni 2017
IEF 16864
Rechtbank Midden-Nederland ||
26 apr 2017
Rechtbank Midden-Nederland 26 apr 2017, IEF 16864; ECLI:NL:RBMNE:2017:2115 (Inter Imex tegen GEKA c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/inter-imex-heeft-exclusieve-overeenkomst-met-zowel-geka-automation-als-maquinaria-geka

Inter Imex heeft exclusieve overeenkomst met zowel GEKA Automation als Maquinaria GEKA

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 26 april 2017, IEF 16864; ECLI:NL:RBMNE:2017:2115 (Inter Imex tegen GEKA c.s.) Kort geding. Distributieovereenkomst. Exclusiviteit. Inter Imex importeert en verkoopt metaalbewerkingsmachines aan de Nederlandse markt. Maquinaria GEKA en GEKA Automation produceren traditionele, handmatig bediende metaalbewerkingsmachines en verkopen deze via exclusieve distributeurs. Inter Imex stelt dat er sprake is van een duurovereenkomst, inhoudende dat Inter Imex de exclusieve bevoegdheid heeft om machines en producten van GEKA te verkopen in Nederland. De vraag die beantwoord dient te worden is of Inter Imex een distributieovereenkomst heeft met zowel Maquinaria GEKA als GEKA Automation, inhoudende dat Inter Imex exclusief bevoegd is de machines en producten van beide partijen te verkopen in Nederland. GEKA Automation heeft in strijd met de overeenkomst met Inter Imex gehandeld door machines aan Tuwi te verkopen voor de wederverkoop in Nederland. Tevens wordt aannemelijk geacht dat in de handelsrelatie met Inter Imex in de praktijk geen stik onderscheid werd gemaakt tussen GEKA Automation en Maquinaria GEKA. Een schending van de exclusiviteit door GEKA Automation is voldoende aanleiding om ook jegens Maquinaria GEKA de vordering toe te wijzen.

4.9. Het lijkt veeleer aannemelijk, zoals Inter Imex stelt, dat in de handelsrelatie geen onderscheid werd gemaakt tussen Maquinaria GEKA en GEKA Automation en dat de handelsrelatie bestond tussen Inter Imex enerzijds en GEKA anderzijds. Dat die bestendige en exclusieve handelsrelatie zich uitstrekte over Maquinaria GEKA én GEKA Automation wordt nog verder ondersteund door de volgende feiten en omstandigheden. In een door Inter Imex overgelegd persbericht uit 2009 van GEKA wordt de ontwikkeling van GEKA beschreven van producent van handmatig bediende metaalbewerkingsmachines tot producent van (mede) computergestuurde metaalbewerkingsmachines (‘CNC lines’). Inter Imex wordt daarin vervolgens genoemd als distributeur van ‘GEKA’ sinds bijna 30 jaar:

