Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden
Wordt met “Teamleiders.nu” aangetoond dat we met “Dairy Partners” niks opschieten?
De Hoge Raad beantwoordde begin dit jaar in zijn “Dairy Partners”-arrest vragen over de beschermingsomvang van beschrijvende handelsnamen:
“In de eerste plaats impliceert de eis dat verwarring te duchten valt, dat het relevante publiek de oudere handelsnaam kent en deze in verband brengt met de onderneming ten gunste waarvan de bescherming wordt ingeroepen. Een geheel beschrijvende handelsnaam heeft in beginsel geen onderscheidend vermogen, tenzij het publiek een zodanige naam door de intensiteit van het gebruik ervan is gaan associëren met de onderneming die haar voert (‘inburgering’)” (Dairy Partners, ov. 2.8.2).
Volgens de Hoge Raad is voorts “van belang dat, nu het gebruik van beschrijvende aanduidingen is toegenomen […], aangenomen mag worden dat het publiek eraan gewend is dat ondernemingen beschrijvende handelsnamen gebruiken, en minder snel in verwarring zal raken als meer (rechts)personen onder dezelfde, of slechts in geringe mate afwijkende, beschrijvende handelsnamen aan het economische verkeer deelnemen. Mocht verwarring dreigen, dan kan een kleine variatie in de naam dat gevaar al wegnemen” (Dairy Partners, ov. 2.8.2).
“De hiervoor in 2.8.2 bedoelde wijze van beoordeling van de vraag of gevaar voor verwarring bestaat, waarborgt in voldoende mate dat aanduidingen die beschrijvend zijn voor de aard van een onderneming of van de door haar geleverde waren of diensten, door een ieder vrij kunnen worden gebruikt. Om die reden bestaat er wat betreft beschrijvende handelsnamen zonder onderscheidend vermogen onvoldoende aanleiding om bijkomende omstandigheden te vereisen”.
Maar de Voorzieningenrechter in Limburg ziet feitelijke verwarring en geeft een verbod.
Feitelijke verwarring (bijvoorbeeld dat een mail naar de verkeerde partij gaat) is ook mogelijk bij “een geheel beschrijvende handelsnaam” die “geen onderscheidend vermogen” heeft. Als die feitelijke verwarring vervolgens (toch) voldoende is om het gebruik van een ander beschrijvende aanduiding te verbieden dan schieten we weinig op met de “aanname” van de Hoge Raad “dat het publiek eraan gewend is dat ondernemingen beschrijvende handelsnamen gebruiken, en minder snel in verwarring zal raken als meer (rechts)personen onder dezelfde, of slechts in geringe mate afwijkende, beschrijvende handelsnamen aan het economische verkeer deelnemen”.
Tijdens de eerste Leiden Law Lunch IE op woensdag 1 september 2021 zullen Roderick Chalmers en Charlotte Vrendenbarg spreken over het handelsnaamrecht en beschrijvende aanduidingen na het Dairy Partners arrest.
Zij zullen onder andere ingaan op het vonnis van de Rechtbank Limburg in de zaak van Teamleiders.nu tegen Teamleiders.nl (en Teamleider.nu).
Vzr. Rechtbank Limburg 23 juli 2021, IEF 20118 (Teamleiders.nu)