DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 25 maart 2024
IEF 21959
Hof Arnhem-Leeuwarden ||
12 mrt 2024
Hof Arnhem-Leeuwarden 12 mrt 2024, IEF 21959; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS), https://ie-forum.nl/artikelen/zwarte-lijst-artsen-verboden

Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx Advocaten.

Zwarte lijst artsen verboden

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 maart 2024, IEF 21959, IT 4505; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS) SIN c.s. hebben de websites zwartelijstartsen.com en zwartelijstartsen.nl samengesteld en online gezet waarop zowel artsen als zorgverleners worden vermeld en neergezet als plegers van 'medische misdrijven'. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van SOS, inhoudende dat de onrechtmatige uitingen worden verboden, de domeinnamen aan SOS worden overgedragen en aan Google wordt verzocht vermeldingen van deze websites uit de zoekresultaten te verwijderen, toegewezen [IEF 19694]. SIN c.s. heeft tegen dit vonnis beroep ingesteld. 

Het hof erkent dat de zwarte lijsten zijn afgeleid van het BIG-register en daarin voor een deel hun feitelijke verankering vinden. Op de zwarte lijsten zijn echter foto’s en in sommige gevallen adressen toegevoegd waardoor persoonlijke gegevens van artsen die in het BIG-register staan aan de openbaarheid worden prijsgegeven zonder dat daartoe aanleiding is. De zwarte lijsten gaan daarom stelselmatig en in verschillende opzichten verder dan de openbare versie van het BIG-register. Bovendien is gebleken dat SIN c.s. de zwarte lijsten niet steeds aanpast aan de actualiteit. Op de zwarte lijsten blijven sommige tuchtmaatregelen zichtbaar, ook nadat de zichtbaarheid in BIGregister.nl is verdwenen. Door deze verschillen tussen de openbare versie van het BIG-register en de zwarte lijsten wordt het systeem van openbaarmaking van tuchtrechtelijke maatregelen doorkruist. Het hof oordeelt dat het recht van de bij SOS aangesloten artsen op eerbiediging van hun eer en goede naam zwaarder weegt dan het belang van SIN c.s. bij haar recht op vrije meningsuiting.

4.10. Bij zijn beoordeling acht het hof de volgende feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien van belang.

De zwarte lijsten zijn afgeleid van het BIG-register en vinden daarin voor een deel hun feitelijke verankering. De zwarte lijsten gaan echter stelselmatig en in verschillende opzichten (veel) verder dan de openbare versie van het BIG-register zoals dat als BIG-register.nl online staat. Door het toevoegen van foto’s en in sommige gevallen adressen worden persoonlijke gegevens van artsen die in het BIG-register staan aan de openbaarheid prijsgegeven zonder dat daartoe aanleiding is, noodzaak bestaat of dat van toegevoegde waarde is ten aanzien van de openbaarmaking van tuchtrechtelijke maatregelen, zoals door BIG-register.nl reeds wordt gewaarborgd. Datzelfde geldt ook voor de (gedeeltelijke) toevoeging van de tuchtrechtelijke uitspraak. Deze uitspraken zijn immers -in geanonimiseerde- vorm op de site van de rechtspraak te vinden en de opgelegde maatregel zelf op de site BIG-register.nl. Door deze in een groot aantal gevallen aan elkaar te koppelen, heft SIN c.s. met de zwarte lijsten een deel van die anonimiteit ten koste van de artsen op.

Bovendien is gebleken dat SIN c.s. de zwarte lijsten niet steeds aanpast aan de actualiteit: op de zwarte lijsten blijven sommige tuchtmaatregelen zichtbaar nadat de zichtbaarheid in BIGregister.nl (meestal na 5 jaar; soms na 10 jaar) is verdwenen. In die zin wijken de zwarte lijsten dus af van het beschikbare feitenmateriaal van BIG-register.nl.