“But in all those years we have not been alone, in all this time we have created a strong relationship, and everlasting bond with our distributors, a network consisting of more than fifty worldwide dealers, such as the one that liaises INTERIMEX and GEKA. Since 1981, we have been together providing our Dutch clients with our unbeatable combination of quality and price. Together providing an efficient after sales services. Together in the search of technical excellence through constant innovation.
INTERIMEX and GEKA have been working together almost thirty years in order to be able to design every single machine for each of our customers. […]”
De voorzieningenrechter vindt van belang dat in dit persbericht geen onderscheid wordt gemaakt tussen Maquinaria GEKA en GEKA Automation en dat expliciet de producten van GEKA Automation worden genoemd (‘CNC lines’). Dit persbericht gaat dus niet alleen over Maquinaria GEKA. Verder is belangrijk dat ten tijde van dit persbericht (2009) Inter Imex al tweemaal een omvangrijk ‘maatwerkproduct’ van GEKA Automation op de Nederlandse markt had verkocht.
Op de door GEKA c.s. overgelegde prijslijst van GEKA Automation ‘CNC PRICE LIST 2015’ staat verder meerdere malen de naam (en het adres van) Maquinaria GEKA genoemd. GEKA c.s. is niet ingegaan op deze omstandigheid en heeft dus niet uitgelegd waarom de naam van Maquinaria GEKA hierop genoemd staat. Zo’n uitleg was wel op zijn plaats geweest gezien haar centrale stelling dat Maquinaria GEKA en GEKA Automation twee verschillende bedrijven zijn met totaal verschillende producten.
Ten slotte heeft Inter Imex de orderbevestiging d.d. 12 april 2016 aan Tuwi in het geding gebracht. Dit betreft de order voor de Semi-Paxy, in samenstelling met een zogenaamde ‘Puma 110’. Volgens GEKA c.s. is deze samenstelling geleverd door GEKA Automation, maar de voorzieningenrechter constateert dat de orderbevestiging is uitgegeven door Maquinaria GEKA. Ook dit is een omstandigheid die erop duidt dat het onderscheid tussen Maquinaria GEKA en GEKA Automation in de praktijk niet (strikt) wordt gemaakt, zoals Inter Imex stelt. De verklaring die GEKA c.s. voor de orderbevestiging heeft gegeven, namelijk dat dit niet correct is verlopen en dat GEKA Automation op de order bevestiging had moeten staan, overtuigt – mede in het licht van de andere genoemde omstandigheden – niet. Uit het voorgaande volgt dat ook tussen Inter Imex en GEKA Automation een voldoende bestendige handelsrelatie bestond en bestaat, waarbij de facto sprake was en is van exclusiviteit. Dat de omvang van de verkopen van GEKA Automation aan Inter Imex (beduidend) lager is dan die van Maquinaria GEKA aan Inter Imex doet hier, gelet op het voorgaande, niet aan af.
    4.10. Een en ander betekent dat in ieder geval GEKA Automation in strijd heeft gehandeld met de verplichtingen die voor haar uit de overeenkomst met Inter Imex voortvloeien, door haar machines in 2016 aan Tuwi te verkopen voor de wederverkoop in Nederland. De vordering onder I (tot nakoming van de exclusiviteitsverplichting onder de overeenkomst) is dan ook toewijsbaar jegens GEKA Automation tot de datum van
1 augustus 2018. Zij is immers gehouden om in ieder geval tot die datum haar verplichtingen uit de overeenkomst na te komen, waaronder de verplichting om voor wederverkoop op de Nederlandse markt exclusief aan Inter Imex te verkopen. Gelet op de toewijzing van het gevorderde onder I, heeft Inter Imex geen belang bij toewijzing van de vordering onder II, omdat dit feitelijk op hetzelfde neerkomt.
    4.11. Mogelijk geldt ook voor Maquinaria GEKA dat zij de overeengekomen exclusiviteit heeft geschonden gelet op de orderbevestiging aan Tuwi van 12 april 2016. Maquinaria GEKA heeft echter aangevoerd dat die machine in consignatie is geleverd voor een beurs (en dus niet voor wederverkoop) en dat deze handelwijze niet kwalificeert als schending van de overeenkomst met Inter Imex. De voorzieningenrechter laat in het midden of deze levering kwalificeert als schending van de verplichtingen van Maquinaria GEKA onder de overeenkomst met Inter Imex. Er bestaat namelijk voldoende grond voor toewijzing van de vordering onder I jegens haar. Die grond bestaat in de omstandigheid dat de voorzieningenrechter aannemelijk acht dat in de handelsrelatie met Inter Imex in de praktijk geen (strikt) onderscheid werd gemaakt tussen GEKA Automation en Maquinaria GEKA. Een schending van de exclusiviteit door GEKA Automation is, onder deze specifieke omstandigheden, voldoende aanleiding om ook jegens Maquinaria GEKA de vordering onder I toe te wijzen.
Het verweer van GEKA c.s. dat het onder I gevorderde te algemeen is om te worden toegewezen wordt verworpen. De veroordeling houdt immers in dat zij moet handelen overeenkomstig de tussen partijen geldende exclusiviteit, die inhoudt dat alle verkopen van Maquinaria GEKA en GEKA Automation in Nederland via Inter Imex dienen te lopen.
    4.12. De voorzieningenrechter constateert dat de vordering onder I - gezien de formulering daarvan - slechts ziet op de nakoming van de exclusiviteitsverplichting onder de overeenkomst en niet op nakoming van alle verplichtingen onder de overeenkomst. Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat Maquinaria GEKA op dit moment volledige betaling van de door Inter Imex geplaatste orders verlangt voordat zij die orders accepteert en uitlevert. Tussen partijen staat vast dat die handelwijze afwijkt van de voorheen gebruikelijke werkwijze onder de overeenkomst en dat deze is ingegeven doordat Inter Imex de betaling van enkele openstaande facturen heeft opgeschort. Nu vaststaat dat GEKA c.s. in strijd met haar exclusiviteitsverplichting heeft gehandeld, is enige schade voor Inter Imex door die handelwijze aannemelijk. Zij heeft immers gemotiveerd gesteld dat er onrust is ontstaan op de markt, dat klanten door de berichtgeving in vakbladen naar Tuwi gaan in plaats van Inter Imex en dat zij klanten niet kon bedienen omdat GEKA c.s. niet tijdig reageerde op mailtjes en niet of niet tijdig orders uitleverde. De voorzieningenrechter is dan ook voorshands van oordeel dat Inter Imex zich op opschorting van haar betalingsverplichting heeft mogen beroepen. Dit betekent voorshands dat Maquinaria GEKA geen betaling van orders vooraf mag verlangen. De voorzieningenrechter overweegt echter wel over de opschorting dat het standpunt van Inter Imex dat aan haar als schadevergoeding de commissie toekomt van de verkopen aan Tuwi (door haar becijferd op € 81.560,40), niet zonder meer gevolgd kan worden. Inter Imex heeft immers niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat indien de verkoop aan Tuwi (en vervolgens de wederverkoop aan CMB in Woudenberg) niet had plaatsgevonden, zij deze (weder)verkoop had weten te bewerkstelligen en aldus de commissie had ontvangen. Daarbij wijst de voorzieningenrechter erop dat vaststaat dat Inter Imex al sinds 2008 er niet meer in is geslaagd om een grote CNC-lijn te verkopen.