Gepubliceerd op vrijdag 13 oktober 2006
IEF 2847
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Pippig/Hartlauer

(gebruik van beeldmateriaal)

HvJ EG 8 april 2003, zaak C-44/01, Pippig/Hartlauer
Artikelen 3 bis en 7 Vergelijkende Reclamerichtlijn

Vergelijkende reclame mag in beginsel op allerlei manieren, ook door het tonen van logo of winkelgevel van een concurrent.

De goedkope opticienketen Hartlauer vergeleek in een folder en in een televisiereclame de prijzen van traditionele opticiens, waaronder Pippig, met eigen prijzen. In de televisiespots was o.a. de winkelgevel met logo van Pippig te zien.

IER 2003/64, m.nt. JK

 

1‘Artikel 7 lid 2 [Vergelijkende reclamerichtlijn] , verzet zich ertegen dat op vergelijkende reclame, wat de vorm en de inhoud van de vergelijking betreft, strengere nationale bepalingen inzake bescherming tegen misleidende reclame worden toegepast, waarbij geen onderscheid dient te worden gemaakt tussen de verschillende bestanddelen van de vergelijking, dat wil zeggen de mededelingen inzake het aanbod van de adverteerder, de mededelingen inzake het aanbod van de concurrent en de onderlinge verhouding tussen deze twee aanbiedingen.
2Artikel 3 bis lid 1 sub a [Vergelijkende reclamerichtlijn] moet aldus worden uitgelegd, dat ofschoon het de adverteerder in beginsel vrijstaat om in een vergelijkende reclame het merk van de concurrerende producten al dan niet te noemen, de nationale rechter toch dient na te gaan of in bijzondere omstandigheden, die verband houden met het belang van het merk voor de keuze van de koper en met het aanzienlijke verschil in bekendheid tussen de respectieve merken van de vergeleken producten, het weglaten van het bekendste merk misleidend kan zijn.
3Artikel 3 bis lid 1 [Vergelijkende reclamerichtlijn] verzet zich er niet tegen dat de vergeleken producten via verschillende distributiekanalen worden aangeschaft.
4Artikel 3 bis [Vergelijkende reclamerichtlijn] verzet zich er niet tegen, dat de adverteerder nog vóór het begin van zijn eigen aanbieding een proefaankoop bij een concurrent verricht, wanneer de in deze bepaling gestelde voorwaarden voor geoorloofde vergelijkende reclame worden nageleefd.
5Noch het feit dat het prijsverschil tussen de vergeleken producten groter is dan het gemiddelde prijsverschil, noch het aantal vergelijkingen brengt mee dat een prijsvergelijking de goede naam van een concurrent schaadt in de zin van artikel 3 bis lid 1 sub e [Vergelijkende reclamerichtlijn]. Artikel 3 bis lid 1 sub e [Vergelijkende reclamerichtlijn] verzet zich er niet tegen, dat een vergelijkende reclame naast de naam van de concurrent ook zijn logo en een afbeelding van zijn winkelgevel toont, mits deze reclame voldoet aan de bij het gemeenschapsrecht vastgestelde voorwaarden voor geoorloofde reclame.’ (Dictum).