DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 22 maart 2021
IEF 19839
Rechtbank Den Haag ||
10 mrt 2021
Rechtbank Den Haag 10 mrt 2021, IEF 19839; ECLI:NL:RBDHA:2021:2243 (MB Trading O&T en eiser tegen De Ridder), https://ie-forum.nl/artikelen/schorsing-van-hoofdzaak-tussen-eiser-en-de-ridder

Schorsing van hoofdzaak tussen eiser en De Ridder

Rechtbank Den Haag 10 maart 2021, IEF 19839, ECLI:NL:RBDHA:2021:2243 (MB Trading O&T en eiser tegen De Ridder) Incident over schorsing. Partijen MB Trading O&T en eiser hebben een akte houdende schorsing van het geding ingediend. De Ridder verweert zich hiertegen door te stellen dat de schorsing niet rechtsgeldig zijn doorgang kan vinden. De rechtbank gaat hier niet in mee en schorst de procedure in de hoofdzaak tussen partijen.

3.2. De Ridder verzet zich tegen de schorsing en betoogt daartoe dat aan de hand van de door [eiser] /MB Trading O&T overgelegde oprichtings- en/of inbrengakte niet (als voldoende bepaald) kan worden vastgesteld dat de vermeende vorderingen van [eiser] op De Ridder aan MB Trading O&T zijn overgedragen.

3.3. De rechtbank gaat aan dit betoog als ongegrond voorbij. Van de oprichtingsakte (overgelegd als productie EP27) maakt de “Annex: inbrengbalans, volmacht” (overgelegd als productie EP28) deel uit. In die Annex is in artikel III onder d opgenomen – kort gezegd – dat de in de onderhavige procedure in de hoofdzaak relevante merken worden ingebracht evenals de lopende en toekomstige vorderingen die daarmee verband houden, waarbij expliciet de onderhavige procedure (met zaaknummer) is genoemd. Daarmee kan objectief uit de oprichtingsakte worden herleid dat de vermeende vorderingen van [eiser] in de onderhavige procedure zijn ingebracht in MB Trading O&T. Deze overgang onder bijzondere titel heeft tot gevolg dat de betrekkingen waarin [eiser] het geding voerde, zijn opgehouden in de zin van artikel 225 lid 1 aanhef en onder c Rv.