Door deze verschillen tussen de openbare versie van het BIG-register en de zwarte lijsten wordt het systeem van openbaarmaking van tuchtrechtelijke maatregelen doorkruist. Hoewel de gegevens op de zwarte lijsten deels ook zonder die lijsten openbaar zijn (en in die zin het nadeel voor de artsen beperkt), voegen de zwarte lijsten daar voor de artsen schadelijke nadere gegevens aan toe. In de Wet BIG en daarop gebaseerde regelgeving is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de belangen van het publiek en met name (toekomstige) patiënten om adequate en doorzoekbare informatie over zorgverleners te hebben én de belangen van de zorgverleners zelf zoals meer in het bijzonder hun recht op privacy. Die zorgvuldige afweging en het daarmee bereikte evenwicht tussen de belangen van (toekomstige) patiënten en artsen aan wie tuchtrechtelijke maatregelen zijn opgelegd, wordt naar het voorlopig oordeel van het hof op onaanvaardbare wijze door de zwarte lijsten doorkruist.

Dat dit nodig zou zijn om het publiek te informeren en te waarschuwen, zoals SIN c.s. betoogt, stuit af op de informatie die al via BIG-regsiter.nl voor het publiek beschikbaar en (op redelijk eenvoudige wijze) doorzoekbaar is. In die zin is het door SIN c.s. beoogde doel al te bereiken door het publiek over het openbare deel van het BIG-register te informeren. De door SIN c.s. op die zwarte lijsten aan die informatie toegevoegde informatie als een foto per arts, (soms) adresgegevens en annotaties, is naar het voorlopig oordeel van het hof niet noodzakelijk om het publiek adequaat te informeren en te waarschuwen en weegt in ieder geval niet op tegen de inbreuk die daarmee op de privacy van de betrokken artsen wordt gemaakt.

4.13. Tegen de achtergrond van de hierboven in rechtsoverweging 4.10-4.12 genoemde feiten en omstandigheden is het hof voorlopig van oordeel dat het recht van de bij SOS aangesloten artsen op eerbiediging van hun eer en goede naam zwaarder weegt dan het belang van SIN c.s. bij haar recht op vrije meningsuiting. De wijze waarop de zwarte lijsten zijn ingekleed, de daarop vermelde termen, foto’s en annotaties en de term “zwarte lijst” als zodanig, afgezet tegen de informatie op BIG-register.nl, maken dat het verbod dat de voorzieningenrechter aan haar heeft opgelegd in deze situatie gerechtvaardigd is. Een minder vergaande maatregel, zoals een verbod op bepaalde pagina’s van de zwarte lijst, is praktisch niet goed uitvoerbaar (alleen al vanwege de vereiste actualiteit die steeds aanpassing van de lijsten zou vragen) terwijl het diffamerende karakter van het geheel in stand blijft. Anders dan [appellante2] aanvoert vergt de vordering van SOS geen beoordeling per individuele vermelding waarvoor een kort geding zich niet leent. De stelselmatige doorkruising van het systeem van openbaarmaking van tuchtrechtelijke maatregelen en de diffamerende werking van de zwarte lijsten als geheel maken dat deze ook als geheel beoordeeld kunnen worden, ook in kort geding. 

De overdracht van de domeinnamen voorkomt dat SIN c.s. de domeinnamen aan een ander overdraagt die de zwarte lijsten alsnog op die websites online zet en is, omdat uit de executie van het vonnis is gebleken dat SIN c.s. na het offline halen van de zwarte lijsten met extensies com. en nl. heeft geprobeerd de lijsten met een andere extensie opnieuw online te zetten, noodzakelijk om het aan SIN c.s. opgelegde verbod effectief te laten zijn.

Om dat te voorkomen is een overdracht van de domeinnamen noodzakelijk. Grief 19 die zich richt tegen het gebod om een verzoek bij Google in te dienen, is een grief die voortbouwt op de eerdere grieven, die falen.