DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 14 maart 2016
IEF 15761

Bijdrage ingezonden door Bjorn Schipper, SCHIPPER LEGAL.

Kleine juridische kroniek van het muziekrecht

Bjorn Schipper Kleine juridische kroniek van het muziekrecht - Overzicht van spraakmakende rechtszaken uit 2015, Ntb - Muziekwereld 2016-1.
Aan het begin van het jaar blikken we inmiddels traditiegetrouw terug op de interessante muziekrechtelijke zaken uit het voorafgaande jaar. Net als in 2012, 2013, 2014 en 2015 (1) besteed ik in deze eerste editie van Muziekwereld in 2016 aandacht aan een aantal spraakmakende zaken uit 2015 in de vorm van een juridische kroniek van het muziekrecht. De selectie van zaken is op basis van dezelfde uitgangspunten als voorgaande edities gemaakt.

Van Katwijk: ‘Man with a mission’
Op 11 februari 2015 deed de Rechtbank Noord-Holland uitspraak (2) in een door tekstschrijver en componist de heer Van Katwijk tegen vereniging Buma aangespannen bodemprocedure. Van Katwijk, bekend van onder andere de grote hits van artiest René Froger (zoals ‘Just say hello’, ‘Are you ready for loving me’, ‘Nobody else’, ‘Calling out your name’ en ‘Man with a mission’), stelde dat Buma tekort was geschoten in haar inspanningsverplichting ter incasso van auteursrechtelijke gelden in verband met optredens van Froger, als ook haar verplichting tot uitbetaling van die gelden, mede in verband met een eerdere tussen partijen gesloten schikkingsovereenkomst. De rechter oordeelt dat Buma de schikkingsovereenkomst niet heeft geschonden, maar wel tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende reglementaire inspanningsverplichting. Buma had adequater moeten optreden toen bleek dat Froger (bij herhaling) onvolledige set- en speellijsten aanleverde en tegenstrijdige informatie over zijn optredens verschafte. De rechtbank veroordeelt Buma wordt tot vergoeding van de schade van Van Katwijk.

Organisatie Schlagerfestival en ParkCity Live
De Rechtbank Limburg tikte op 11 februari 2015 de organisator van het Schlagerfestival en ParkCity Live op de vingers (3). In 2011 en 2012 zijn edities van beide events georganiseerd waarbij muziekrepertoire van Buma ten gehore is gebracht. De organisator – bestaande uit een stichting en twee BV’s – liet de door Buma gestuurde facturen onbetaald, waarna Buma tegen de stichting en de beide BV’s een incassozaak begon. Nadat beide BV’s in 2013 failliet waren gegaan, werd ook de curator – als vertegenwoordiger van de boedel – in beide faillissementen in de procedure betrokken. De rechter wijst het inbreukverbod tegen de curator – en daarmee de boedel – toe, zonder daaraan een dwangsom te verbinden. Zonder licentie van Buma is het niet toegestaan muziekwerken openbaar te maken die tot het repertoire van Buma behoren, hetgeen nog eens onderstreept wordt met dit verbod. Ten aanzien van de stichting oordeelt de rechter dat voor het event ParkCity Live (2012) niet gebleken is dat de organisator over een licentie van Buma beschikte. De rechtbank oordeelt dat de organisator van het muziekevenement een essentiële rol speelt in de openbaarmaking van de muziek en als zodanig (mede) verantwoordelijk is voor die openbaarmaking.

De levensliedzanger en zijn administratie
Op grond van nawerking van een contractuele doorbetalingsverplichting in relatie tot na het einde van een met een muziekstudio gesloten samenwerkingsovereenkomst, veroordeelt de Rechtbank Amsterdam een levensliedzanger tot verdeling van uit optredens gegenereerde inkomsten (4). Daarbij draait de Rechtbank – ingegeven door de redelijkheid en billijkheid – de bewijslast om en is het aan de zanger om aan te tonen dat hij voor zijn optredens minder of niets betaald kreeg. De zanger bleek zijn administratie niet op orde te hebben

