DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 8 juni 2016
IEF 16004
Rechtbank Gelderland ||
3 jun 2016
Rechtbank Gelderland 3 jun 2016, IEF 16004; (Beekman BV tegen Elka Pieterman en Handyman), https://ie-forum.nl/artikelen/rechterwissel-leidt-tot-staking-executie-home-parts-vonnis-tot-beslissing-in-hoger-beroep

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD.

Rechterwissel leidt tot staking executie HOME PARTS-vonnis tot beslissing in hoger beroep

Vzr. Rechtbank Gelderland 3 juni 2016, IEF 16004 (Beekman tegen Elka Pieterman en Handyman)
Executiegeding. Schending hoor en wederhoor. In de procedure voorafgaand aan het vonnis hebben twee comparities plaatsgevonden ten overstaan van de rechter mr. Hermans, maar is door een andere rechter is het vonnis gewezen. Een bevel tot staking van de executie van het vonnis [IEF 16003] zal beperkt worden totdat in hoger beroep is beslist, maar niet totdat een uitspraak in hoger beroep kracht van gewijsde heeft gekregen. Pieterman wordt bevolen het vonnis te staken.

4.5. Dat sprake is van schending van die regels in dit geval is onmiskenbaar. Door in het geheel geen mededeling te doen van de voorgenomen vervanging is aan de partijen de mogelijkheid ontnomen om te vragen om een nadere mondelinge behandeling. Maar ook los van schending van de regels met betrekking tot de werkwijze bij vervanging van de rechter na een mondelinge behandeling, moet worden aangenomen dat aan het vonnis een gebrek kleeft in de wijze van totstandkoming. Uit de brief van de griffier van de rechtbank blijkt dat een mededeling niet aan de partijen is gedaan omdat ‘het vonnis, gelet op de inhoud van de processen-verbaal, niet is gebaseerd, ook niet mede, op het verhandelde ter zitting, maar uitsluitend op grond van de uitvoerige conclusiewisseling tussen partijen’. Hoewel uit het vonnis zelf niet blijkt dat het tot stand is gekomen zonder enige acht te slaan op hetgeen ter zitting is besproken, moet er gelet op die brief van de griffier vanuit worden gegaan dat dit het geval is geweest. Een dergelijke gang van zaken waarbij een rechter -of dat nu de rechter is ten overstaan van wie de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden of een andere- vonnis wijst uitsluitend op grond van schriftelijke processtukken zonder acht te slaan op hetgeen tijdens mondelinge behandelingen (die hebben plaatsgevonden) door en namens de partijen is verklaard, zonder dat de partijen daarmee hebben ingestemd, is ernstig in strijd met fundamentele beginselen van procesrecht. De partijen moeten er mede met het oog op het beginsel van hoor en wederhoor op kunnen vertrouwen dat de rechter die vonnis wijst zich daarbij baseert op alle proceshandelingen (mondeling of schriftelijk) die zijn verricht en rekening hotidt met al hetgeen de partijen door middel van die proceshandelingen naar voren hebben gebracht. Daarnaast levert de gang van zaken een ernstige schending op van het fundamentele recht dat een partij zijn standpunt mondeling naar voren heeft kunnen brengen. Om zulke dingen te voorkomen of in goede banen te leiden gelden nu juist ook de regels met betrekking tot de werkwijze in geval van een rechterswissel na de mondelinge behandeling. Die kunnen uiteraard niet worden ontgaan door dan maar helemaal geen rekening te houden met wat er bij de mondelinge behandeling is gezegd.

4.7. Hoewel dat voor Pieterman c.s., aan wie het gebrek in de wijze van totstandkoming van het vonnis niet kan worden aangerekend, bezwaarlijk is, kan aan de belangen van Beekman dat een veroordeling van haar op een zorgvuldige en behoorlijke manier tot stand komt en dat zij niet (grote) schade zal ondervinden van tenuitvoerlegging van een vonnis waaraan een fundamenteel gebrek kleeft in de gegeven omstandigheden bezwaarlijk anders tegemoet worden gekomen dan door de executie van het gebrekkig tot stand gekomen vonnis hangende een hoger beroep daartegen te doen staken. Van Beekman mag dan wel worden verlangd dat zij met voortvarendheid procedeert in hoger beroep en de grieven en de toelichting daarop, als het procesreglement daaraan niet in de weg staat, meteen in de dagvaarding opneemt. De hierna te geven beslissing geldt uiteraard onder de voorwaarde dat Beekman tijdig hoger beroep instelt tegen het vonnis. Een bevel tot staking van de executie zat beperkt worden totdat in hoger beroep is beslist, maar niet totdat een uitspraak in hoger beroep kracht van gewijsde heeft gekregen. Dat gaat thans te ver.