DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 17 april 2025
IEF 22658
Rechtbank Midden-Nederland ||
11 apr 2025
Rechtbank Midden-Nederland 11 apr 2025, IEF 22658; ECLI:NL:RBMNE:2025:1680 (Elvestia c.s. tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatige-uitlating-geen-feitelijke-basis-voor-beschuldiging-over-criminele-contacten-in-onder-en-vastgoedwereld

Onrechtmatige uitlating: geen feitelijke basis voor beschuldiging over criminele contacten in onder- en vastgoedwereld

Vzr. Rb. Midden-Nederland 11 april 2025, IEF 22658; ECLI:NL:RBMNE:2025:1680 (Elvestia c.s. tegen gedaagde). Elvestia c.s. is eigenaar van een perceel en wil dit ontwikkelen. In januari 2025 informeert zij de omwonenden per brief over een mogelijk plan met het COA voor de huisvesting van alleenstaande minderjarige asielzoekers. Een dag later sturen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], beiden omwonenden en kritisch op eerdere en huidige plannen, een e-mail aan buurtgenoten en de gemeente. Volgens Elvestia c.s. bevat dat bericht onrechtmatige uitlatingen. Zij vordert rectificatie en een verbod op herhaling van die uitlatingen. [gedaagde sub 2] heeft inmiddels aan deze vorderingen voldaan. [gedaagde sub 1] weigert dat te doen. De uitlating in kwestie betreft een passage in een e-mail van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], waarin wordt gesuggereerd dat directe familieleden van [eiser sub 2] criminele contacten hadden en dat een Bibob-onderzoek daarom noodzakelijk zou zijn.

De voorzieningenrechter acht deze uitlating onrechtmatig: de beschuldiging is ernstig, suggereert actuele relevantie, maar mist feitelijke grondslag. De verdediging van [gedaagde sub 1], dat [eiser sub 2] hem vier à vijf jaar geleden tijdens een gesprek heeft geïntimideerd door te zeggen dat hij een criminele broer heeft, wordt verworpen wegens gebrek aan bewijs. De vordering tot rectificatie wordt daarom toegewezen voor [gedaagde sub 1], maar niet voor [gedaagde sub 2], die al voorafgaand aan de zitting vrijwillig aan de vordering heeft voldaan. Alleen het deel van de vordering dat ziet op het in verband brengen met criminaliteit wordt toegewezen jegens [gedaagde sub 1], omdat niet uitgesloten kan worden dat hij dit opnieuw zal doen. Voor [gedaagde sub 2] wordt de vordering afgewezen: zij heeft zich gedistantieerd van de uitlating, gerectificeerd en toezeggingen gedaan. Voortzetting van de procedure jegens haar was niet gerechtvaardigd.

3.6 Het voorgaande zou anders kunnen zijn als, zoals [gedaagde sub 1] beweert, [eiser sub 2] hem vier à vijf jaar geleden tijdens een gesprek heeft geïntimideerd door te zeggen dat hij een criminele broer heeft. Dat [eiser sub 2] dit daadwerkelijk heeft gezegd is echter voorshands niet aannemelijk. [eiser sub 2] betwist dat hij dat heeft gezegd en [gedaagde sub 1] heeft dat niet onderbouwd, terwijl hij dat wel had kunnen doen. Hij heeft namelijk gezegd dat hij na het gesprek aantekeningen heeft gemaakt en dat bij het gesprek een buurman aanwezig was. De aantekeningen heeft [gedaagde sub 1] niet overgelegd en van de buurman is geen verklaring aanwezig. Daarbij komt dat het op de voorzieningenrechter al met al aannemelijker voorkomt dat [eiser sub 2] dit niet heeft gezegd dan dat hij het heeft gezegd, omdat:

  • niet duidelijk is waarom [gedaagde sub 1] niet direct na dat gesprek aan bijvoorbeeld andere omwonenden verslag heeft gedaan over de gestelde intimidatie en daar nu, vijf jaar later, pas mee komt;
  • niet duidelijk wat voor belang [eiser sub 2] zou hebben gehad bij het doen van een dergelijke uitlating, omdat hij slechts een kennismakingsbezoek bracht aan een van de omwonenden.

3.7. Uit het voorgaande volgt dat er geen feitelijke basis is voor de hiervoor onder 3.3 geciteerde uitlating. Die uitlating is dus onrechtmatig. Dat betekent dat de vordering tot rectificatie wat betreft [gedaagde sub 1] wordt toegewezen. De voorzieningenrechter maakt enkele aanpassingen in de tekst van de rectificatie (zie hierna onder 4.1). De vordering tot rectificatie ten aanzien van [gedaagde sub 2] heeft Elvestia c.s. tijdens de zitting ingetrokken, omdat [gedaagde sub 2] al aan die vordering heeft voldaan.