DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 15 juni 2023
IEF 21485
Rechtbank Amsterdam ||
11 mei 2023
Rechtbank Amsterdam 11 mei 2023, IEF 21485; ECLI:NL:RBAMS:2023:3183 (Stichting Participanten Pastorie Someren-Eind/DPG Media), https://ie-forum.nl/artikelen/publicatie-rond-pastorie-leidt-tot-perikelen

Publicatie rond pastorie leidt tot perikelen

Rechtbank Amsterdam 11 mei 2023, IEF 21485; ECLI:NL:RBAMS:2023:3183 (Stichting Participanten Pastorie Someren-Eind/DPG Media) In dit kort geding vordert Stichting Participanten Pastorie Someren-Eind (hierna: de Stichting c.s.) rectificatie van een nieuwsbericht dat door DPG Media B.V. (hierna: DPG) is geplaatst. DPG publiceert het ED, een regionaal dagblad dat zich voornamelijk op Oost-Brabant richt. In een aantal nieuwsberichten wordt de Stichting c.s. ervan beschuldigd te hebben 'gesjoemeld met zwart geld' bij het aankopen van een een pastorie in Someren-Eind. De Stichting c.s. vordert een rectificatie, met een tekst die aangeeft dat ten onrechte de suggestie is gewekt dat de pastorie (gedeeltelijk) met zwart geld zou zijn gekocht. DPG voert verweer en verzoekt afwijzing van de vordering.

De rechter stelt voorop dat het toewijzen van een rectificatie in deze zaak neerkomt op een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting van DPG. Dit kan slechts indien de beperking bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving. De bescherming van de goede naam van de Stichting c.s. is een gerede grond om deze vrijheid te beperken, mits er daadwerkelijk sprake is van een onrechtmatige publicatie. Het komt neer op een belangenafweging, waarbij het belang van DPG - namelijk de vrijheid om zich kritisch uit te laten over misstanden in de samenleving - moet worden afgezet tegenover het belang van de Stichting c.s. om niet lichtvaardig te worden blootgesteld aan verdachtmakingen en de bescherming van haar eer en goede naam. 

De Stiching c.s. bepleit dat DPG geen correcte toepassing heeft gegeven aan hoor en wederhoor en dat er een onrechtmatige suggestie wordt gewekt over de aanschaf van de pastorie. De kop 'Zwart geld of niet, dat is de vraag', met een foto van de pastorie, zou daarmee onrechtmatig zijn omdat het artikel zelf draait om het ontslag van een wethouder die (té) nauw betrokken zou zijn geweest bij een bouwbedrijf. DPG stelt op haar beurt dat zij in het ED verslag heeft gedaan van een openbare rechtszitting waarin diezelfde wethouder verklaarde dat de pastorie met zwart geld was gekocht. Daarbij zou zij met de benodigde journalistieke zuiverheid en zorgvuldigheid hebben gehandeld. 

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het artikel geen onrechtmatige publicatie is. Het is niet gesteld of gebleken dat er in het artikel onjuistheden staan. Daarnaast is er ook voldoende gelegenheid voor wederhoor geweest voor de Stichting c.s. De kop van het artikel, waar de Stichting c.s. tegen ageert, mag in zekere zin ongenuanceerd zijn. Zij is bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken, waarbij een zekere mate van overdrijving is toegestaan. Om die redenen wijst de rechter de vordering van de Stiching c.s. af, hoewel de rechter aan het einde van het vonnis aangeeft dat zij begrijpt dat de publicatie negatieve gevolgen voor de Stichting c.s. kan hebben. De enkele omstandigheid dat zij negatief wordt afgebeeld is echter niet voldoende om de belangenafweging in het voordeel van de Stichting c.s. te laten uitvallen. 

(Het auteursrecht op bovenstaande foto komt aan Rinus van Houts toe)

4.2 Uitgangspunt bij de beoordeling van de door de Stichting c.s. gevorderde rectificatie van het voormelde artikel in het ED, is dat het recht van DPG op vrijheid van meningsuiting ingevolge artikel 10 EVRM slechts kan worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen. Van een dergelijke beperking is sprake indien de publicatie onrechtmatig zou zijn jegens de Stichting c.s. in de zin van artikel 6:162 BW. Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten alle wederzijdse belangen tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van DPG is er met name in gelegen dat zij zich kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken, terwijl het belang van de Stichting c.s. met name erin is gelegen dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen en haar eer en goede naam niet wordt geschonden. Bij deze belangenafweging dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen.

 

4.6 De voorzieningenrechter is van oordeel dat met de plaatsing van het voormelde artikel in het ED niet onrechtmatig jegens de Stichting c.s. is gehandeld. Daarvoor is allereerst van belang dat niet is gesteld of gebleken dat er in het artikel van 10 november 2022 onjuistheden staan. Zo is door de Stichting c.s. niet betwist dat in het verhoor dat op 8 november 2022 in de rechtbank Den Bosch heeft plaatsgevonden, door [naam 6] onder ede is verklaard dat toenmalig wethouders [naam 7] in een college-overleg heeft gezegd dat de pastorie voor de helft met zwart geld zou worden betaald. [naam 7] heeft nadien weliswaar desgevraagd aan het ED verklaard dat hij dat niet zo heeft gezegd, welk weerwoord ook in het voormelde artikel is opgenomen, maar dat maakt niet dat het ED geen verslag zou mogen doen van de door [naam 6] op 8 november 2022 afgelegde verklaring. Bovendien blijkt uit het weerwoord van [naam 7] dat de lezingen op dit punt wel uiteenlopen, zoals in het artikel in het ED staat vermeld. [naam 6] stelt immers dat [naam 7] het wel heeft gezegd, en [naam 7] ontkent dat.

 

4.10 Dat het artikel in het ED van 10 november 2022 voorshands niet als onrechtmatig jegens de Stichting c.s. wordt beoordeeld, doet er niet aan af dat de voorzieningenrechter begrijpt dat het voor de Stichting c.s. negatieve gevolgen kan hebben omdat zij door de verklaring van [naam 6] in een negatief daglicht is komen te staan. Die enkele omstandigheid is echter onvoldoende om bij de afweging van de hiervoor onder 4.2 genoemde belangen, het belang van de Stichting c.s. zwaarder te kunnen laten wegen dan het belang van DPG. De gevorderde rectificatie is daarmee niet toewijsbaar.