DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 15 november 2016
IEF 16373

Bijdrage ingezonden door Thijs van den Heuvel, Bird & Bird

Thijs van den Heuvel - Linken: verwijzen met (veronderstelde) kennis van inbreuk, is inbreuk

Het Europese Hof van Justitie (hierna: "HvJEU" of "Hof") heeft zich in het arrest GS Media opnieuw uitgesproken over de juridische kwalificatie van hyperlinks. De centrale vraag in dit artikel: onder welke omstandigheden kan een auteursrechthebbende optreden tegen het plaatsen van een hyperlink? Met andere woorden: wanneer is een hyperlink te beschouwen als "een mededeling aan het publiek"? Om antwoord te geven op deze vraag zullen de overwegingen van het Hof in de zaak GS Media worden besproken en vergeleken met het internationaal wettelijk kader en eerdere arresten. Aan het eind van dit artikel zal nog kort worden stilgestaan bij de praktische implicaties van dit arrest en de vragen die het oproept. 

In deze inleiding signaleer ik vast een aantal opvallende punten uit het arrest. Bijvoorbeeld dat het Hof een nieuw criterium introduceert, namelijk kennis van inbreuk, en dit criterium direct van doorslaggevend belang laat zijn. Wat ook opvalt, is dat het Hof overweegt dat een "nieuw publiek" vereist is om te kunnen spreken van een mededeling aan het publiek, maar nergens met zoveel woorden vaststelt dat ook daadwerkelijk een "nieuw" of ander publiek wordt bereikt. Bijzonder is ten slotte dat de aanwezigheid van winstoogmerk relevant wordt geacht voor de verdeling van bewijslast. 

Met dit alles wordt door het Hof een eenvoudige verwijzing onder het verbodsrecht van de auteursrechthebbende gebracht en krijgen zij de mogelijkheid op te treden tegen iedereen die een hyperlink plaatst naar materiaal dat zonder toestemming op internet is gezet.

Lees het gehele artikel.