22 jan 2025
Kopieer citeerwijze ||
Stichting Linh Son Tempel, eiser sub 2, eiser sub 3 tegen gedaagde sub 1, gedaagde sub 2, gedaagde sub 3
Onrechtmatige uitlatingen op sociale media: verboden en schadevergoeding wegens reputatieschade

Rb. Noord-Holland 22 januari 2025, IEF 22614, IT 4819; ECLI:NL:RBNHO:2025:502 (Stichting c.s. tegen gedaagden). In deze zaak vordert de Stichting Linh Son Tempel samen met eiser sub 2 en eiser sub 3 verboden, een rectificatie en schadevergoeding wegens uitlatingen die volgens hen onrechtmatig zijn en die gedaagde sub 1 heeft gepubliceerd op haar sociale media. Volgens de Stichting c.s. zijn ernstige, lasterlijke uitlatingen gedaan, waarbij eiser sub 2 (een monnik) en eiser sub 3 zonder geldige reden worden beschuldigd van diefstal en seksueel misbruik. Hun eer, goede naam en reputatie worden hierdoor ernstig aangetast. De rechtbank heeft eerder in het tussenvonnis van 4 september 2024 vastgesteld dat een vertaling door een beëdigd vertaler van de uitlatingen van gedaagde sub 1 ontbreekt en heeft de Stichting c.s. de gelegenheid gegeven zo’n vertaling alsnog in te dienen. De Stichting c.s. heeft daarna vertalingen van de gestelde lasterlijke uitlatingen ingediend. Wegens de omvang van de teksten zijn alleen de lasterlijke gedeelten vertaald. Volgens de Stichting c.s. tonen deze vertalingen aan dat de beschuldigingen in hun dagvaarding juist zijn. Zij verwijzen hierbij naar de notitie van vertaler Vu over bepaalde woorden in het Vietnamees die als respectloos en beledigend worden ervaren. De Stichting c.s. vindt dat de kosten voor deze vertalingen onderdeel zijn van de proceskosten en vraagt de rechtbank daarom gedaagde sub 1 ook hierin te veroordelen.
Gedaagde sub 1 handhaaft haar eerdere verweren. Zij stelt daarnaast dat niet vaststaat dat hetgeen vertaald is ook daadwerkelijk datgene is wat zij heeft gezegd in de filmpjes waarnaar de links verwijzen. Zij geeft aan dat zij contact heeft opgenomen met het vertaalbureau en daarbij duidelijk werd dat de Stichting c.s. alleen zelf uitgeschreven teksten heeft aangeleverd, zonder de internetlinks naar de filmpjes. Daardoor kon de vertaler niet controleren of wat vertaald is daadwerkelijk gezegd werd. Ook stelt gedaagde sub 1 dat niet de volledige context van haar uitlatingen meegenomen is. Daarom verzoekt zij om de vertalingen terzijde te schuiven. De rechtbank neemt bij haar beoordeling als uitgangspunt dat de door de Stichting c.s. ingediende vertaling betrekking heeft op de uitlatingen van gedaagde sub 1, aangezien gedaagde sub 1 onvoldoende heeft toegelicht waarom dit uitgangspunt onjuist zou zijn. Uit de beëdigde vertaling blijkt volgens de rechtbank van ernstige beschuldigingen van diefstal en seksueel misbruik, waarvoor geen enkel bewijs bestaat. Zowel eiser sub 2 als eiser sub 3 zijn herhaaldelijk zonder deugdelijke reden hiervan beschuldigd. De rechtbank concludeert daarom dat er sprake is van onrechtmatige uitlatingen door gedaagde sub 1. Het recht van de Stichting c.s. op bescherming van eer, goede naam en reputatie weegt, gezien de aard, inhoud en frequentie van die uitlatingen, zwaarder dan het recht van gedaagde sub 1 op vrije meningsuiting. Volgens de rechtbank zijn deze uitlatingen niet incidenteel, maar gaan zij ruimschoots voorbij aan wat toelaatbaar is. Ook stelt de rechtbank vast dat de volledige namen en foto’s van eiser sub 2 en eiser sub 3 zonder toestemming openbaar zijn gemaakt.
De rechtbank acht voldoende aangetoond dat eiser sub 2 en eiser sub 3 immateriële schade hebben geleden. Zij hebben voldoende toegelicht dat de uitlatingen grote impact op hun leven en werk hebben gehad. Daarom kent de rechtbank een immateriële schadevergoeding toe van € 5.000 aan eiser sub 2 en € 2.000 aan eiser sub 3. Daarnaast verbiedt de rechtbank gedaagde sub 1 om nog verdere grievende uitlatingen of beschuldigingen tegen eiser sub 2 en eiser sub 3 te doen, op straffe van dwangsommen. Ook moet gedaagde sub 1 binnen vier dagen een rectificatie sturen aan eiser sub 2 en eiser sub 3 en deze gedurende één maand zichtbaar plaatsen op haar Facebookpagina. Gedaagde sub 1 wordt tevens veroordeeld tot betaling van vertalings- en proceskosten. De vorderingen tegen gedaagde sub 2 en gedaagde sub 3 worden afgewezen. Volgens de rechtbank heeft de Stichting c.s. namelijk onvoldoende onderbouwd dat zij onrechtmatige uitlatingen hebben gedaan of daarvoor verantwoordelijk zijn.
2.5. Bij de beoordeling gaat de rechtbank er vanuit dat de door de Stichting c.s. gepresenteerde vertaling betrekking heeft op uitlatingen van [gedaagde sub 1] . [gedaagde sub 1] heeft immers onvoldoende gemotiveerd gesteld waarom dat uitgangspunt onjuist zou zijn. De beëdigde vertaler verklaart bovendien uitdrukkelijk de vertaling overeenkomstig de brontekst naar het Nederlands te hebben vertaald. Ook heeft deze vertaling eenzelfde strekking als de eerder door partijen in het geding gebrachte vertalingen.
2.12. De rechtbank acht voldoende vaststaan dat [eiser sub 2] en [eiser sub 3] reputatieschade hebben geleden en dat er een stevige inbreuk is gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer. [eiser sub 2] en [eiser sub 3] hebben voldoende toegelicht dat de uitlatingen van [gedaagde sub 1] grote impact op hun leven en werk hebben gehad. Dit onrechtmatig handelen rechtvaardigt daarmee een vergoeding van de immateriële schade (artikel 6:106 sub b Burgerlijk Wetboek, hierna: BW). Nu de hoogte van een dergelijke schadevergoeding uit de aard der zaak niet nauwkeurig kan worden vastgesteld zal deze worden geschat (artikel 6:97 BW). De rechtbank acht een bedrag aan immateriële schadevergoeding van 5.000,00 voor [eiser sub 2] en 2.000,00 voor [eiser sub 3] passend. De rechtbank houdt daarbij rekening met de omstandigheid dat [eiser sub 3] veel minder dan [eiser sub 2] een publiek persoon is en dat de facebookpagina van [gedaagde sub 1] een relatief klein bereik heeft. Ook weegt de rechtbank mee dat de uitlatingen zeer lang zichtbaar zijn geweest. Tot slot acht de rechtbank van belang dat de uitlatingen zeer beledigende passages bevatten en dat ook afbeeldingen van [eiser sub 2] en [eiser sub 3] op de Facebookpagina van [gedaagde sub 1] zijn geplaatst.