Gepubliceerd op vrijdag 31 juli 2020
IEF 19354
RCC ||
8 jul 2020
RCC 8 jul 2020, IEF 19354; (Aanklager tegen OAD), https://ie-forum.nl/artikelen/reis-aanbieden-met-gegarandeerd-vertrek-in-coronatijdperk-misleidend

Reis aanbieden met “gegarandeerd vertrek” in coronatijdperk misleidend

Reclame Code Commissie 8 juli 2020, IEF 19354, RB 3432; 2020/00219 (Aanklager tegen OAD) Reclamerecht. Reizen aanbieden met “gegarandeerd vertrek” wordt misleidend geacht, omdat “gegarandeerd vertrek” zorgvuldig moet worden gebruikt. De consument zal er bij deze toevoeging van uitgaan dat het zeker is dat een reis zal doorgaan, tenzij er sprake is van een plotselinge verhindering die op het moment van het aanbieden van de reis niet kon worden voorzien. Verhindering van de reis door corona is wel voorzienbaar.

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de term “GEGARANDEERD VERTREK” zo opvatten, dat sprake is van een reis waarvan bij voorbaat zeker is dat deze zal doorgaan. De gemiddelde consument zal daarbij wel begrijpen dat een plotseling opkomende verhindering zoals bijvoorbeeld een aardbeving op de plek van bestemming of een grote stofwolk boven het vliegveld van vertrek, zal maken dat de gegarandeerde reis niet (volgens het geplande schema) zal plaatsvinden. Het betreft dan niet een verhindering die op het moment van aanbieden van de gegarandeerde reis al kon worden voorzien. De toevoeging “GEGARANDEERD VERTREK” dient dan ook zorgvuldig te worden gebruikt. Gelet op bovenbedoelde verwachting en genoemd begrip, had het op de weg van adverteerder gelegen om voor de betrokken reis meer duidelijkheid te verschaffen over de betekenis van de term “GEGARANDEERD VERTREK” en hoe deze garantie zich verhoudt tot de Coronacrisis. In mei 2020 was immers al te voorzien dat deze crisis ook een rol kon spelen bij de mogelijkheid van vertrek in juni. Zonder deze informatie is het voor de gemiddelde consument niet duidelijk hoe hij gelet op de Coronacrisis de mededeling “GEGARANDEERD VERTREK”, die in mei 2020 op de website van adverteerder stond, dient te begrijpen. Nu deze informatie ontbreekt, is sprake van het op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.