Handelsnaamrecht  

IEF 22436

De handelsnaam 'Umami' voor een sushirestaurant is niet beschrijvend

Rechtbank Overijssel 12 dec 2024, IEF 22436; ECLI:NL:RBOVE:2024:6612 (Umami tegen Sushi Brothers), https://ie-forum.nl/artikelen/de-handelsnaam-umami-voor-een-sushirestaurant-is-niet-beschrijvend

Rb. Overijssel 12 december 2024, IEF 22436; ECLI:NL:RBOVE:2024:6612 (Umami tegen Sushi Brothers). Umami en Sushi Brothers exploiteren beide sushirestaurants. In 2024 heeft Sushi Brothers haar naam veranderd in Umami (Borne), waarna Umami Sushi Brothers heeft gesommeerd haar handelsnaam te wijzigen, omdat volgens haar sprake is van inbreuk op haar handelsnaam. Volgens Umami leidt dit tot verwarringsgevaar, omdat er twee verschillende sushirestaurants zijn die allebei Umami heten en beide in het oosten van het land worden geëxploiteerd. Vervolgens heeft Sushi Brothers aangegeven haar handelsnaam te veranderen in Umami Taste Raalte en Umami Taste Borne. Even later heeft zij nog een locatie geopend, genaamd Umami Taste Nijverdal. Umami heeft bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de naam Umami in de verschillende handelsnamen van Sushi Brothers. Onbetwist is dat Umami haar handelsnaam al jaren voert en daarmee de oudste rechten op deze naam heeft. Sushi Brothers betoogt echter dat Umami een beschrijvende handelsnaam is, waardoor zij volgens haar geen inbreuk maakt op het handelsnaamrecht van Umami.

IEF 22422

Uitspraak ingezonden door Rebecca van der Lugt en Anne de Laat, BRIGHT ip Lawyers.

Geen inbreuk handelsnaam MAN MET BRIL KOFFIE door MAN MET FRIET

Rechtbank Rotterdam 6 dec 2024, IEF 22422; ECLI:NL:RBROT:2024:12214 (MAN MET BRIL KOFFIE tegen MAN MET FRIET en Het Paviljoen by MMF), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inbreuk-handelsnaam-man-met-bril-koffie-door-man-met-friet

Rb. Rotterdam 6 december 2024, IEF 22422; ECLI:NL:RBROT:2024:12214 (MAN MET BRIL KOFFIE tegen MAN MET FRIET en Het Paviljoen by MMF) MMBK is een onderneming genaamd MAN MET BRIL KOFFIE die gespecialiseerd is in koffieproducten. Daarvoor heeft ze een horecagelegenheid en verkoopt deels online koffieproducten aan consumenten en horecaondernemingen. MMF is een onderneming genaamd Man met Friet en verkoopt friet aan horecagelegenheden. De bestuurders van MMF hebben een onderneming genaamd Het Paviljoen by MAN MET FRIET opgericht voor de exploitatie van de snackbar Het Paviljoen. MMF heeft een Benelux-beeldmerk met woordelementen geregistreerd. MMBK stelt dat de gedaagden inbreuk maken op haar handelsnaam- en merkrechten, omdat de namen te veel op elkaar lijken, wat tot verwarringsgevaar leidt.

IEF 22396

Geen merkinbreuk door gebruik handelsnaam Vackracht

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 nov 2024, IEF 22396; ECLI:NL:GHARL:2024:7032 (Kracht Recruitment tegen Vakkracht), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-merkinbreuk-door-gebruik-handelsnaam-vackracht

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 november 2024, IEF 22396; ECLI:NL:GHARL:2024:7032 (Kracht Recruitment tegen Vakkracht) Kracht Recruitment heeft in kort geding gevorderd dat Vakkracht het gebruik van het woordmerk ‘Vackracht’ moet staken door verwarringsgevaar met haar woord- en beeldmerk ‘Kracht Recruitment’. Deze vorderingen zijn in kort geding toegewezen, waarna Vakkracht de handelsnaam en het teken ‘Vakkracht’ is gaan gebruiken. Vakkracht is hierna in hoger beroep gegaan waarbij het eerdere vonnis is vernietigd [zie IEF 21203]. Na deze vernietiging is Vakkracht weer haar eerdere handelsnaam gaan gebruiken en is Kracht Recruitment een volgende bodemprocedure begonnen. In deze bodemprocedure heeft Kracht Recruitment een verklaring van inbreuk in haar merkenrechten gevorderd. Als tegenvordering eist Vakkracht een verklaring van onrechtmatig handelen en een schadevergoeding door het dwingen tot wijzigen van haar handelsnaam. De rechtbank heeft de vorderingen van Kracht Recruitment afgewezen en de tegenvorderingen van Vakkracht deels toegewezen. Hiertegen is Kracht Recruitment in hoger beroep gegaan.

