DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 13 januari 2017
IEF 16492
Rechtbank Rotterdam ||
30 dec 2016
Rechtbank Rotterdam 30 dec 2016, IEF 16492; ECLI:NL:RBROT:2016:10108 (Carve-out situatie auteursrecht abri's), https://ie-forum.nl/artikelen/zogeheten-carve-out-situatie-licentie-op-auteursrecht-abri-wordt-niet-onderbouwd-betwist

Zogeheten carve-out situatie licentie op auteursrecht Abri wordt niet onderbouwd betwist

Vzr. Rechtbank Rotterdam 30 december 2016, IEF 16492; ECLI:NL:RBROT:2016:10108 (carve-out situati abri) Als randvermelding. Auteursrecht-element in Aanbestedingsrechtelijke zaak. Eiseressen kopen van vervoersmaatschappijen exploitatierechten van reclameruimte als bijvoorbeeld vitrines, abri’s en vervoersmiddelen en sluiten vervolgens contracten met bedrijven reclame willen maken. Zij vorderde dat een aanbestedingsprocedure zou worden aangekondigd en verbod op uitvoering van de overeenkomst, maar in worden discriminatoire voorwaarden gesteld, zoals het leveren van nieuwe objecten te plaatsen die aansluiten bij bestaande vormgeving. Het intellectueel eigendomsrecht van de abri’s berust bij tussenkomende partij, zodat zij een belangrijk voordeel heeft. Tussenkomende partij is niet auteursrechthebbende, zij heeft een exclusieve licentieovereenkomst met de rechthebbende, maar die overeenkomst bevat een uitzondering voor het vervoersgebied. Eiseressen kunnen zelf een licentieovereenkomst sluiten en inschrijven met een identieke abri. De zogeheten carve-out situatie, de licentie geldt niet voor de regio Rotterdam, wordt niet onderbouwd betwist. Verder gaat deze zaak over het aanbestedingsrecht en wordt de vordering afgewezen.

In de aanbestedingsstukken worden discriminatoire voorwaarden gesteld die gunstig zijn voor [tussenkomende partij] en ongunstig voor [eiseressen].
In haar dagvaarding noemt [eiseressen] daarvoor de volgende drie argumenten:
- een (nieuwe) concessiehouder is verplicht om desgevraagd nieuwe abri’s te plaatsen. De (nieuwe) concessiehouder moet nieuwe objecten moet kunnen leveren die aansluiten bij de bestaande uitstraling/vormgeving. Het intellectueel eigendomsrecht van de abri’s berust bij [tussenkomende partij] , zodat [tussenkomende partij] een belangrijk voordeel heeft.

4.21. [eiseressen] maakt [gedaagde] het verwijt dat een (nieuwe) concessiehouder verplicht is om desgevraagd nieuwe abri’s te plaatsen. De (nieuwe) concessiehouder moet nieuwe objecten kunnen leveren die aansluiten bij de bestaande uitstraling en vormgeving. Het intellectueel eigendomsrecht van de abri’s berust bij [tussenkomende partij] , zodat [tussenkomende partij] een belangrijk voordeel heeft.
[tussenkomende partij] betwist dat zij de rechthebbende is van het auteursrecht op bedoelde abri’s en voegt daar aan toe dat dit openbare informatie is. Zij heeft een exclusieve licentieovereenkomst met de rechthebbende, maar die overeenkomst bevat een uitzondering voor het vervoersgebied van [gedaagde] . Dat betekent, volgens [tussenkomende partij] , dat derden als [eiseressen] zelf een licentieovereenkomst kunnen sluiten en kunnen inschrijven met een identieke abri. [gedaagde] stelt dat het haar gaat om een vergelijkbare uitstraling als de bestaande abri’s en metropanels.

4.22. De voorzieningenrechter constateert dat [eiseressen] haar stelling niet onderbouwt en niet betwist dat [tussenkomende partij] niet de houder van het recht van intellectuele eigendom op de gevraagde abri’s is en evenmin dat sprake is van een zogeheten carve-out situatie (de licentie van [tussenkomende partij] geldt niet voor de regio Rotterdam). Gelet daarop wordt tot uitgangspunt genomen dat alle geïnteresseerde marktpartijen de gevraagde abri zullen kunnen afnemen en aan [gedaagde] kunnen leveren. Dat, anders dan [gedaagde] stelt, het er op het eerste gezicht niet op lijkt dat ook abri’s met een vergelijkbare uitstraling zijn toegestaan, maakt het hiervoor overwogene niet anders.