11 mrt 2020
Verbodsvordering toegewezen voor de duur van bodemprocedure
Rechtbank Den Haag 11 maart 2020, IEF 19087; ECLI:NL:RBDHA:2020:2161 (Nikon tegen PHL) Nikon en Nikon Europe behoren beide tot de Nikon Group, een groep van ondernemingen die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie en verkoop van optische en elektronische apparatuur. Nikon is houdster van diverse Uniemerken. PHL is een in Gibraltar gevestigde vennootschap. Zij heeft meerdere domeinnamen onder haar beheer, met daaraan steeds dezelfde website (in verschillende talen) gekoppeld waarop fotocamera’s en daaraan gerelateerde producten van verschillende merken worden aangeboden en verkocht, waaronder producten voorzien van het merk Nikon.
In het tussenvonnis m.b.t. het 1e bevoegdheidsincident is een bindende eindbeslissing genomen ten aanzien van de bevoegdheid. Daarvan is tussentijds appel toegestaan en ingesteld. Daargelaten of het onderhavige incident in strijd is met het gesloten stelsel van rechtsmiddelen of misbruik van procesrecht oplevert, komt de rechtbank niet terug op haar bindende eindbeslissing. Voorlopige voorziening: PHL wordt met onmiddellijke ingang, voor de duur van het geding, bevolen iedere inbreuk op de Uniemerken te staken en gestaakt te houden, waaronder in het bijzonder het promoten, aanbieden, verkopen, leveren en/of in voorraad houden van de Nikon producten in de Europese Unie.
6.7.
Zou veronderstellenderwijs worden aangenomen dat de producten van de vier testaankopen wel onder de uitputtingsregeling van artikel 15 lid 1 UMVo vallen, dan kan Nikon c.s. zich naar voorlopig oordeel nog steeds op basis van de artikel 15 lid 2 UMVo verzetten tegen verdere verhandeling van de waren. Met Nikon c.s. is de rechtbank voorshands van oordeel dat voldoende vaststaat dat de eerste drie testaankopen op zodanig gebrekkige wijze zijn geleverd dat de toestand van de waren, nadat zij in de handel zijn gebracht, zijn gewijzigd en verslechterd in de zin van voormeld artikellid. Nikon c.s. heeft de testaankopen in de verpakkingen meegenomen naar de zitting en ten behoeve van beoordeling door de rechtbank achtergelaten. De rechtbank heeft kunnen constateren dat de camera’s van de eerste drie testaankopen respectievelijk in een (beschadigde) doos zijn geleverd waarin normaal een cameratoestel in combinatie met een andere lens wordt geleverd, in een doos die voor de Chinese markt is bestemd (te zien aan de Chinese tekens op de doos), dan wel met een geprinte handleiding in plaats van een handleiding die normaal in boekvorm wordt geleverd. Aan de enkele opmerking van PHL dat er met de getoonde verpakkingen, handleidingen en het product zelf niet veel mis lijkt te zijn, gaat de rechtbank dan ook als ongegrond voorbij.6.8 Nu in het kader van dit incident aldus voorshands voldoende aannemelijk is dat sprake is van inbreuk op de Uniemerken van Nikon c.s., is het in 3.1 onder 1) gevorderde provisionele verbod toewijsbaar. Nikon c.s. heeft - zonder nadere toelichting - gevorderd dat de rechtbank het provisionele verbod toe zal wijzen niet alleen voor de duur van de bodemprocedure in eerste aanleg, maar ook voor de duur van een eventueel hoger beroep. Dit wordt afgewezen. De onderhavige voorziening vormt een voorschot op de toewijzing van de verbodsvordering in de hoofdzaak. Voor zover het vonnis in de hoofdzaak een veroordeling inhoudt die gelijk is aan de voorlopige voorziening, vervangt dat vonnis dan van rechtswege de titel op grond waarvan aan de voorlopige voorziening is voldaan, en voor zover het vonnis afwijkt van het provisionele vonnis ontvalt de grondslag aan de toewijzing van de voorlopige voorziening.5