31 okt 2024
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jurian van Groenendaal, Van Kaam.
Vermelden namen ambtenaren en advocaat Gemeente Amsterdam niet onrechtmatig
Rb. Amsterdam 31 oktober 2024, IEF 22346; ECLI:NL:RBAMS:2024:6672 (Gemeente Amsterdam tegen gedaagden) Gedaagden en de Gemeente Amsterdam hebben meerdere geschillen over het gebruik en de exploitatie van een terrein in het havengebied van Amsterdam. In de vele procedures die tussen partijen aanhangig zijn wordt de Gemeente steeds vertegenwoordigd door dezelfde interne huisadvocaat. Gedaagden hebben een brief van 18 kantjes verstuurd aan de Gemeente waarin zij beschuldigingen en ongenoegen op individuele ambtenaren en de advocaat richten. Zij worden met naam en toenaam genoemd. Gedaagden hebben de brief ook op diens website gepubliceerd. Ook op LinkedIn noemen gedaagden de namen van de individuele ambtenaren.
Deze zaak draait niet om de publicaties op zichzelf, maar uitsluitend om de vraag of gedaagden onrechtmatig handelen jegens de Gemeente door op de website de namen te noemen van twee ambtenaren en de interne advocaat. De rechtbank oordeelt dat het noemen van de namen is toegestaan, nu de twee ambtenaren en de advocaat tot op zekere hoogte als "public figure" kunnen worden aangemerkt.
4.7. [naam 1] heeft er verder op gewezen dat de betrokken personen geen ‘gewone’ (anonieme) medewerkers van de Gemeente zijn, maar twee hoge ambtenaren en een advocaat, die ook zelf de media opzoeken en/of al eerder in de publieke belangstelling hebben gestaan. Zo is de Advocaat al jarenlang met dit dossier bezig, is hij online te zien in (live) uitzendingen van de vergaderingen van de Gemeenteraad en schakelt de wethouder hem daarbij in om namens de Gemeente vragen te beantwoorden over het terrein, vanwege zijn dossierkennis. Ambtenaar I is Senior Projectleider Grond en Ontwikkeling en lid van het onderhandelingsteam en het mediationteam van het ADM-terrein. Daarnaast profileert hij zich als actief in de vastgoedmarketing van de Metropoolregio Amsterdam. Ambtenaar II is Strategisch Adviseur Grond en Ontwikkeling, is actief in het bouwrijp maken van gemeente grond, in erfpachtuitgiftes, beheer van onroerende zaken en sturing en begeleiding van ruimtelijke projecten. Beiden zijn betrokken bij meerdere grote projecten zoals het Marineterrein, de Bijlmermeer en het ADM-terrein. Beiden komen van tijd tot tijd in de openbaarheid, door mee te werken aan interviews, publicaties en artikelen en door deelname aan openbare bijeenkomsten over hun vakgebieden. [naam 1] heeft tegen de achtergrond van de genoemde voorbeelden terecht aangevoerd dat de Ambtenaren er dus voor hebben gekozen een meer politieke en zichtbare rol te vervullen, en daarom meer kritiek moeten kunnen verdragen dan andere overheidsmedewerkers of willekeurige burgers. Dat geldt ook voor de Advocaat, wiens rol bovendien een andere is dan een gewone ambtenaar, ook al is hij in dienst van de Gemeente. Ook hij zal zich daarom meer moeten laten welgevallen dan een willekeurige medewerker en kan tot op zekere hoogte als een ‘public figure’ worden aangemerkt.
4.9. [...] Het is begrijpelijk dat de betrokken Ambtenaren en de Advocaat de uitlatingen van [naam 1] als onprettig ervaren, maar binnen de genoemde context moeten zij tegen een stootje kunnen. Van belang is dat het hier gaat om hun professionele functioneren en niet om zaken die hun privéleven betreffen. Ook weegt mee dat [naam 1] de namen van de betrokkenen in een alinea van de door hem gepubliceerde brief slechts eenmaal heeft genoemd en die van de advocaat daarnaast in het LinkedInbericht niet volledig. Verder zijn behalve die namen geen andere gegevens zoals bijvoorbeeld (e-mail)adressen vermeld.