9 nov 2021
Onvoldoende advies over risico van hoge proceskostenveroordeling
Hof 's-Hertogenbosch 9 november 2021, IEF 20914; ECLI:NL:GHSHE:2021:3347 (Brabants Octrooibureau tegen Rijtuigbouw) Geïntimeerde spande een kort geding aan tegen iemand die volgens hem inbreuk maakte op zijn octrooi en verloor. Het Brabants Octrooibureau stuurde een factuur waarin de kosten voor het voorbereiden en bijwonen van de zaak bij geïntimeerde in rekening werd gebracht. Geïntimeerde ging niet met deze factuur akkoord en stelde dat het Brabants Octrooibureau hem onvoldoende had gewaarschuwd voor de financiële risico's van het aanspannen van het kort geding. De rechtbank stelde hem op dit punt in het gelijk, het hof heeft de uitspraak bekrachtigd [IEF 19802]. De voorgaande uitspraken worden nu nogmaals bekrachtigd.
9.8. Brabants Octrooibureau heeft, gelet op het voorgaande, bewezen dat een weloverwogen keuze van [geïntimeerde] om door te gaan met het kort geding, nadat [advocaat eerste aanleg 1] mondeling had gewezen op het risico van een hoge proceskostenveroordeling, een relevante oorzaak is geweest van de gestelde schade. Daarmee staat vast dat de door de wanprestatie ontnomen kans om een weloverwogen keuze te maken, niet 100% is. Echter, Brabants Octrooibureau heeft volgens het hof niet bewezen dat die kans 0% was. Brabants Octrooibureau had immers als octrooigemachtigde van [geïntimeerde] ondubbelzinnig en schriftelijk moeten wijzen op het risico van een hoge proceskostenveroordeling. Zij heeft dit niet gedaan. De ontvangst van de brief van [advocaat eerste aanleg 1] is niet bewezen, zodat onduidelijk is gebleven of [geïntimeerde] voldoende is geadviseerd over dat risico en ten volle een weloverwogen keuze heeft gemaakt. Brabants Octrooibureau heeft [geïntimeerde] bij deze stand van zaken nog wel een zekere kans ontnomen om een weloverwogen beslissing te nemen.
9.9. Het hof verenigt zich tegen deze achtergrond met het oordeel van de kantonrechter dat Brabants Octrooibureau door haar wanprestatie [geïntimeerde] de kans heeft ontnomen om een weloverwogen beslissing te nemen over het aanspannen van het kort geding (tussenarrest, 6.6). Het hof is het ook eens met de kantonrechter dat de kans, dat [geïntimeerde] dat niet gedaan zou hebben als Brabants Octrooibureau niet tekort zou zijn geschoten, 50% is.