DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 21 juni 2017
IEF 16886

Bijdrage ingezonden door Wim Maas, TaylorWessing.

Wim Maas - Een tweede IE-rechtbank in Nederland

In het opiniestuk van Visser, Vrendenbarg en Steenbergen over “Doorlooptijden IE-zaken rechtbank Den Haag verder toegenomen’ in BIE maart/april 2017 (inloggen BIE-abonnees) opperen de auteurs dat het misschien een goed moment is om KEI aan te grijpen om een tweede rechtbank voor IE-zaken in Nederland aan te wijzen om de druk op de rechtbank Den Haag te verminderen. Daarmee zou bovendien een tweede kennis- en ervaringscentrum in Nederland ontstaan en de doorlooptijden zouden drastisch verlagen, zoals met KEI ook wordt beoogd. Dit zijn in mijn ogen overtuigende argumenten, waar geen speld tussen te krijgen is. Toch ziet het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag het anders. Zij menen dat het instellen van een tweede rechtbank voor IE-zaken het probleem zou verschuiven. Om deze stelling te onderbouwen wordt vervolgens genoemd dat concentratie bijdraagt aan de opleiding van ervaren rechters tot specialistische rechters. Ik snap deze redenering niet. Natuurlijk begrijp ik dat concentratie bijdraagt tot betere rechtspraak. Ik onderschrijf ook de uitkomsten van het rapport ‘Specialisatie loont’ van prof. Klaassen. Als octrooiadvocaat behoor ik tot een groep stakeholders die op basis van eigen ervaring kan zeggen dat rechtzoekenden wel degelijk gebaat zijn bij goede, specialistische rechters. Maar ik zie werkelijk niet in waarom het instellen van een tweede IE-rechtbank het probleem niet zou oplossen, maar verschuiven. Mijn stellige overtuiging is dat in de laatste tien jaar de IE-zaken zijn toegenomen. Ik baseer dit op de groei van onze eigen praktijk, op de toename van het aantal IE-kantoren, en de toename van het aantal IE-advocaten. De octrooizaken zijn ook steeds groter en complexer geworden. Die complexiteit zie ik ook steeds toenemen. Dat erkent het gerechtsbestuur ook in haar reactie. Als er nu een tweede gespecialiseerde IE-rechtbank zou zijn, dan kan het niet anders dan dat de doorlooptijden drastisch worden ingekort. Simpel: als je hetzelfde werk met meer mensen kan doen, zorgt ervoor dat het sneller af is. Een waarheid als koe.

Het valt en staat dus met de vraag: zijn er voldoende IE-zaken om een tweede specialistische IE rechtbank te rechtvaardigen? Ik denk zelf dat de huidige realiteit bewijst dat een tweede Nederlandse rechtbank met dezelfde specialistische ervaring zeer welkom is. Liever vandaag dan morgen. In Duitsland heb je ook in ieder geval drie goede rechtbanken waar de juiste ervaring aanwezig is voor ingewikkelde IE-zaken. Dat kan dus prima als er maar genoeg werk is om ervaren rechters op te leiden tot specialistische rechters.

Maar hoe ‘bouw’ je een tweede specialistische IE-rechtbank in Nederland? Hoe kom je aan de juiste rechters? Hoe moeten deze ‘nieuwe’ rechters worden opgeleid, indien er (letterlijk) een grote afstand is met de ervaren Haagse IE-rechters die idealiter de opleiding verzorgen? En waar zou die tweede IE-rechtbank dan moeten komen? 

Laten we bij die laatste vraag beginnen. Ik preek voor eigen parochie, maar mijns inziens is er maar één stad waar deze tweede IE-rechtbank zou moeten komen. Dat is Eindhoven. Deze regio wordt ook wel de Brainport regio genoemd. Sinds vorig jaar is Brainport erkend als mainport, samen met de haven Rotterdam en Schiphol. Het is dus nu ook officieel een economisch kerngebied van nationale betekenis vanwege de aanwezigheid van vele wereldwijd opererende technologiebedrijven en de hechte samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid (ook wel het Triple Helix beleid genoemd). Niet onbelangrijk: de meeste octrooiaanvragen komen uit deze regio. [1] Dat wordt ook onderstreept doordat nagenoeg alle (grotere) octrooigemachtigdenkantoren een vestiging hebben in Eindhoven. Het stadsbestuur en Brainport regio Eindhoven hebben ook de wens om onder meer door het aantrekken van IE rechtspraak een kennis- en ervaringscentrum op te bouwen ter verdere versterking van het Triple Helix beleid. Kortom, Eindhoven is een logische locatie en heeft ook de wil om dit te faciliteren. [2]

Door Eindhoven als locatie te kiezen voor een tweede IE-rechtbank vis je bovendien in een compleet andere (geografische) vijver om aan goede, specialistische rechters te komen. Hoewel Den Haag een fantastische stad is – waar ik mijn advocatuurlijke carrière met veel plezier ben begonnen – , is het wel een drempel voor veel elders woonachtige kandidaten om elke dag naar het Westen te forensen. Bovendien weet ik dat er bij andere rechtbanken meerdere rechters zeer geïnteresseerd zouden zijn om fulltime IE-rechter te worden. Die mogelijkheid is er nu bij de rechtbanken waar deze rechters werkzaam zijn simpelweg niet.

Ik zie Eindhoven ook als een zeer geschikte locatie voor de UPC Local Division die moet worden ingericht. Ik begrijp dat er een voorkeur is voor een locatie in Den Haag (het New Babylon gebouw), maar of die keuze al definitief is, weet ik niet. In ieder geval zou je twee vliegen in één klap slaan: en de tweede Nederlandse IE-rechtbank en de UPC Local Division. Eindhoven airport is op 15 minuten afstand, er zijn goede treinverbindingen en vanuit Amsterdam ben je er ook in anderhalf uur. De faciliteiten in het Eindhoven zijn er al. Het zou veel geld en tijd besparen.

De echte uitdaging zal vooral gelegen zijn in de opleiding van deze ‘nieuwe’ rechters. Idealiter gebeurt dat door (voormalige) ervaren Haagse rechters. Natuurlijk moet er bij zowel het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag als die van de rechtbank Oost-Brabant de wil zijn om deze uitdaging aan te gaan. Als men alleen beren op de weg ziet, dan zal het moeilijk worden. Maar ik ben ervan overtuigd dat alleen al het voeren van deze discussie tot inzichten kan leiden om de alom geroemde snelheid van de Haagse IE-rechtspraak weer terug te krijgen.

Wim Maas 

[2] Sinds de herziening van de gerechtelijke kaart in 2013 is Eindhoven ook een locatie van de rechtbank Oost-Brabant.