14 aug 2019
Onrechtmatig handelen bij expoitatie octrooien voor dakelementen
Rechtbank Den Haag 14 augustus 2019, IEF 18698, ECLI:NL:RBDHA:2019:9656 (Planet Safe tegen PON) Planet Safe houdt zich bezig met de productie en verkoop van warmtewerende dakelementen, genaamd Roofclix. PON is de uitvinder van de daktegel die ten grondslag ligt aan het Roofclix-product. Daarvoor hield hij een Europees octrooi op basis waarvan hij eveneens octrooien hield in de Verenigde Staten en een aantal andere landen. PON is aandeelhouder van Planet Safe. Geschil in verband met mislukte samenwerking bij het exploiteren van octrooien voor warmtewerende dakelementen, [IEF 16883]. Aansprakelijkheid uit hoofde van onrechtmatige daad door na verkoop en levering van de octrooien niet mee te werken aan inschrijving van de overdracht van de octrooien en van de licentieovereenkomst. Negatieve en onjuiste berichtgeving aan (potentiële) klanten van de ander en gebruikmaking van tijdens de samenwerking opgedane kennis. Afwijzing reconventionele vordering strekkende tot betaling van de overeengekomen koopprijs voor de octrooien.
4.10.
Voor zover [gedaagde sub 2] hiermee heeft willen betogen dat hij in de berichten toelaatbare vergelijkende reclame heeft gemaakt voor het Roofflex-product, stuit dit verweer af op het gegeven dat hij het Roofflex-product met naam en toenaam op een voor het Roofclix-product en PS zeer negatieve wijze heeft afgezet tegen het Roofclix-product. Dit betekent dat niet is voldaan aan de in artikel 194a lid 2 aanhef en onder c BW2 opgenomen voorwaarde dat op objectieve wijze een of meer relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van de goederen met elkaar worden vergeleken. Dit is één van de cumulatieve voorwaarden waaronder vergelijkende reclame toelaatbaar is. Dit verweer van [gedaagde sub 2] gaat dus niet op. Hij heeft beide producten op onrechtmatige wijze met elkaar vergeleken.4.11.
Voor zover [gedaagde sub 2] heeft willen betogen dat hij een misstand aan de kaak heeft willen stellen, heeft hij met zijn berichten over PS en het Roofclix-product de grens van de aan hem toekomende vrijheid van meningsuiting overschreden, ten koste van het aan PS toekomende recht van bescherming van haar eer en goede naam.3 Dat het voor de gemiddelde lezer meteen duidelijk zal zijn dat dit de persoonlijke mening van de gekrenkte [gedaagde sub 2] is, die in het kader van een conflict met PS wordt geventileerd, maakt dat niet anders. De berichten zijn onmiskenbaar bedoeld om PS en het door haar aangeboden Roofclix-product zwart te maken en om schade te berokkenen aan PS.4.21.
Vaststaat dat PS de overeengekomen koopprijs voor de octrooien niet heeft voldaan aan [gedaagde sub 2] , die in reconventie betaling daarvan vordert. Het standpunt van [gedaagde sub 2] impliceert dat hij, nu hij de octrooien heeft verkocht en geleverd, aanspraak kan maken op betaling van de overeengekomen koopprijs. Zoals in conventie is overwogen, strekten de afspraken die bij aanvang van de samenwerking zijn gemaakt en die begin 2012 nader zijn vormgegeven in de overeenkomst en de licentieovereenkomst, echter ertoe te bewerkstelligen dat PS het octrooi zou exploiteren. In deze afspraken lag besloten dat [gedaagde sub 2] de benodigde medewerking zou verlenen aan het realiseren van de exploitatie van de octrooien door PS, door mee te werken aan registratie van de overdracht van de octrooien. Hieruit vloeit voort dat [gedaagde sub 2] pas na deze registratie aanspraak kan maken op betaling van de koopprijs. Nu deze registratie niet heeft plaatsgehad, is het lot van de vordering in reconventie gegeven. De vordering ligt voor afwijzing gereed, met veroordeling van [gedaagde sub 2] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten. Deze worden begroot op € 1.086 (2 punten tarief II).