25 jul 2018
Kopieer citeerwijze ||
uitvaartondernemers
Advertenties van uitvaartondernemers staan op één pagina van huis-aan-huis-krant
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 25 juli 2018, IEF 17887; ECLI:NL:RBMNE:2018:3613 (Uitvaartondernemers) Handelsnaamrecht. Beide ondernemingen houden zich beiden bezig met uitvaartverzorging in de omgeving van De Bilt. Sinds 1994 adverteert eiseres ze in het huis-aan-huisblad De Vierklank. Sinds 2018 adverteert gedaagde ook in De Vierklank en de advertenties van partijen worden op één pagina weergegeven. Gelet op deze overlap in activiteiten en werkgebied is aannemelijk geacht dat het gevaar bestaat dat de inwoners van de gemeente De Bilt, vanwege de geringe afwijkingen tussen de handelsnamen, de ondernemingen van partijen met elkaar zal verwarren. De staking van de handelsnaam wordt bevolen.
4.8. De handelsnamen van gedaagde wijken slechts in geringe mate af van de handelsnaam van eiseres. De handelsnaam “ [gedaagde] ” bevat evenals de handelsnaam van eiseres het kenmerkende en onderscheidende element “ [deel handelsnaam] ” gecombineerd met hetzelfde beschrijvende woord “ [deel handelsnaam] ”. Alleen de volgorde van deze twee elementen verschilt. De handelsnaam “ [handelsnaam 1 gedaagde] ” begint net als de handelsnaam van eiseres met het kenmerkende en onderscheidende element “ [deel handelsnaam] ”, zodat daar de nadruk op ligt. Dit element wordt gevolgd door het beschrijvende element “ [deel handelsnaam] ”, welk woord begripsmatig overeenkomt met het woord “ [deel handelsnaam] ” uit de handelsnaam van eiseres. Nu de kenmerkende elementen in de regel het makkelijkst worden onthouden, komt aan de hiervoor genoemde (geringe) verschillen tussen de handelsnamen geen doorslaggevende betekenis toe. Dit maakt dat er sprake is van een grote mate van overeenstemming tussen de handelsnamen van partijen. De aard van de ondernemingen van partijen komt ook overeen. Beide ondernemingen houden zich bezig met uitvaartverzorging in brede zin, dus het verzorgen en uitvoeren van begrafenissen en crematies. Dat gedaagde een eigen rouwcentrum/afscheidshuis heeft in [vestigingsplaats] en [vestigingsplaats] voor het opbaren van overledenen en eiseres daarvoor gebruik maakt van ruimten bij derden, doet aan de overeenstemming in activiteiten niets af. Verder liggen de vestigingsplaatsen van partijen in dezelfde regio en hemelsbreed op maar 6 kilometer van elkaar en vertoont het werkgebied van partijen overlap, omdat gedaagde sinds kort ook actief is in het werkgebied van eiseres (de gemeente De Bilt). Gelet op deze overlap in activiteiten en werkgebied acht de voorzieningenrechter aannemelijk dat het gevaar bestaat dat het relevante publiek, de inwoners van de gemeente De Bilt, vanwege de geringe afwijkingen tussen de handelsnamen de ondernemingen van partijen met elkaar zal verwarren.
4.9. Daaraan doet niet af dat de door partijen gebruikte logo’s en (de opmaak van) hun advertenties in De Vierklank van elkaar verschillen. Het logo van eiseres bestaat uit de handelsnaam van eiseres, geschreven als “ ‘ [handelsnaam eiseres] ”, gecombineerd met een kleine letter “ [letter] ” en een hoofdletter “ [letter] ” en het woord “ [deel handelsnaam] ”, geschreven in een halve cirkel bij deze letters (zie 2.3.). Het logo van gedaagde bestaat uit de handelsnaam van gedaagde, geschreven als “ [handelsnaam 1 gedaagde] ”, gecombineerd met een grafisch element (zie 2.5.). Visueel gezien verschillen deze logo’s op onderdelen van elkaar. In beide logo’s is evenwel prominent de naam [deel handelsnaam] opgenomen, gecombineerd met de begripsmatig overeenstemmende woorden uitvaartverzorging en uitvaartzorg, en dit vormt het meest kenmerkende element van beide logo’s. De overige elementen van de logo’s zijn niet sterk bepalend voor de uitstraling daarvan. Dit maakt dat aan de genoemde verschillen minder betekenis toekomt dan aan de overeenkomsten tussen beiden. Voor de advertenties van partijen geldt hetzelfde. De uitstraling van de advertenties is anders, met name door het verschil in stijl en door het gebruik van een foto van [A] in de advertentie van gedaagde, maar in beide advertenties zijn de logo’s van de ondernemingen opgenomen en daarmee op prominente wijze de handelsnamen van partijen, die zoals hiervoor is vastgesteld nagenoeg overeenstemmen. Gelet op al deze omstandigheden acht de voorzieningenrechter het voldoende aannemelijk dat er verwarringsgevaar te duchten is onder het relevante publiek, ook als de verschillen in logo en advertentieopmaak daarbij worden meegewogen. Ter zitting heeft eiseres verklaard dat zij sinds het verschijnen van de advertenties van gedaagde in de Vierklank door mensen in haar omgeving wordt aangesproken met de vraag of de onderneming van gedaagde is gelieerd aan haar onderneming. Dit wijst erop dat er onder de doelgroep ook daadwerkelijk sprake is van indirecte verwarring.