Superioriteitsclaims van vijfpuntsgordel autozitjes ongeoorloofde vergelijkende reclame
Rechtbank Oost-Brabant 17 oktober 2014, IEF 14295 (Cybex tegen Dorel/Maxi Miliaan)
Artikel 6:194a BW. Ongeoorloofde vergelijkende reclame tussen autozitjes met vijfpuntsgordelsysteem en veiligheidskussensysteem. Dorel/Maxi Miliaan plaatst in haar nieuwsbrief en op haar website een verklaring over de optimale bescherming van peuters in autostoeltje met een vijfpuntsgordelharnas met de suggestie dat dit systeem veiliger is dan een veiligheidskussensysteem. De procedure in Duitsland was niet op tegenspraak, en komt daarom ook geen doorslaggevende betekenis toe. Op een aantal punten heeft Dorel niet voldaan aan het controleerbaarheids- en objectiviteitsvereiste waardoor deze kwalificeert als ongeoorloofde vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW. Een rectificatie wordt bevolen.
Het gaat om de superioriteitsclaims als "veiligere afremming door belasting van sterke lichaamsdelen" en "Stevig vasthouden op de veiligste positie". Het is een feit dat krachten op het buikgebied niet zijn te meten, omdat dummy's geen sensoren in die zone hebben.
4.12 (...) De eerste hoofdreden is “veiligere afremming door belasting van sterke lichaamsdelen”. Door het gebruik van het woord veiligere” maakt Dorel een superioriteitsclaim. Die moet zij ook hard kunnen maken met objectief bewijs. Los van de vraag of zij daartoe in staat is, heeft te gelden dat zij heeft nagelaten om in de Mededeling aan te geven op welke onderzoek(en) zij haar superioriteitsclaim baseert zodat niet is voldaan aan het controleerbaarheidsvereiste en is reeds op die grond sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclame. Dat laat onverlet dat het voor partijen van belang is om te weten of de uitingen in de Mededeling wel toelaatbaar zijn indien sprake zou zijn van een deugdelijke bronvermelding. De voorzieningenrechter zal daarom ook ingaan op de vraag of vergelijking berust op objectieve gronden.
4.19. Ook de tweede hoofdreden die Dorel noemt in de Mededeling bevat een superioriteitsclaim. Dorel heeft het immers over stevig vasthouden op de veiligste positie. Met andere woorden op een positie die veiliger is dan van een stoeltje voorzien van een veiligheidskussen. Daarvoor geldt eveneens dat Dorel niet heeft voldaan aan het controleerbaarheidsvereiste omdat elke verwijzing naar een onderbouwing van die stellig in de Mededeling ontbreekt. Dat betekent dat ook die superioriteitsclaim reeds om die reden kwalificeert als ongeoorloofde vergelijkende reclame. Onder verwijzing naar de hierboven behandelde producties ontbreekt het bovendien aan voldoende objectieve onderbouwing van de claim. Ook voor deze stelling ontbreekt het naar het oordeel van de voorzieningenrechter aan voldoende objectief bewijs. Dorel mag wel stellen dat een kind in een vijfpuntsgordelharnas veilig wordt vastgehouden, maar zij mag op basis van de thans overgelegde stukken niet suggereren dat een kind in een stoeltje voorzien van een veiligheidskussen minder veilig wordt vastgehouden zoals zij wel doet in de Mededeling. Ook om die reden maakt Dorel zich naar het oordeel van de voorzieningenrechter schuldig aan ongeoorloofde vergelijkende reclame.