Gepubliceerd op donderdag 26 april 2018
IEF 17658
Rechtbank Amsterdam ||
25 apr 2018
Rechtbank Amsterdam 25 apr 2018, IEF 17658; ECLI:NL:RBAMS:2018:2648 (Mavic tegen Picnic), https://ie-forum.nl/artikelen/150-000-euro-schadevergoeding-voor-gebruik-lookalike-max-verstappen-maar-geen-extra-opslag-voor-vira

150.000 euro schadevergoeding voor gebruik lookalike Max Verstappen, maar geen extra opslag voor viral gaan

Rechtbank Amsterdam 25 april 2018, IEF ; ECLI:NL:RBAMS:2018:2648 (Mavic tegen Picnic) Portretrecht. In vervolg op het tussenvonnis [IEF 17082] is Picnic bij eindvonnis veroordeeld tot betaling van € 150.000,00 aan schadevergoeding wegens het onrechtmatig gebruik van een lookalike van eiser in een commercial. Het kan Picnic niet worden verweten dat de commercial van viral is gegaan en nog altijd via diverse websites beschikbaar is. Het is aan eiser om tegen het gebruik op internet van deze onrechtmatig geoordeelde commercial op te treden, mede in het kader van zijn schadebeperkingsplicht. De rechtbank volgt dan ook niet de opslag (400.000 euro) die de marketingdeskundigen in hun rapporten toepassen in verband met het feitelijk doorlopen van de reclame van Picnic, door het viral gaan en het nog altijd beschikbaar zijn van de commercial op internet.

2.3. [eiser 2] heeft ter onderbouwing van zijn geleden schade twee rapporten in het geding gebracht van marketingdeskundigen Head to Head en [naam marketingdeskundige] . Head to Head concludeert dat in dit geval een basistarief toepasselijk is van € 100.000,00 (exclusief btw). Dit tarief verhoogt zij met een toeslag van 500% gelet op de populariteit van [eiser 2] en daarmee komt zij op een totale vergoeding van € 600.000,00. [naam marketingdeskundige] komt op een vergoeding van € 250.000,00 voor het gebruik van het portrecht van [eiser 2] in de campagne van Picnic. Ten slotte heeft [eiser 2] een opdrachtbevestiging en een factuur in het geding gebracht voor de drie uur durende deelname van [eiser 2] als mystery guest bij de opening van een bedrijfsvestiging. Daarbij wijst [eiser 2] erop dat deze opening een evenement betrof voor een zeer kleine, besloten kring van personen. Hiervoor heeft [eiser 2] een vergoeding van € 100.000,00 (exclusief btw) ontvangen, hetgeen volgens [eiser 2] illustreert dat hij hoge vergoedingen ontvangt. Voorts wijst [eiser 2] er op dat er in tegenstelling tot hetgeen bij het tussenvonnis in rechtsoverweging 4.18 is overwogen, geen sprake is van een beperkte duur van de publicatie op internet door Picnic. De commercial is viral gegaan en overgenomen door allerlei media. De commercial is nog op tal van websites te vinden. Hiervoor brengt Head to Head een extra opslag in rekening omdat de campagne van Picnic feitelijk nog altijd doorloopt. Het bereik en het onrechtmatig gebruik van het portret van [eiser 2] heeft Picnic een enorm financieel voordeel opgeleverd. Ook [naam marketingdeskundige] komt tot die conclusie. [eiser 2] stelt dat in het licht van artikel 6:104 Burgerlijk Wetboek (BW), waaruit volgt dat het onredelijk is om ongeoorloofd ten koste van een ander verkregen voordeel aan de verkrijger te laten, voldoende is onderbouwd dat [eiser 2] een vergoeding toekomt € 400.000,00.

2.6. In tegenstelling tot hetgeen [eiser 2] heeft aangevoerd kan in dit kader Picnic niet worden verweten dat de commercial van Picnic viral is gegaan en nog altijd via diverse websites beschikbaar is. Het is aan [eiser 2] om tegen het gebruik op internet van deze onrechtmatig geoordeelde commercial op te treden, mede in het kader van zijn schadebeperkingsplicht. De rechtbank volgt dan ook niet de opslag die de marketingdeskundigen in hun rapporten toepassen in verband met het feitelijk doorlopen van de reclame van Picnic, door het viral gaan en het nog altijd beschikbaar zijn van de commercial op internet.

Op andere blogs:

Hoogenraad & Haak advocaten