Publishing: Golden Earring vs. Nanada
Het Gerechtshof Amsterdam deed op 31 maart 2015 een belangwekkende uitspraak in het zich voortslepende geschil tussen de band Golden Earring en de muziekuitgevers Nanada cs. over de beëindiging van muziekuitgavecontracten (5). Het Hof oordeelt onder meer dat de muziekuitgavecontracten – vanwege de rechtenoverdracht voor de duur van het auteursrecht – sterke verwantschap vertonen met duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd en in beginsel tussentijds opzegbaar zijn. Daarbij speelt mee dat de contractuele einddatum hier onbepaald is en dat niet is voorzien in de mogelijkheid van tussentijdse beëindiging. De betrokken muziekauteurs moeten na opzegging in alle redelijkheid hun auteursrechtelijke uitgaverechten terug kunnen krijgen.

De magie van Motown
Een evenementenbureau dat bedrijfsfeesten en shows met soulmuziek organiseert, ving op 20 maart 2015 bot bij de Amsterdamse Voorzieningenrechter6 in het streven een verbod te krijgen op het gebruik van de naam ‘Magic of Motown’ door een theaterproducent. De rechter oordeelt dat de titel van de theatershow op de voorstelling toeziet en niet op de onderneming van de theaterproducent, waardoor geen sprake is van handelsnaamgebruik. Evenmin is gebleken van verwarringsgevaar of andere bijkomende omstandigheden die het handelen van de theaterproducent onrechtmatig zouden kunnen maken.

Van Sohoranje Festival naar S’Oranje Festival
De Rotterdamse Voorzieningenrechter hakte op 20 maart 2015 een handelsnaamrechtelijke knoop door in een geschil tussen voormalige samenwerkingspartners over de rechten op de naam ‘S’Oranje’ in verband met de organisatie van een muziekfestival7. Gedaagde kan geen aanspraak maken op een aandeel in het handelsnaamrecht, maakt zich schuldig aan een handelsnaaminbreuk en dient inbreukmakende domeinnamen en social media accounts over te dragen.

De oud-Volumia! zanger
De Rechtbank Midden-Nederland oordeelde (8) op 29 juli 2015 dat de muziekuitgever Music Creations Publishing de muziekuitgaverechten van oud-Volumia! zanger Xander de Buisonjé moet (terug)overdragen. In dit verband oordeelt de Rechtbank dat De Buisonjé tijdig heeft geklaagd over het ‘stilzitten’ van zijn muziekuitgever en dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de op de muziekuitgever rustende informatie- en afdrachtverplichtingen, als onderdeel van de doorlopende inspanningsverplichting tot promotie en exploitatie van de muziekwerken alsmede de administratie van de daarmee gegenereerde auteursrechtelijke inkomsten.

De operazanger in zijn rol van B.F. Pinkerton
De Voorzieningenrechter in Overijssel oordeelde9 op 29 oktober 2015 dat NRO wegens vroegtijdige beëindiging van een optreedcontract met de voor de operavoorstelling ‘Madame Butterfly’ van Puccini beoogde operazanger een voorschot op de schadevergoeding moest betalen, ter grootte van een evenredig deel van de overeengekomen vergoedingen. De operazanger zou de rol van B.F. Pinkerton vertolken maar werd door NRO tussentijds aan de kant gezet.

Muziek op tv in een vakantiebungalow
Buma en Sena kregen het aan de stok met Oostappen Vakantiepark De Berckt, exploitant van het gelijknamige vakantiepark met vakantiebungalows. Aanvankelijk beschikte het vakantiepark over meerjarige licentieovereenkomsten met Buma en Sena, waarbij werd uitgegaan van de door het vakantiepark gedane opgaven van het muziekgebruik. Toen Buma en Sena in 2013 onderzoek deden naar het werkelijke muziekgebruik op vakantiepark De Berckt, bleken de opgaven van het vakantiepark niet te kloppen. Partijen bereikten over de jaren 2010 tot en met 2012 een schikking, maar konden het niet eens worden over de jaren 2013 en 2014. De Rechtbank Limburg stelt op 21 oktober 2015 per ruimte het verschuldigde muziektarief vast en oordeelt (10) ten aanzien van de terbeschikkingstelling van muziek via tv’s in vakantiebungalows, onder verwijzing naar relevante Europese jurisprudentie (11), dat sprake is van een ‘mededeling aan het publiek’ als gevolg waarvan het vakantiepark een (doorgifte-) vergoeding aan Buma en Sena is verschuldigd. Dit geldt eveneens voor het laten horen van muziek in de snackbar en de receptie van het vakantiepark.

