Gepubliceerd op dinsdag 7 juni 2011
IEF 9748
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Agentuurovereenkomst in entertainment

Rechtbank Amsterdam 25 mei 2011, HA ZA 10-977 (Sanchez c.s. tegen Heijns & Unmanageable Artists B.V. c.s.)

met dank aan Rob van Dongen & Anna van Essen, Bousie advocaten

Media & Entertainment. Stukgelopen samenwerking. Contractrecht. Vorderingen in (re)conventie over en weer. Kwalificatie van de vormen van samenwerking tussen platenlabels, boekingskantoor, artiest en manager.

De rechtsverhouding tussen het boekingskantoor en artiest wordt aangemerkt als een (mondeling overeengekomen) agentuurovereenkomst, waardoor de wettelijke opzegtermijn ex art. 7:437 BW, een redelijke termijn, en de klantenvergoeding ex art. 7:442 BW van toepassing zijn. Geen redelijke opzegtermijn gehanteerd, dus schadeplichtige artiest. 

3.1.9 Tussen partijen is niet in geschil dat Syndicate tegen beloning bemiddelde bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen Sanchez en derden, zonder dat Syndicate aan Sanchez ondergeschikt was. Aan de wettelijke definitie van een agentuurovereenkomst (artikel 7:428 BW) is derhalve voldaan.

3.6.9. Op grond van vaste jurisprudentie heeft te gelden dat een duurovereenkomst – zoals ook de onderhavige artiestenovereenkomst – die voor onbepaalde tijd is aangegaan in het algemeen door enkele opzegging kan worden beëindigd, mits daarbij een redelijke, aan de omstandigheden van het geval aangepaste, termijn in acht wordt genomen. Dit is niet anders voor een overeenkomst tussen een artiest en diens manager.

Lees het vonnis hier (pdf).
7:428 e.v. BW (bijz overeenkomstenrecht - agentuur)