DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 6 december 2019
IEF 18873
Rechtbank Overijssel ||
14 okt 2019
Rechtbank Overijssel 14 okt 2019, IEF 18873; ECLI:NL:RBOVE:2019:4040 (BGY tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-afgifte-kunstgras-recepten-onvoldoende-onderbouwd

Uitspraak ingezonden door Jan Smolders, Dohmen advocaten.

Vordering tot afgifte kunstgras-recepten onvoldoende onderbouwd

Vrz. Rechtbank Overijssel 14 oktober 2019, IEF 18873; ECLI:NL:RBOVE:2019:4040 (BGY tegen X) BGY ontwikkelt en produceert kunstgrasgarens. Zij hebben daartoe een grasgarenmachine aangeschaft. In deze machine worden instellingen gezet, die zijn gebaseerd op bepaalde recepten van kunstgrasgarens. Gedaagde was werkzaam voor BGY. Op een bepaald moment is BGY overgenomen en is besloten alle activiteiten omtrent kunstgrasgarens te beëindigen. Aan gedaagde is een vaststellingsovereenkomst aangeboden om zijn dienstverband te beëindigen. Er ontstaat een discussie over de afwikkeling en dan met name over de vraag wie eigenaar is van de recepten voor de kunstgrasgarens en de bijbehorende instellingen van de machine.

Gedaagde betoogt dat hij eigenaar is van de recepten, omdat het kennis betreft die hij heeft opgedaan bij zijn vorige werkgever. Geoordeeld wordt dat BGY onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de recepten en machine-instellingen haar eigendom zijn geworden. Zonder nadere bewijslevering is niet duidelijk welke afspraken er precies zijn gemaakt over de kennis van gedaagde. Daarbij rijst ook nog de vraag of er sprake is van een “werk” als bedoelt in artikel 1 juncto 10 Auteurswet. Op deze vraag wordt niet verder ingegaan.

4.7. Gelet op het bovenstaande is voorshands onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat BGY eigenaar is (geworden) van de recepten en machine-instellingen zoals omschreven in productie 12 van de dagvaarding en dat [gedaagde] deze daarom aan haar dient terug te geven. Ook is zonder nadere bewijslevering niet met voldoende zekerheid vast te stellen welke afspraken partijen hebben gemaakt over de knowhow van [gedaagde] en de (her)ontwikkeling van de recepten en machine-instellingen (met bijbehorende logbestanden) binnen BGY en dientengevolge aan wie deze toebehoren. Daar komt bij dat op dit moment sowieso niet goed kan worden vastgesteld of de door BGY gestelde recepturen en de machine-instellingen dienen te worden beschouwd als een “werk“ in de zin van artikel 1 juncto 10 Auteurswet en of het auteursrecht de recepten en machine-instellingen als zodanig beschermt of dat enkel sprake is van bedrijfsgeheimen (knowhow) die niet worden beschermd door een exclusief recht van intellectuele eigendom, maar door BGY hadden moeten worden beschermd door het aangaan van bijvoorbeeld een geheimhoudingsovereenkomst met [gedaagde] . De gevorderde voorzieningen van BGY ten aanzien van afgifte van de recepten en machine-instellingen (met bijbehorende logbestanden) dienen al met al te worden afgewezen.