IEF 22381

Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Armita Hosseini, Clairfort Advocaten.

Handelsnaaminbreuk in de uitvaartbranche: rechtbank oordeelt over gebruik persoonsnaam en schending vaststellingsovereenkomst

Rechtbank Midden-Nederland 13 nov 2024, IEF 22381; (Van Tellingen tegen verweerder), https://ie-forum.nl/artikelen/handelsnaaminbreuk-in-de-uitvaartbranche-rechtbank-oordeelt-over-gebruik-persoonsnaam-en-schending-vaststellingsovereenkomst

Rb. Midden-Nederland 13 november 2024, IEF 22381 (Van Tellingen tegen verweerder). Partijen zijn beide actief in de uitvaartbranche en gevestigd in Zeist. De onderneming Van Tellingen was vroeger eigendom van verweerder. De achternaam van verweerder is in de handelsnaam verwerkt. Hij begint later in dezelfde branche en op dezelfde vestigingsplaats een onderneming waarbij hij opnieuw zijn naam gebruikt voor zijn ondernemersactiviteiten. Omdat beide ondernemingen de naam van verweerder gebruiken in bedrijfsmatige uitingen, hebben de partijen in 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Verweerder heeft zich ertoe verbonden geen inbreuk te maken op de handelsnaamrechten van Van Tellingen. Volgens Van Tellingen heeft verweerder zijn naam echter toch weer gebruikt in advertenties, op zijn bedrijfswagen, in een domeinnaam en op zijn website te gebruiken. Voor de rechtbank vordert Van Tellingen dan ook 68.500 euro aan boetes wegens het handelen in strijd met de overeenkomst. Verweerder stelt dat hij zijn naam uitsluitend als persoonsnaam heeft gebruikt en daarom geen inbreuk heeft gemaakt.

IEF 22327

Hof bevestigt auteursrecht architect op modulair bouwsysteem

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 sep 2024, IEF 22327; ECLI:NL:GHARL:2024:5733 (Echtpaar tegen architect), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-bevestigt-auteursrecht-architect-op-modulair-bouwsysteem

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 september 2024, IEF 22327; ECLI:NL:GHARL:2024:5733 (echtpaar tegen architecht) Een echtpaar en een architect hebben in het verleden samengewerkt aan een modulebouwsysteem. Na het oprichten van de vennootschap Woodstacker door de man en de architect ontstonden spanningen toen de vrouw een aandeel in de vennootschap claimde. Dit leidde tot een verslechtering van de relatie tussen de man en de architect. De vrouw richtte vervolgens een nieuwe eenmanszaak op en postte op sociale media dat ze met haar man door zou gaan met Woodstacker, zonder de architect. Beide partijen zijn nu van mening dat zij auteursrechten hebben op het bouwsysteem en dat de andere partij inbreuk maakt op deze auteursrechten. In eerste aanleg waren alleen de architect en de vrouw partij. De rechtbank kende de auteursrechten toe aan de architect. In hoger beroep voegde de man zich bij de vrouw om ook vorderingen tegen de architect in te stellen.