Is een midi-file een fonogram?
De Rotterdamse Voorzieningenrechter oordeelde(12) op 12 november 2015 dat een zogeheten midi-file aangemerkt kan worden als fonogram in de zin van het naburige recht. Hoewel bij een midi-file geen sprake is van directe vastlegging van geluid als zodanig, kan in casu wel worden gesproken van toepassing van een techniek met behulp waarvan geluiden kunnen worden geregistreerd. Deze registratie kan vervolgens weer met behulp van apparatuur, zoals bijvoorbeeld een computer, in dezelfde unieke samenstelling van geluiden beluisterd worden, aldus de rechter. Hetgeen aansluit bij het vastleggen van geluiden op een wijze die valt onder de wettelijke definitie van fonogram. De exploitatie door Key Music Rotterdam van digitale kopieën van midi-files, die door Younique Music ter verkoop worden aangeboden, wordt door de rechter als inbreukmakend geoordeeld.

Bjorn Schipper is advocaat en oprichter van Schipper Legal in Amsterdam
1 Muziekwereld 2012/4 (p. 32-37), “Twee kleine juridische kronieken van het muziekrecht. Eerste deel: overzicht van spraakmakende rechtszaken uit 2011”, Muziekwereld 2013/1 (p. 18-21), “Twee kleine juridische kronieken van het muziekrecht. Tweede deel: overzicht van spraakmakende rechtszaken uit 2012”, en Muziekwereld 2014/1 (p. 22-25), “Kleine juridische kroniek van het muziekrecht. Overzicht van spraakmakende rechtszaken uit
2013”, Muziekwereld 2015/1 (p. 18-22), “Kleine juridische kroniek van het muziekrecht. Overzicht van spraakmakende rechtszaken uit 2014”.
2 Rb. Noord-Holland 11 februari 2015, IEF 14736 (Van Katwijk/Buma).
3 Rb. Limburg 11 februari 2015, IEF 14648 (Buma/Stichting ParkCity Live cs.).
4 Rb. Amsterdam 18 maart 2015, IEF 14813 (Muziekstudio/Levensliedzanger).
5 Hof Amsterdam 31 maart 2015, IEF 14826 (Nanada cs./Golden Earring); deze uitspraak heb ik reeds besproken in Muziekwereld 2015/2 (p. 36-39), “Dan zeg je toch gewoon op. Hoger beroep zaak Golden Earring zorgt voor wending”.
6 Vzr. Rb. Amsterdam 20 maart 2015, IEF 14810 (Magic of Motown/DG Theater).
7 Vzr. Rb. Rotterdam 20 maart 2015, IEF 14785 (Soho/Gedaagde).
8 Rb. Midden-Nederland 29 juli 2015, IEF 15155 (Music Creations Publishing/Xander de Buisonjé).
9 Vzr. Rb. Overijssel 29 oktober 2015, IEF 15378 (Eiser/Stichting Nederlandse Reisopera).
10 Rb. Limburg 4 november 2015, IEF 15398 (Buma, Sena/Oostappen).
11 De Rechtbank verwijst in het bijzonder naar SCF/Marco Del Corso (HvJ EU 15 maart 2012, nr. C-135/10), OSA/Léčebnĕ (HvJ EU 27 februari 2014, nr. C-351/12), Phonographic Performance/Ierland (HvJ EU 15 maart 2012, nr. C-162/10).
12 Vzr. Rb. Rotterdam 12 november 2015, IEF 15513 (Younique Music Group/Key Music Rotterdam); zie ook J. Smolders, “Waarom een midifile geen fonogram is en er ook geen auteursrecht op rust”, IEF 15558, 21 december 2015.