IEF 22326

Viday B.V. behoudt handelsnaam, maar financiële vorderingen worden afgewezen

Rechtbanken 23 okt 2024, IEF 22326; ECLI:NL:RBDHA:2024:17259 (Viday B.V. tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/viday-b-v-behoudt-handelsnaam-maar-financiele-vorderingen-worden-afgewezen

Rb. Den Haag 23 oktober 2024, IEF 22326; ECLI:NL:RBDHA:2024:17259 (Viday B.V. tegen gedaagde). In deze zaak staat de vraag centraal wie recht heeft op de handelsnaam “Viday” en de bijbehorende domeinnaam viday.nl. Viday B.V., een productiebedrijf in Alphen aan den Rijn, stelt dat de handelsnaam aan haar toekomt, aangezien zij sinds de oprichting in 2018 deze naam heeft gebruikt. Gedaagde, voormalig medeoprichter van Viday B.V., had echter de domeinnaam in 2018 geregistreerd en claimt rechten op de naam als bedenker. Na het beëindigen van de samenwerking eist gedaagde een licentievergoeding voor het gebruik van de naam. Daarnaast vordert Viday B.V. terugbetaling van onrechtmatige privéonttrekkingen door gedaagde, ter hoogte van €15.103,13, die volgens haar onterecht via zakelijke rekeningen waren betaald. De rechtbank oordeelt dat Viday B.V. het recht heeft op de handelsnaam “Viday”, omdat zij deze al jaren commercieel voert en gedaagde zelf geen onderneming drijft onder deze naam. Domeinnaamregistratie alleen creëert geen handelsnaamrecht. De vordering voor een verklaring van recht wordt echter afgewezen vanwege het gebrek aan dreigende inbreuk: gedaagde had tijdens de zitting al afstand gedaan van aanspraken op de naam. Voor de vordering tot terugbetaling stelt de rechtbank vast dat Viday B.V. onvoldoende bewijs heeft geleverd van onrechtmatige betalingen. Als gevolg hiervan worden de financiële vorderingen afgewezen, en wordt Viday B.V. veroordeeld tot betaling van de proceskosten van €3.014 aan gedaagde.

IEF 22307

Uitspraak ingezonden door Jesper Vrielink, NautaDutilh.

Uitspraak in handelsnamengeschil tussen verduurzamingsadviseurs

Rechtbank Amsterdam 20 sep 2024, IEF 22307; (GGs tegen WGG), https://ie-forum.nl/artikelen/uitspraak-in-handelsnamengeschil-tussen-verduurzamingsadviseurs

Rb. Amsterdam 20 september 2024, IEF 22307 (GGS tegen WGG). Deze zaak betreft een handelsnamenrecht geschil tussen GoGreen Solutions (hierna: GGS) en WeGoGroen (hierna: WGG). Beide organisaties geven advies over verduurzaming. WGG handelde na oprichting in 2022 onder de naam GoGroen. GGS is in 2020 opgericht en heeft een jaar na de oprichting van GoGroen aan haar gevraagd of zij haar handelsnaam wilde veranderen. GGS merkte namelijk dat er verwarring was ontstaan bij haar klanten. GoGroen was echter niet direct bereid haar handelsnaam aan te passen. Pas in 2024 heeft zij aan het verzoek gehoor gegeven. In de zaak die voor de rechter is gekomen vordert GGS dat WGG (voor naamswijziging GoGroen) veroordeeld wordt tot betaling van de kosten van deze zaak, en iedere inbreuk op de handelsnaam te staken en gestaakt te houden.  Ook vordert ze een schadevergoeding van 2.250 euro. Aan de vorderingen legt GGS artikel 5 Hnw ten grondslag. 

IEF 22261

Rechtsgeldig gebruik domeinnaam en handelsnaam door Chesterfield bevestigd ondanks merkrechten Makorian

Rechtbank Den Haag 12 sep 2024, IEF 22261; ECLI:NL:RBDHA:2024:14527 (Makorian c.s. tegen Chesterfield c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtsgeldig-gebruik-domeinnaam-en-handelsnaam-door-chesterfield-bevestigd-ondanks-merkrechten-makorian

Rb. Den Haag 12 september 2024, IEF 22261; ECLI:NL:RBDHA:2024:14527 (Makorian c.s. tegen Chesterfield c.s.). Makorian Holding en Chesterfield c.s. hebben een conflict over het gebruik van de domeinnaam www.thechesterfieldbrand.com. Chesterfield c.s. gebruikt deze domeinnaam sinds 2006 voor haar meubelactiviteiten, terwijl Makorian c.s. zich richt op de productie van leren tassen. In 2009 werd Beeldmerk B.V. opgericht door beide partijen, waarbij Chesterfield c.s. een aantal merkrechten heeft ingebracht in ruil voor een lening van Makorian. In 2012 sloten de partijen een licentieovereenkomst waarin Makorian c.s. beperkte gebruiksrechten kreeg op de Chesterfield-merken. Makorian c.s. vordert nu de overdracht van de domeinnaam en stelt dat Chesterfield c.s. inbreuk maakt op haar merk- en handelsnaamrechten. Chesterfield c.s. vordert in reconventie de rechtbank voor recht te verklaren dat zij gerechtigd is tot het gebruik van het beeldmerk en het woordmerk "The Chesterfield Brand". De rechtbank oordeelt dat de handelsnaamrechten ten aanzien van The Chesterfield Brand niet zijn ingebracht in Beeldmerk B.V. De licentieovereenkomst, die oorspronkelijk tussen Beeldmerk en Chesterfield c.s. was gesloten, is voortgezet tussen Makorian Holding en Chesterfield c.s., waarbij Chesterfield c.s. het recht heeft om de Chesterfieldmerken te blijven gebruiken voor woninginrichtingsproducten. De gestelde merkinbreuk door Chesterfield c.s. wordt afgewezen, omdat Chesterfield c.s. een ouder handelsnaamrecht heeft sinds 2006 dat prevaleert boven de merkrechten van Makorian. Om deze reden wijst de rechtbank ook de vorderingen van Makorian c.s. op basis van handelsnaaminbreuk af. Chesterfield c.s. kan de domeinnaam voor de huidige doeleinden blijven gebruiken.

IEF 22224

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

Rechtbanken 4 sep 2024, IEF 22224; ECLI:NL:RBDHA:2024:13740 (F.Z.I. B.V. tegen KPS B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/kps-b-v-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-van-fzi-b-v

Rb. Den Haag 4 september 2024, IEF 22224; ECLI:NL:RBDHA:2024:13740 (F.Z.I. B.V. tegen KPS B.V.). FZI B.V. en KPS B.V. waren beide betrokken bij het online vakmedium Klantcontact.nl. In 2019 nam KPS de exploitatie over via een overnameovereenkomst. Na verloop van tijd introduceerde KPS het medium onder een nieuwe naam, Ziptone. Eind 2022 werd de domeinnaam klantcontact.nl terug overgedragen aan FZI. Dit leidde tot een geschil over het gebruik van de naam en intellectuele eigendomsrechten rondom het vakmedium. FZI vorderde onder meer een verklaring voor recht dat KPS inbreuk maakt op haar handelsnaam-, merk- en auteursrechten en eiste het staken van het gebruik van de termen 'Klantcontact' en 'Klantcontact.nl'. Daarnaast werd vergoeding van schade en doorhaling van KPS' Beneluxmerkregistraties geëist.

IEF 22215

Uitspraak ingezonden door Rik Balk, Balk Legal.

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

Rechtbanken 23 jul 2024, IEF 22215; (Eiseres tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/handhaving-auteursrechten-tegen-bedrijfsopvolger-is-onredelijk

Rb. Amsterdam 23 juli 2024, IEF 22215 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres in deze zaak is kapster en eigenares van een kapsalon. Zij heeft haar kapsalon overgenomen van gedaagde door middel van een schriftelijke overeenkomst. Over de uitleg van die overeenkomst is tussen eiseres en gedaagde onenigheid ontstaan. Gedaagde is van mening dat eiseres zonder toestemming en daarmee onrechtmatig de foto's en teksten van gedaagde gebruikt op haar website. Eiseres vindt daarentegen dat gedaagde haar onrechtmatig belemmert in haar bedrijfsvoering. Zij vordert in kort geding bij de rechtbank dat gedaagde iedere belemmering staakt, waaronder het handhaven van zijn merk- en auteursrechten. Ook vordert eiseres dat zij de door gedaagde gebruikte handelsnaam krijgt overgedragen, als onderdeel van de gesloten overeenkomst. Gedaagde verweert zich met het argument dat de overeenkomst slechts is gesloten voor een periode van twee jaar. De overdracht van de kapsalon (met uitzondering van de handelsnaam) blijft ook daarna gelden, maar gedaagde hoeft eiseres daarbij niet meer te steunen in haar bedrijfsvoering, aldus gedaagde.